ECLI:NL:GHARL:2024:4621
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Van Schuijlenburg
- mr. Pranger
- Rechtspraak.nl
Beperking proceskostenvergoeding in hoger beroep bij schending hoorplicht in verkeersboetezaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verkeersboete opgelegd aan de betrokkene. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. De betrokkene had een sanctie van € 150,- opgelegd gekregen voor het rijden met een voertuig waarvan het keuringsbewijs zijn geldigheid had verloren. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een proceskostenvergoeding. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, wat een schending van de hoorplicht inhoudt. Het hof heeft geoordeeld dat de sanctie moet worden gematigd met 25% tot € 112,50, en dat de proceskostenvergoeding beperkt moet worden tot de kosten van het hoger beroep, omdat de grond voor wijziging van de beschikking voor het eerst in hoger beroep is aangevoerd. De advocaat-generaal is veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten tot een bedrag van € 437,50. Het hof heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de bezwaren tegen de uitbetaling van de proceskostenvergoeding, die volgens de nieuwe wetgeving uitsluitend aan de betrokkene zelf kan worden uitbetaald.