Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Onderwerp
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2009 in [plaats1] , en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2010 in [plaats2] .
2.Belangrijke informatie
(perspectief biedend).
3.De beslissing van de rechtbank
- het gezag van de ouders over [de minderjarige1] en [de minderjarige2] beëindigd;
- de Jeugdbescherming benoemd tot voogd van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] , en
- het meer of anders verzochte (een verzoek van de ouders volgens artikel 810a lid 2 Rv) afgewezen.
4.Het hoger beroep
5.De rechtszaak bij het hof
- het beroepschrift met bijlagen van 12 januari 2024;
- het verweerschrift van de raad, en
- een formulier van mr. Erkens van 9 mei 2024 met bijlagen.
- de ouders met hun advocaat;
- een persoonlijk begeleider van de moeder (met bijzondere toegang);
- een vertegenwoordiger van de raad;
- een vertegenwoordiger van de Jeugdbescherming (en een collega in opleiding);
- de pleegmoeder, en
- de gezinshuismoeder.
6.De redenen voor de beslissing
het opgroeiperspectief). Met de aanvaardbare termijn wordt de periode van onzekerheid bedoeld die een kind kan overbruggen zonder ernstige schade op te lopen in zijn ontwikkeling. Hoe lang die periode is, hangt onder meer af van de leeftijd en de ontwikkeling van het kind. In zaken betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag benoemt de rechter op verzoek van een ouder en na overleg met die ouder een deskundige, mits dat mede tot beslissing van de zaak kan leiden en het belang van het kind zich daartegen niet verzet (artikel 810a lid 2 Rv).
proportionaliteitsbeginsel) en is het beoogde resultaat niet te bereiken met een minder ingrijpend alternatief zoals een vrijwillige plaatsing (
subsidiariteitsbeginsel).