Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 20 november 2023;
- het verweerschrift met productie;
- een journaalbericht van de vrouw van 7 maart 2024 met producties;
- een journaalbericht van de man van 14 maart 2024 met producties.
3.De feiten
4.Het geschil
- bepaald dat de man met ingang van 20 maart 2023 € 500,- aan kinderalimentatie voor [de minderjarige] moet betalen aan de vrouw, steeds bij vooruitbetaling te voldoen;
- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
5.De overwegingen voor de beslissing
€ 68.308,45. Daar zou de man dan dus niets aan overhouden en daar kan hij dan niet van leven. De man heeft de door hem gestelde huurinkomsten en kosten niet met stukken onderbouwd. De vrouw voert aan de door de man gestelde huurinkomsten voor het pand in [plaats1] niet kloppen. Die komen neer op € 340,-- per appartement per maand, maar op de website staan huurprijzen tot € 800,-- per maand vermeld. De man heeft hier niets tegenin gebracht. Ook heeft de vrouw opgemerkt dat de man in privé eigenaar was van een complex in [plaats2] en dit complex heeft overgedragen aan [naam2] BV. Hij heeft hiermee volgens de vrouw vrijwillig huurinkomsten opgegeven. Dit is van belang, omdat de draagkracht niet slechts wordt bepaald door de daadwerkelijk beschikbare middelen, maar ook door de middelen waarover de onderhoudsplichtige redelijkerwijs had kunnen beschikken. In het door de man overgelegde Fiscaal rapport voorlopige aangifte inkomstenbelasting 2023 staat ten slotte ook € 8.107.000,-- aan ‘totale waarde overig onroerend goed buiten Nederland’ vermeld, waar de man helemaal niet over rept.