Uitspraak
1.Samenvatting van de beslissing
2.De kern van de zaak
- het beroepschrift
- het verweerschrift.
- de vader met zijn advocaat
- twee zittingsvertegenwoordigers van de GI.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007, die lijdt aan een ernstige eetstoornis. De minderjarige was onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst vanwege haar gezondheid. De vader van de minderjarige was het niet eens met de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing door de kinderrechter en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De kinderrechter had eerder bepaald dat de minderjarige tot 20 juli 2024 uit huis geplaatst moest blijven in een instelling. Het hof heeft de zaak zorgvuldig bekeken, inclusief de standpunten van de vader, de gecertificeerde instelling (GI) en de minderjarige zelf. Het hof heeft vastgesteld dat de situatie van de minderjarige sinds de eerdere beslissing van de kinderrechter aanzienlijk is veranderd. De minderjarige heeft aangegeven bij haar vader te willen wonen en heeft de motivatie getoond om te werken aan haar herstel. Het hof heeft geconcludeerd dat de eerdere machtiging tot uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk is en heeft deze met ingang van de uitspraak beëindigd. De beslissing van de kinderrechter is bekrachtigd tot de datum van de uitspraak, maar de verlenging van de machtiging is afgewezen.