Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezags- en zorgregeling van een minderjarige, geboren in 2021, wiens ouders een relatie hebben gehad. De moeder, verzoekster in hoger beroep, en de vader, verweerder, zijn betrokken bij een langdurige juridische procedure die begon met beschikkingen van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had eerder een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, maar de moeder verzocht om wijziging van de zorgregeling en het gezamenlijk gezag. Het hof heeft de eerdere beschikkingen van de rechtbank vernietigd voor wat betreft de zorgregeling, en een nieuwe regeling vastgesteld die de vader meer betrokkenheid bij de zorg voor de minderjarige biedt. Het hof heeft geoordeeld dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat de ouders gezamenlijk belast blijven met het gezag. De GI (gecertificeerde instelling) heeft een belangrijke rol gespeeld in de begeleiding van de zorgregeling en de ouders zijn in staat gebleken om samen beslissingen te nemen over hun kind. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.