Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Bewezenverklaring
of omstreeks22 februari 2021, te [plaats ] , opzettelijk brand heeft gesticht in een portiek van een flatgebouw gelegen aan de [straat] ,
door open vuur in aanraking te brengen met papier en/of textiel en/of een buitendeur van de woning [adres] , althans met een brandbare stof en/ofdoor een brandende peuk in de woning ( [adres] ) naar binnen te gooien en
/ofin aanraking te brengen met textiel
en/of een voorwerp en/of een deurten gevolge waarvan die buitendeur en
/ofeen hal en
/ofinboedel van die woning geheel of gedeeltelijk
is/zijn verbrand
, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor
andere woningen en/of de inboedels van dieandere woningen in bovengenoemd flatgebouw,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen,en
/oflevensgevaar en
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor aanwezigen in andere woningen in bovengenoemd flatgebouw
, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderente duchten was;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
en
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
identiteitspapierenen vervolgens over een
zorgverzekering, zodat zij in aanmerking komt voor een behandeling in klinische setting direct aansluitend aan de detentie. Het hof hecht eraan met klem te benadrukken dat het uiterst noodzakelijk is dat in detentie
onmiddellijk alles in het werk zal worden gesteld om een situatie te creëren waarin een aansluitende klinische behandeling voor verdachte een daadwerkelijke mogelijkheid is.