ECLI:NL:GHARL:2024:6205
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beslissing over kinderalimentatie in hoger beroep met betrekking tot geregistreerd partnerschap en wijziging van omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de kinderalimentatie tussen partijen die een geregistreerd partnerschap hebben gehad. De man, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 3 november 2023, waarin was bepaald dat hij vanaf 1 januari 2024 een bedrag van € 571,- per maand moest betalen aan de vrouw, verweerster in hoger beroep, als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun twee minderjarige kinderen. De man verzocht het hof om de kinderalimentatie te verlagen naar € 25,- per kind per maand, terwijl de vrouw verzocht om de bijdrage te verhogen naar € 392,- voor twee kinderen per maand.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juli 2024 heeft het hof vastgesteld dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn draagkrachtgrief. De man had geen relevante financiële stukken overgelegd, waardoor het hof niet kon vaststellen of zijn draagkracht daadwerkelijk zo laag was als hij stelde. Het hof oordeelde dat de man niet had aangetoond dat hij niet in staat was om de door de rechtbank vastgestelde kinderalimentatie te betalen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, wat betekent dat de man de eerder vastgestelde kinderalimentatie moet blijven betalen. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, wat inhoudt dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.