ECLI:NL:GHARL:2025:1300
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep tegen beslissing tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De officier van justitie diende een vordering tot tenuitvoerlegging in, omdat de verdachte zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden. De politierechter heeft deze vordering op 2 juni 2023 toegewezen. De verdachte heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. Dit is gebaseerd op artikel 6:6:7 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat tegen beslissingen op vorderingen tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straffen geen hoger beroep mogelijk is. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de gevangenisstraf al had uitgezeten, wat de beslissing om niet-ontvankelijk te verklaren verder onderstreept. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren.