ECLI:NL:GHARL:2025:1807

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
200.315.216/02
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voederleverancier voor schade door koper in voer aan melkschapenhouder

In deze zaak gaat het om een tussenarrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gewezen op 25 maart 2025, in een hoger beroep tussen Exploitatiemaatschappij De Uilenhof B.V. en een melkschapenhouder. De melkschapenhouder heeft schade geleden door het ontvangen van voer met een te hoog kopergehalte van de voederleverancier. De voederleverancier heeft aansprakelijkheid aanvaard voor de schade. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voederleverancier het hof verzocht terug te komen op een voorlopig oordeel, waarbij het verweer werd gevoerd dat de klachtplicht was geschonden en dat er sprake was van eigen schuld door het niet tijdig uitvoeren van onderzoek. Dit verweer werd door het hof verworpen. Het hof heeft vervolgens deskundigen benoemd om advies uit te brengen over de schade. De procedure bij de rechtbank is eerder gestart, met een vonnis van 1 juni 2022, en de procedure in hoger beroep is voortgezet met een dagvaarding in hoger beroep op 8 augustus 2022, gevolgd door de memorie van grieven en de memorie van antwoord. Het hof heeft besloten tot een mondelinge behandeling op 17 juli 2025, waarbij partijen en hun advocaten aanwezig moeten zijn. De mondelinge behandeling zal fysiek plaatsvinden in het paleis van justitie in Leeuwarden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.315.216/02
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 520829)
arrest van 25 maart 2025
in de zaak van
Exploitatiemaatschappij De Uilenhof B.V.,
die is gevestigd in Lelystad,
appellante,
bij de rechtbank: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna:
De Uilenhof,
advocaat: mr. P.M. Jongeling, die kantoor houdt te 's-Gravenhage,
tegen
[geïntimeerde],
die woont in [woonplaats1] ,
geïntimeerde,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. A.F.H. Spoormaker, die kantoor houdt te Amsterdam.

1.De procedure bij de rechtbank

Voor het verloop van de procedure bij de rechtbank verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 1 juni 2022 dat de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, heeft gewezen.

2.De procedure bij het hof

2.1
Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 8 augustus 2022,
- de memorie van grieven d.d. 10 december 2024 (met producties),
- de memorie van antwoord d.d. 18 februari 2025 (met producties).
2.2
Appellante heeft het volledige procesdossier in enkelvoud overgelegd.
2.3
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

3.De beoordeling in hoger beroep

3.1
Het hof zal een enkelvoudige mondelinge behandeling door een aan te wijzen raadsheer-commissaris bepalen als bedoeld in artikel 87 Rv.
3.2
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing

Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
bepaalt een mondelinge behandeling, waarbij partijen (in persoon of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en die tot het geven van inlichtingen in staat is en bevoegd is om een schikking aan te gaan) samen met hun advocaten zullen verschijnen voor een nog aan te wijzen raadsheer-commissaris, voor het hierboven omschreven doel;
bepaalt dat de mondelinge behandeling fysiek zal worden gehouden
op 17 juli 2025
te 13:30 uurin het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden;
bepaalt dat, als partijen verhinderd zijn op de hiervoor genoemde datum, zij binnen twee weken na de datum van dit arrest door middel van een H7-formulier een andere dag voor de zitting kunnen verzoeken;
bepaalt dat de advocaten bij de mondelinge behandeling ieder gedurende maximaal tien minuten het standpunt van partijen mogen toelichten;
bepaalt dat als een partij bij de mondelinge behandeling nog processtukken of andere stukken wil inbrengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij
uiterlijk 10 kalenderdagenvoor de mondelinge behandeling een kopie van deze stukken hebben ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Kuiper, W.F. Boele en M. Willemse en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
25 maart 2025.