Uitspraak
1.Samenvatting van de beslissing
2.De kern van de zaak
- het beroepschrift, op 10 april 2024,
- het verweerschrift.
- de moeder met haar advocaat
- een zittingsvertegenwoordiger van de GI
- de vader.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van de minderjarigen [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De moeder, die in hoger beroep ging tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, is van mening dat zij in staat is om haar kinderen zelf op te voeden, ondanks haar verleden met verslaving en psychische problemen. De kinderen zijn sinds 12 januari 2023 onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst, en de GI heeft verzocht om verlenging van deze uithuisplaatsing. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de zorgen van de GI over de stabiliteit en opvoedcapaciteiten van de moeder. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing van de kinderen noodzakelijk blijft voor hun ontwikkeling en welzijn. De moeder heeft weliswaar stappen gezet in haar behandeling, maar het hof is van oordeel dat de risico's van terugval en de onzekere opvoedcapaciteiten van de ouders een veilige opvoedomgeving voor de kinderen in de weg staan. De beslissing van de rechtbank om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, is dan ook bekrachtigd. Het hof wijst het verzoek van de moeder om de uithuisplaatsing voor een kortere duur te verlenen af.