ECLI:NL:GHARL:2024:990
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. de Witt
- M. van der Meulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften met betrekking tot de profilering van een voertuigband
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, die op 15 maart 2023 een sanctie had opgelegd voor het rijden met een beschadigde of versleten band. De kantonrechter had de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond verklaard, maar de betrokkene was het niet eens met de vaststelling van de gedraging en de hoogte van de proceskostenvergoeding.
De gedraging vond plaats op 11 september 2021 in Doetinchem, waar de betrokkene werd betrapt op het rijden met een band die niet voldeed aan de wettelijke eisen voor profilering. De kantonrechter had de feitcode en omschrijving van de gedraging gewijzigd, maar de betrokkene ontkende de gedraging en voerde aan dat deze niet kon worden vastgesteld. Het hof oordeelde dat voor de vaststelling van de gedraging niet vereist is dat deze tijdens het rijden wordt geconstateerd, en dat de constatering van de profilering na staandehouding voldoende was om de gedraging vast te stellen.
Daarnaast werd de hoogte van de proceskostenvergoeding ter discussie gesteld. Het hof oordeelde dat de kantonrechter ten onrechte een te laag bedrag had toegekend en stelde de proceskostenvergoeding vast op € 1.124,25. Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter ten aanzien van de proceskostenvergoeding, bevestigde de beslissing voor het overige en veroordeelde de advocaat-generaal tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene.