ECLI:NL:GHARL:2024:7014

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
21-001918-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake kinderpornografie met veroordeling tot voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1964, was eerder veroordeeld voor het bezit van kinderpornografisch materiaal. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na terechtzittingen op 14 juli 2023 en 28 mei 2024. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van 241 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank had eerder een vergelijkbare straf opgelegd, maar het hof heeft het vonnis vernietigd en een nieuwe straf opgelegd. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken zijn. Het hof oordeelde dat de verdachte opzet had op het bezit van deze afbeeldingen en dat hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte had gemaakt. De verdediging voerde aan dat de doorzoeking van de woning onrechtmatig was, maar het hof verwierp deze stelling. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf, waarbij het hof rekening hield met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere detentie in Cambodja en de diagnose PTSS.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001918-22
Uitspraak d.d.: 11 juni 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 4 mei 2022 met parketnummer 16-102835-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 14 juli 2023 en 28 mei 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van hetgeen hem ten laste is gelegd tot een gevangenisstraf voor de duur van 241 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van het voorarrest, en tot een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de in beslag genomen goederen deels aan het verkeer zullen worden onttrokken en deels zullen worden teruggegeven aan de rechthebbende. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. J.Y. Taekema, advocaat te Den Haag, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland heeft verdachte bij vonnis van 4 mei 2022 veroordeeld ter zake van het tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 241 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandelplicht door [GGZ-instelling] of een soortgelijke zorgverlener en het vermijden van kinderpornografisch materiaal. Daarnaast heeft de rechtbank verdachte veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2012 tot en met 19 april 2017 te [plaats 1] en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal - afbeeldingen, te weten foto's en/of - gegevensdragers bevattende afbeeldingen (te weten (een) USB Stick(s), beslagcode AAGC2529NL en/of AAGC2535NL en/of AAGC2536NL en/of AAGC2514NL) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of ( [FileName 1] ) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [FileName 2] en/of [FileName 3] en/of [FileName 4] en/of [FileName 5] en/of [FileName 6] en/of [FileName 7] en/of [FileName 8] en/of [FileName 9] en/of [FileName 10] Proces-verbaal pagina 93, 98, 99 en 100)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Daartoe heeft de advocaat-generaal - kort gezegd - aangevoerd dat de inhoud van de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen de bewezenverklaring kunnen dragen en dat de opzet van verdachte daaruit volgt. De vier usb-sticks, die kinderpornografisch beeldmateriaal bevatten, zijn bij verdachte thuis aangetroffen. De stelling van verdachte dat hij niets van het materiaal wist is niet nader onderbouwd en geconcretiseerd. Over de kinderpornografische aard van de aangetroffen beelden bestaat geen enkele twijfel. Gelet op de periode, de hoeveelheid en het feit dat het gaat om meerdere gegevensdragers, kan ook worden bewezen dat verdachte een gewoonte van het bezit heeft gemaakt.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting van het hof bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd. Daartoe heeft hij allereerst aangevoerd dat de in de woning van verdachte aangetroffen USB-sticks op grond van art. 359a Sv van het bewijs dienen te worden uitgesloten. De doorzoeking van de woning van verdachte was onrechtmatig, omdat geen sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit. De uit Cambodja ontvangen informatie kon daarvoor niet als basis dienen. Daarnaast heeft de verdediging de kinderpornografische aard van het door de politie geselecteerde materiaal betwist. De deels naakte lichamen hebben volgens de verdediging niet onmiskenbaar een seksuele strekking. Daarbij betreft het in de toonmap aanwezige materiaal een selectie uit duizenden foto’s tussen allerlei andere afbeeldingen van onder meer zwemmende kinderen. De selectie is niet representatief is voor het geheel. Tot slot heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen opzet had op het bezit van het beweerdelijk kinderpornografisch materiaal. De beweerdelijk kinderpornografische foto’s waren voor een groot deel niet toegankelijk en het wel toegankelijke materiaal stond in de prullenbak. De mappen komen dus niet gelijk in beeld bij het openen van de USB-sticks. Verdachte was als pastoor werkzaam op [plaats van werk] , waar de USB-sticks werden gerouleerd tussen hem en de daar werkzame vrijwilligers. Hij werkte ook veel in zijn woning, waarvoor hij de sticks van [plaats van werk] mee naar huis nam en vice versa. Hij heeft aldus niets geweten van de op de sticks aanwezige foto’s, die daar door een groot aantal op [plaats van werk] werkzame vrijwilligers – die allen toegang tot de sticks hadden – konden zijn geplaatst.
Oordeel van het hof
Feiten en omstandigheden
Aan de hand van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast. Op 19 april 2017 ontving het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK) Midden-Nederland van een politieattachée uit Zuidoost Azië een bericht waarin werd aangegeven dat op 18 april 2017 een Nederlandse man was aangehouden in [plaats 2] (Cambodja) die in het bezit was van een laptop met daarop een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. Hij werd daarnaast verdacht van seksueel misbruik van minderjarige jongens. Dit bericht werd door de betreffende Inspecteur van Politie in dienst van dit TBKK telefonisch gedaan. Vervolgens is de Liaison Officer van de Nederlandse politie van dit bericht telefonisch in kennis gesteld , teneinde de informatie te verifiëren. Dit leverde bevestiging van de melding op. Uit geleverde foto’s (waaronder van zijn paspoort) bleek dat verdachte de persoon was waar het omging. Hij verbleef op dat moment inderdaad in Cambodja. Er werden twee afbeeldingen meegestuurd, waarmee de in Cambodja tegen de verdachte gerezen verdenking nader werd geconcretiseerd. Het betrof twee afbeeldingen waarop naakte Aziatische jongens waren te zien. Een en ander is allemaal op die 18e april 2017 gerealiseerd. Diezelfde dag ontving dit TBKK van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie een in de Engelse taal opgestelde rapportage van de non-gouvernementele organisatie APLE (Action Pour Les Enfants) Cambodia. In die rapportage werd beschreven dat op 18 april 2017 een 53-jarige Nederlander was gearresteerd. De politie zou tijdens de arrestatie een digitale camera en een iPad in beslag hebben genomen, waarop een groot aantal expliciet seksueel getinte afbeeldingen werd aangetroffen.
Naar aanleiding van deze informatie is op 19 april 2017 de woning van verdachte doorzocht, evenals [plaats van werk] te [plaats 3] waar verdachte werkzaam was. Op beide locaties zijn gegevensdragers in beslag genomen. Op [plaats van werk] betrof dat zeventien CD-roms, een desktop, een simkaarthouder, een simkaart, een micro SD kaart, een digitale camera met SD kaart en twee USB-sticks. In de woning van verdachte zijn een computer, zeven USB-sticks, een telefoon en dertien geheugenkaarten in beslag genomen. Op vier van de zeven in de woning van verdachte in beslag genomen USB-sticks zijn de afbeeldingen aangetroffen waarvan het bezit verdachte in deze zaak ten laste is gelegd. In totaal werden op deze USB-sticks 904 afbeeldingen aangetroffen die in het proces-verbaal als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Vijftig afbeeldingen stonden in de prullenbak. Deze afbeeldingen zijn door de verbalisanten aangemerkt als voor de gebruiker gemakkelijk te benaderen. De overige afbeeldingen, in totaal 854, bevonden zich op de ‘unallocated clusters’ of waren ‘thumbnails’ en niet zonder specifieke kennis benaderbaar.
Rechtmatigheid doorzoeking woning
Met betrekking tot de door de verdediging bestreden rechtmatigheid van de doorzoeking van de woning van verdachte is het hof van oordeel dat de door de Nederlandse opsporingsautoriteiten uit Cambodja ontvangen informatie voldoende geverifieerd is. Bovendien was, gelet op de wijze waarop verdachte kennelijk in bezit was van de afbeeldingen, namelijk digitaal, de verweten gedraging naar zijn aard niet verbonden aan het verblijf van verdachte in Cambodja. Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat de rechter-commissaris terecht tot de bevinding is gekomen dat er jegens de verdachte een redelijk vermoeden van schuld is gerezen en heeft aldus op goede gronden een machtiging tot huiszoeking verleend, teneinde te onderzoeken of op in Nederland achtergebleven gegevensdragers vergelijkbaar materiaal kon worden aangetroffen.
Kinderpornografische aard of strekking van de afbeeldingen
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof vast dat op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers een groot aantal afbeeldingen met (naakte) kinderen is aangetroffen op vier USB-sticks. Deze USB-sticks lagen in de woning van verdachte, waarvan hij de enige bewoner was. In totaal zijn 904 afbeeldingen door de politie als kinderpornografisch beoordeeld. Door de politie is een representatieve selectie van afbeeldingen gemaakt die deels door het Openbaar Ministerie in de tenlastelegging zijn opgenomen. Ter terechtzitting heeft het hof op verzoek van de verdediging een selectie van deze afbeeldingen ingezien, te weten vier pagina’s met thumbnail-foto’s en een tweetal grotere foto’s. Het hof heeft vastgesteld dat deze selectie onder meer afbeeldingen betroffen van jongens, grotendeels van Aziatische afkomst, waarvan de geschatte leeftijd onder de twaalf jaar ligt. De jongens zijn naakt en de geslachtsdelen, dan wel de anus van de jongens zijn telkens goed zichtbaar. Onder de afbeeldingen bevinden zich onder meer een afbeelding van twee kinderen aan de aanvang van een tongzoen, een afbeelding van twee jongens waarvan de hand van de ene jongen zich in de broek van de andere jongen bevindt terwijl de ene jongen aan de tepel van de andere likt, als ook een afbeelding van twee jongens, waarvan één op zijn knieën achter de andere jongen zit, terwijl van beide jongens het geslachtsdeel duidelijk zichtbaar is.
Het hof dient te beoordelen of de afbeeldingen daadwerkelijk afbeeldingen van een gedraging van expliciet seksuele aard betreffen, als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Of daarvan sprake is kan aan de hand van de afbeelding zelf worden vastgesteld, waarbij onder meer de vraag dient te worden beantwoord of de geslachtsdelen of de schaamstreek, dan wel de anus op zinnenprikkelende wijze worden getoond. Het gaat hierbij dus om een gedraging die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Voorts ziet artikel 240b Sr op een afbeelding die weliswaar niet een gedraging van expliciet seksuele aard in de hiervoor aangegeven zin toont, maar die, gelet op de wijze waarop zij is tot stand gekomen, eveneens strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Hierbij kan het gaan om een afbeelding van iemand in een houding of omgeving die weliswaar op zichzelf of in andere omstandigheden "onschuldig" zou kunnen zijn, maar die in het concrete geval een onmiskenbaar seksuele strekking heeft.
De gedragingen op de afbeeldingen hebben naar het oordeel van het hof buiten enige twijfel een onmiskenbare seksuele aard of strekking, waaronder het op zinnenprikkelende wijze tonen van de geslachtsdelen. Dat die afbeeldingen zich bevonden tussen een grote hoeveelheid afbeeldingen die niet als kinderpornografisch zijn aangemerkt, doet niet af aan de onmiskenbare seksuele aard of strekking van de afbeeldingen.
Opzet
Ten aanzien van het opzet op het verwerven en in bezit hebben van de kinderpornografische afbeeldingen overweegt het hof als volgt. Het hof acht de verklaring van verdachte, die erop neerkomt dat de USB-sticks tussen hem en een groot aantal vrijwilligers die op het pastoraat werkzaam waren, rouleerden en de afbeeldingen dus van eenieder afkomstig konden zijn, niet aannemelijk. Immers, zo wel in de woning van verdachte als op [plaats van werk] zijn gegevensdragers in beslag genomen. Uitsluitend op vier van de bij verdachte thuis aangetroffen gegevensdragers – die verdachte zelf mee naar huis heeft genomen, waar hij mee werkte en die zich in zijn beschikkingsmacht bevonden – zijn kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Dit geldt niet voor de op de op het pastoraat in beslag genomen gegevensdragers. Het hof acht niet aannemelijk dat dat op toeval berust. Verdachte heeft bovendien zijn stelling op geen enkele wijze nader onderbouwd of geconcretiseerd. Het betreft dus slechts een suggestie.
Ten aanzien van de 854 thumbnails of afbeeldingen op de ‘unallocated clusters’ overweegt het hof dat zij daar terechtgekomen zijn doordat zij door de gebruiker – verdachte – zijn verwijderd. Dat betekent dat de afbeeldingen eerder op de gegevensdrager zijn gezet en hij deze gedurende enige tijd ter beschikking heeft gehad. Daaruit leidt het hof ten aanzien van die afbeeldingen af dat het opzet van de verdachte erop was gericht de kinderpornografische afbeeldingen in elk geval gedurende enige tijd ter beschikking – en dus in bezit – te hebben. Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte opzet heeft gehad op het verwerven en het bezit van kinderporno en verwerpt de verweren.
Conclusie
Het hof acht het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, op de wijze zoals in de bewezenverklaring is vermeld en op grond van de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Gelet op de grote hoeveelheid afbeeldingen, waaronder de afbeeldingen aangetroffen op de ‘unallocated clusters’ en de bewezenverklaarde periode van 2 maart 2012 tot en met 18 april 2017 acht het hof ook bewezen dat de verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
Voorwaardelijke verzoeken
De raadsman heeft ter terechtzitting verzocht dat, indien het hof tot een bewezenverklaring mocht komen, alsnog de getuigen en deskundigen te horen die zijn opgegeven bij appelschriftuur. Ook wenst de verdediging het berichtenverkeer te ontvangen tussen het TBKK, het openbaar ministerie, de Laison Officers en APLE. Deze verzoeken zijn door het hof reeds bij tussenarrest afgewezen. Ook heeft de raadsman verzocht dat het hof, voorafgaand aan de beslissing, de USB-sticks in raadkamer in zal zien, nu de selectie in de toonmap niet representatief is voor het geheel.
Ten aanzien van de ter terechtzitting van 28 mei 2024 herhaalde verzoeken overweegt het hof dat de raadsman ten opzichte van de beslissing op de verzoeken in het tussenarrest van het hof van 28 juli 2023, waarbij deze verzoeken zijn afgewezen, geen nieuwe feiten en omstandigheden aan die verzoeken ten grondslag heeft gelegd en deze evenmin nader heeft onderbouwd. Op grond daarvan zal het hof deze verzoeken afwijzen. Het hof is voor het overige van oordeel dat de raadsman niet aannemelijk heeft gemaakt dat de selectie aan afbeeldingen niet representatief zou zijn. Het hof acht het mitsdien niet noodzakelijk de USB-sticks in raadkamer in te zien. Dat er zich ook niet-kinderpornografische afbeeldingen op de gegevensdragers bevinden maakt dat niet anders. Het hof acht nader onderzoek aldus niet noodzakelijk en acht zich ook overigens in voldoende mate voorgelicht om een oordeel te kunnen vellen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in
of omstreeksde periode van 2 maart 2012 tot en met 18 april 2017 te [plaats 1]
en/of
(elders) in Nederland,meermalen
, althans eenmaal- afbeeldingen, te
weten foto's en/of - gegevensdragers bevattende afbeeldingen (te weten (een)USB Sticks, beslagcode AAGC2529NL en/of AAGC2535NL en/of AAGC2536NL en/of AAGC2514NL van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verworven en
/ofin bezit gehad en
/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de
/een vinger en/ofhand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of ( [FileName 1] ) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren
van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
gekleed is en/of opgemaakt is en/ofposeert in een
omgeving en/of in een (erotisch getinte
)houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passenen/of
(waarna)door het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke)pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel,
de borstenen/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en
/ofstrekt tot seksuele prikkeling ( [FileName 2] en/of [FileName 3] en/of [FileName 4] en/of [FileName 5] en/of [FileName 6] en/of [FileName 7] en/of [FileName 8] en/of [FileName 9] en/of [FileName 10]
Proces-verbaal pagina 93, 98, 99 en 100)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

Ter terechtzitting van het hof heeft de advocaat-generaal gevorderd verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 241 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van het voorarrest, en tot een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis. De verdediging heeft bepleit artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht toe te passen, gelet op de straf die verdachte – zonder dat hij een eerlijk proces heeft gekregen – in Cambodja heeft ondergaan, voor een feit gepleegd na het onderhavige feit. Ook moet rekening worden gehouden met de erbarmelijke omstandigheden waaronder hij die straf in Cambodja heeft ondergaan. Subsidiair heeft de verdediging verzocht verdachte, naast één dag gevangenisstraf, een taakstraf op te leggen.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit en verwerven van pornografie waarbij jonge kinderen zijn betrokken. Hij heeft van het begaan van deze misdrijven een gewoonte gemaakt. Het hof stelt voorop dat elke vorm van pornografie, waarbij kinderen zijn betrokken, te verafschuwen is omdat bij de vervaardiging daarvan kinderen seksueel worden geëxploiteerd. De verdachte heeft met het begaan van de strafbare feiten de norm, die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik, geschonden. Door het verwerven en het in bezit hebben van kinderporno wordt op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen. Ook kunnen zij nog geruime tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. In de praktijk is immers gebleken dat een afbeelding die eenmaal op het internet is aangetroffen, vrijwel onmogelijk blijvend van het internet te verwijderen is en dus nog jarenlang kan opduiken. Het is algemeen bekend dat kinderen daarvan ernstige psychische schade kunnen ondervinden, die ook vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten. De verdachte heeft zich van dit alles geen enkele rekenschap gegeven, maar – naar het hof aanneemt – slechts oog gehad voor zijn eigen belang en het bevredigen van zijn seksuele lusten. Het hof rekent verdachte dit aan en neemt voorts nog in aanmerking dat verdachte voor het bewezenverklaarde elke verantwoordelijkheid uit de weg gaat.
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met het grote aantal afbeeldingen die verdachte in bezit heeft gehad en de lange periode waarin het bewezenverklaarde heeft plaatsgevonden. Ook heeft het hof acht geslagen op de inhoud van het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 29 april 2024, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten.
Voorts heeft het hof gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. Verdachte heeft twee jaar in detentie doorgebracht onder, naar mag worden aangenomen, zeer zware omstandigheden. Hij heeft ten overstaan van het hof verklaard dat de tijd in detentie in Cambodja hem zwaar is gevallen. Bij hem is PTSS gediagnostiseerd, hetgeen zijn dagelijks functioneren ernstig bemoeilijkt. Hij heeft geen baan meer en woont bij familie. Hij brengt zijn dagen door met fietsen en schilderen. Het hof neemt dit mee in de strafoplegging, nu het om soortgelijke feiten in dezelfde periode gaat. Dit is voor het hof aanleiding de verdachte niet opnieuw veroordelen tot een straf die langdurige vrijheidsbeneming met zich meebrengt.
Het hof is echter van oordeel dat – ondanks de persoonlijke omstandigheden als voormeld – niet kan worden volstaan met een schuldigverklaring zonder oplegging van straf volgens het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Een dergelijke afdoening doet onvoldoende recht aan de aard en de ernst van het bewezenverklaarde. Gelet op bovenstaande en rekening houdend met het in deze zaak van toepassing zijnde taakstrafverbod, een en ander in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof in het bijzonder uit hoofde van speciale preventie oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 241 dagen, waarvan 240 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. Deze straf dient ook als stok achter de deur om te voorkomen dat verdachte zich opnieuw aan strafbare feiten zal schuldig maken. Het hof zal verdachte tevens uit hoofde van normhandhaving en vergelding een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis opleggen.
Het hof overweegt met betrekking tot het procesverloop in deze zaak tot slot het volgende. Het vonnis is gewezen op 4 mei 2022, waarna verdachte op 9 mei 2022 hoger beroep heeft ingesteld. Dit arrest wordt gewezen op 11 juni 2024. Daarmee is de redelijke termijn in de fase van hoger beroep in beperkte mate, te weten met ruim één maand. Vanwege deze geringe overschrijding en gelet op de aard en hoogte van de op te leggen straf is het hof van oordeel dat in dit geval kan worden volstaan met de vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden.

Beslag

Onder verdachte en op [plaats van werk] zijn onder meer gegevensdragers in beslag genomen, te weten geheugenkaarten, USB-sticks (en kabel), CD-roms/DVD’s, een desktop, een simkaarthouder, een simkaart, een micro SD kaart, een digitale camera met SD kaart, een computer en een telefoon. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof – net als de rechtbank – de in beslag genomen goederen deels aan het verkeer zal onttrekken en deels zal teruggeven aan de rechthebbende. De verdediging heeft verzocht de inbeslaggenomen voorwerpen terug te geven aan de rechthebbenden, met uitzondering van de vier inbeslaggenomen USB-sticks waarop het kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof afstand gedaan van die vier inbeslaggenomen USB-sticks.
Het hof zal – net als de rechtbank - ten aanzien van de goederen met nummers 1 tot en met 14, 16, 17, 20 en 21 de onttrekking aan het verkeer bevelen. Deze in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de verdachte begane misdrijf werden aangetroffen en het voorwerpen betreft met betrekking tot welke het feit is begaan of welke voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven, terwijl zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet. Van de nummers 15, 18, 19 en 22 heeft verdachte afstand gedaan.
Hoewel de goederen die op [plaats van werk] in beslag zijn genomen niet op de beslaglijst zijn opgenomen, zijn deze wel in het dossier genoemd op pagina’s 176 tot en met 179. Evenals de rechtbank zal het hof bepalen dat deze goederen aan het [plaats van werk] dienen te worden teruggegeven.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
241 (tweehonderdeenenveertig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
240 (tweehonderdveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Kaart geheugen (Omschrijving: G1947791, SANDISK)
2. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947800)
3. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947803, SANDISK)
4. 1 STK Computer (Omschrijving: G1947812, SANDISK)
5. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947821, SANDISK)
6. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947836, SANDISK)
7. 1 STK Kaart geheugen (Omschrijving: G1947839)
8. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947849, SANDISK)
9. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947878, SANDISK)
10. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947885, SANDISK)
11. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947889)
12. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947899)
13. 1 STK Kaart Geheugen (Omschrijving: G1947906, SANDISK)
14. 1 STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: G1947911, Blauw, merk: KINGSTON)
16. 1 STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: G1947935)
17. 1 STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: G1947936)
20. 1 STK Desktop (Omschrijving: G1947976 desktop. Zwart, merk: PACKARD BELL) 21. 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: G1947977 toestel kapot. Zwart, merk: Apple)
Gelast de
teruggaveaan [plaats van werk] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK DVD (Goednummer: PL0900-2017198269-1992653)
2. 1 STK Randapparatuur (USB-stick) (Goednummer: PL0900-2017198269-1992659)
3. 1 STK Kabel (USB) (Goednummer: PL0900-2017198269-1992662)
4. 1 STK Communicatieap (Simkaart KPN) (Goednummer: PL0900-2017198269-1992664) 5. 1 STK Randapparatuur (Gegevensdrager Sandisk) (Goednummer: PL0900-2017198269-1992665)
6. 1 STK Document KPN (Goednummer: PL0900-2017198269-1992667)
7. 1 STK CD (Goednummer: PL0900-2017198269-1992668)
8. 1 STK CD (Goednummer: PL0900-2017198269-1992670)
9. 1 STK CD (Goednummer: PL0900-2017198269-1992681)
10. 1 STK Computer (Personal) (Goednummer: PL0900-2017198269-1992683)
11. 1 STK Fotocamera (Compact) (Goednummer: PL0900-2017198269-1992686)
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. E.C.M. Wolfert en mr. M. van der Horst, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong, griffier,
en op 11 juni 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.