Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Stichting Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader over zijn minderjarige dochter, na de moord op de moeder van het kind. De vader, die in detentie verblijft, is veroordeeld tot 25 jaar gevangenisstraf voor zijn aandeel in de moord op de moeder. De rechtbank Gelderland had eerder op 13 juni 2024 de beschikking gegeven waarin het gezag van de vader werd beëindigd en de voogd werd benoemd. De vader is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, maar het hof heeft geoordeeld dat de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige, die getuige was van de gewelddadige dood van haar moeder, ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De vader heeft geen band met het kind en heeft zich niet ingespannen om betrokken te zijn in haar leven. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de voogd als neutrale instantie is aangesteld om in het belang van de minderjarige te handelen. De beslissing is genomen met het oog op de urgentie van het opgroeiperspectief van de minderjarige, die behoefte heeft aan veiligheid en continuïteit in haar leven.