Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hier aangeduid als [de minderjarige]. De vader van [de minderjarige] heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, die de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing had verlengd tot 19 april 2025. De vader betwist de noodzaak van de uithuisplaatsing en stelt dat hij in staat is om [de minderjarige] op te voeden met de juiste begeleiding. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verweer gevoerd en de noodzaak van de uithuisplaatsing onderbouwd met zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige]. Tijdens de mondelinge behandeling is [de minderjarige] gehoord, die aangaf dat de huidige situatie in de crisisgroep onveilig is en dat zij niet naar school gaat. Het hof heeft vastgesteld dat er nog steeds ernstige zorgen zijn over [de minderjarige], maar dat de uithuisplaatsing niet het gewenste effect heeft gehad. Het hof heeft daarom de uithuisplaatsing met onmiddellijke ingang beëindigd, terwijl de ondertoezichtstelling is bekrachtigd. Het hof benadrukt dat er professionele hulp noodzakelijk blijft voor [de minderjarige] en dat er snel een passende school en dagbesteding voor haar moet worden gevonden.