Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar kind, [de minderjarige]. De moeder, die in hoger beroep is gegaan, is onvoldoende in staat gebleken om de noodzakelijke zorg voor haar kind te bieden, zoals blijkt uit de overgelegde onderzoeken en de eerdere beslissingen van de rechtbank Gelderland. De kinderrechter had eerder de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd en het verzoek van de moeder om haar kind in een ander pleeggezin te plaatsen afgewezen. Het hof heeft de argumenten van de moeder, die stelt dat zij in staat is om voor haar kind te zorgen, niet overtuigend geacht. De moeder heeft een verstandelijke beperking en beheerst de Nederlandse taal onvoldoende, wat haar in de weg staat om de benodigde zorg te bieden. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om de opvoedingscapaciteiten te bieden die [de minderjarige] nodig heeft, vooral gezien zijn medische problemen. De pleegouders zijn goed in staat om aan de behoeften van [de minderjarige] te voldoen, en het hof heeft besloten dat het in het belang van het kind is om de huidige situatie te handhaven. De beslissing van de rechtbank om het gezag van de moeder te beëindigen is dan ook bekrachtigd.