Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder voor [naam1], een 87-jarige vrouw met dementie. De zaak is gestart door [verzoeker], die op 2 januari 2024 een verzoekschrift indiende bij de kantonrechter om een bewind in te stellen over de goederen van [naam1]. De kantonrechter heeft dit verzoek op 5 juni 2024 afgewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep van [verzoeker]. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 februari 2025 waren zowel [verzoeker] als [verweerder] aanwezig, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft vastgesteld dat [naam1] niet in staat is haar financiële zaken zelf te regelen, wat is bevestigd door een VIA-arts. Het hof heeft geoordeeld dat er een noodzaak is voor bewind, en heeft [verweerder] benoemd tot bewindvoerder, aangezien hij al geruime tijd de vermogensrechtelijke belangen van [naam1] waarneemt. De beslissing van de kantonrechter is vernietigd en het hof heeft de goederen van [naam1] onder bewind gesteld, met [verweerder] als bewindvoerder. De beschikking is uitgesproken in het openbaar, met de verplichting voor [verweerder] om jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen aan de kantonrechter.