ECLI:NL:GHARL:2025:1468
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing van de verplichting tot terugverhuizing van de moeder met de minderjarige naar de woonplaats van de vader
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot schorsing van een eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland. De moeder, die met haar minderjarige kind in [woonplaats1] woont, verzoekt om schorsing van de verplichting om terug te verhuizen naar [woonplaats2], zoals eerder gelast door de rechtbank. De rechtbank had de moeder veroordeeld tot het terugverhuizen en het inschrijven van het kind op een basisschool in [woonplaats2], met bijbehorende dwangsommen voor het niet naleven van deze verplichtingen. De moeder stelt dat er nieuwe feiten zijn die deze schorsing rechtvaardigen, waaronder problemen met het vinden van een school en het verkopen van haar woning. Het hof oordeelt echter dat de door de moeder aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende zijn om de schorsing te rechtvaardigen. Het hof wijst het verzoek van de moeder af, omdat de moeder zelf verantwoordelijk is voor de situatie waarin zij zich bevindt en niet heeft aangetoond dat de eerdere beslissing van de rechtbank op een kennelijke misslag berust. De beslissing van het hof bevestigt de eerdere beschikking van de rechtbank en de verplichtingen van de moeder blijven van kracht.