In deze zaak gaat het om een tussenarrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gewezen op 25 maart 2025, in een hoger beroep tussen Exploitatiemaatschappij De Uilenhof B.V. en een melkschapenhouder. De melkschapenhouder heeft schade geleden door het ontvangen van voer met een te hoog kopergehalte van de voederleverancier. De voederleverancier heeft aansprakelijkheid aanvaard voor de schade. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voederleverancier het hof verzocht terug te komen op een voorlopig oordeel, waarbij het verweer werd gevoerd dat de klachtplicht was geschonden en dat er sprake was van eigen schuld door het niet tijdig uitvoeren van onderzoek. Dit verweer werd door het hof verworpen. Het hof heeft vervolgens deskundigen benoemd om advies uit te brengen over de schade. De procedure bij de rechtbank is eerder gestart, met een vonnis van 1 juni 2022, en de procedure in hoger beroep is voortgezet met een dagvaarding in hoger beroep op 8 augustus 2022, gevolgd door de memorie van grieven en de memorie van antwoord. Het hof heeft besloten tot een mondelinge behandeling op 17 juli 2025, waarbij partijen en hun advocaten aanwezig moeten zijn. De mondelinge behandeling zal fysiek plaatsvinden in het paleis van justitie in Leeuwarden.