Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
de mantoegedeeld:
waarde
- de aandelen [naam2] B.V. € 100.761,--
- de bankrekening bij [de bank1] eindigend op [nummer1] € 4.244,34
- de Volvo met kenteken [kenteken1] € 7.500,--
- de Volvo met kenteken [kenteken2] € 2.500,--
- de Volvo C70 met kenteken [kenteken3] € 3.000,--
de vrouwtoegedeeld
waarde
- de bankrekening bij [de bank2] eindigend op [nummer2] € 55.399,--
- de spaarrekening bij [de bank2] eindigend op [nummer3] € 0,--
- de man dient aan de vrouw te betalen een bedrag van € 4.537,80 inzake door de vrouw geïnvesteerd privévermogen in de woning van de man voorafgaand aan het huwelijk;
- de man dient aan de vrouw te betalen een bedrag van € 131.952,70 ter vergoeding voor haar deel van het gemeenschapsgeld dat is gebruikt voor de aflossing van de aan de woning van de man verbonden hypothecaire geldleningen die voor zijn rekening dient te komen;
- de man dient aan de vrouw te betalen een bedrag van € 33.599,55 ter vergoeding voor haar deel van het gemeenschapsgeld dat is gebruikt voor de verbouwing van de woning van de man;
- de vrouw dient aan de man te betalen een bedrag van € 90.300,- ter vergoeding voor de inkomsten uit verhuur van het bakhuis waar de man als eigenaar van de woning recht op heeft.
5.De motivering van de beslissing
- de man dient aan de vrouw te betalen een bedrag van € 4.537,80 voor door de vrouw geïnvesteerd privévermogen in de woning van de man voorafgaand aan het huwelijk (de beslissing van de rechtbank op dit punt blijft overeind);
- de man dient aan de vrouw te betalen een bedrag van € 96.649,- ter vergoeding voor haar deel van het gemeenschapsgeld dat is gebruikt voor de aflossing van de aan de woning van de man verbonden hypothecaire geldleningen die voor zijn rekening dient te komen;
- de man dient aan de vrouw te betalen een bedrag van € 42.574,50 ter vergoeding voor haar deel van het gemeenschapsgeld dat is gebruikt voor de verbouwing van de woning van de man;
- de vrouw dient aan de man te betalen een bedrag van € 835,50 ter vergoeding voor de factuur van het garagebedrijf ter reparatie van de auto.