ECLI:NL:GHARL:2025:1946

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
21-005168-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak over langdurige poging tot afpersing van een fruitbedrijf en computervredebreuk

In deze strafzaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de verdachte die betrokken was bij een langdurige poging tot afpersing van een fruitbedrijf in Hedel, evenals computervredebreuken. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar voor zijn rol als medeplichtige bij de voorbereiding van een ontploffing en brandstichting, en voor meerdere computervredebreuken. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte driemaal computervredebreuk heeft gepleegd, maar sprak hem vrij van betrokkenheid bij een verijdelde woningaanslag. De verdachte heeft in zijn functie als teamleider bij een verzekeringsmaatschappij toegang gehad tot privacygevoelige gegevens en heeft deze onrechtmatig gebruikt. Het hof heeft de gevangenisstraf van twee jaar bevestigd, waarbij het belang van privacy en de ernst van de feiten zwaar hebben meegewogen in de beslissing.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005168-23
Uitspraak d.d.: 4 april 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof ArnhemLeeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep,
ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem,
van 6 november 2023 met parketnummer 05/780046-21 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende op het adres [adres] , [postcode] in [plaats] .
Het hoger beroep
Verdachte (hierna ook te noemen: [verdachte] ) heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 2 december 2024, 21 februari 2025 en 27 maart 2025 (tijdens welke zitting het onderzoek is gesloten) en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaten-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. P.E. van Zon, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte voor – kort gezegd – zijn betrokkenheid als medeplichtige bij de voorbereiding van het teweegbrengen van een ontploffing en brandstichting (feit 1 subsidiair) en meerdere computervredebreuken (feiten 2 en 3) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar met aftrek van voorarrest. Van het tenlastegelegde onder feit 1 primair en feit 4 primair en subsidiair heeft de rechtbank verdachte vrijgesproken.
Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering ter zake van feit 4.
Omvang van het hoger beroep
De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van het onder 4 primair en subsidiair tenlastegelegde. Uit de akte van het instellen van hoger beroep blijkt dat het hoger beroep van verdachte alleen is ingesteld tegen de beslissingen met betrekking tot het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde. Hieruit volgt dat (de beslissing van de rechtbank tot vrijspraak van) het onder 4 tenlastegelegde geen deel uitmaakt van het hoger beroep.
Omdat de vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [benadeelde partij 1] alleen betrekking had op het onder 4 tenlastegelegde, maakt ook die vordering geen deel uit van het hoger beroep.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen, omdat het tot een gedeeltelijk andere bewijsbeslissing komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

1.Verkorte inhoud van de tenlastelegging voor zover nog aan de orde

De volledige tenlastelegging (voor zover nog aan de orde) is als
bijlageopgenomen en aan dit arrest gehecht. Het hof volstaat hier met de korte omschrijving van wat aan verdachte wordt verweten:
1. Betrokkenheid bij een verijdelde aanslag op een woning aan de [huisnummer D] in Hilversum, ten laste gelegd als:
primair: medeplegen van voorbereiding van (kort gezegd) moord/zware mishandeling (met voorbedachte raad) en/of het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing/brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor personen;
subsidiair: medeplichtigheid aan het medeplegen van die voorbereiding (door de onder 2 ten laste gelegde computervredebreuk).
2. Medeplegen van computervredebreuk (waardoor onder meer het adres is verkregen voor de verijdelde woningaanslag waarop het onder 1 ten laste gelegde betrekking heeft).
3. Medeplegen van computervredebreuk (waardoor onder meer adressen zijn verkregen waar op 11, 15 en 22 september 2020 woningaanslagen zijn gepleegd).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

2.Bewijsoverwegingen

2.1.
Standpunt van het OM
De advocaten-generaal hebben het standpunt ingenomen dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte als medepleger heeft deelgenomen aan de voorbereiding van de verijdelde woningaanslag aan de [huisnummer D] in Hilversum (feit 1 primair). Wel kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan de voorbereiding van die verijdelde woningaanslag (feit 1 subsidiair).
Ook kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde (telkens computervredebreuk) heeft begaan.
2.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van (beide onderdelen van) het onder 1 tenlastegelegde.
Wat betreft het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.3.
Oordeel van het hof [1]
2.3.1.
Algemene overwegingen
[verdachte] was werkzaam bij [verzekeringsmaatschappij] als teamleider bij de afdeling Klant Contact. [2] Vanuit zijn functie had [verdachte] toegang tot systemen met privacygevoelige gegevens. Het was [verdachte] niet toegestaan om niet-werkgerelateerde bevragingen te doen in de voor hem beschikbare systemen. Ook was het [verdachte] niet toegestaan om gegevens uit die systemen te delen met personen buiten [verzekeringsmaatschappij] . [3]
Het hof bespreekt de ten laste gelegde feiten in chronologische volgorde en behandelt dus eerst het onder 3 tenlastegelegde.
2.3.2.
Feit 3 (computervredebreuk op 10 september 2020)
Op 10 september 2020 tussen 17.23 en 18.32 uur heeft [verdachte] , via een digitale tool van Vektis , vanuit [verzekeringsmaatschappij] bevragingen in de Basisregistratie Personen (BRP) met betrekking tot [naam 7] en diens familieleden gedaan. [4] Daardoor werd om 18.30 uur het BRP-adres van de vader van [naam 7] ( [adres 19] in Zaandijk) en om 18.31 uur het adres de moeder van [naam 7] ( [adres 8] in Zaandam) zichtbaar voor [verdachte] . [5]
Het hof acht bewezen dat [verdachte] zich daardoor schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk in de zin van artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht. Dit oordeel baseert het hof mede op de volgende gang van zaken rondom die bevragingen door [verdachte] .
Op 10 september 2020 omstreeks 15.00 uur is [naam 8] mishandeld door vlogger ‘ [pseudoniem] ’ (het hof begrijpt: [pseudoniem] , uit te spreken als ‘ [pseudoniem] ’). [6]
‘ [pseudoniem] ’is een pseudoniem van [naam 7] . [7]
[naam 8] is een broer van [medeverdachte 11] . [8] [medeverdachte 11] wordt doorgaans [medeverdachte 11] genoemd. [9] [medeverdachte 1] heeft verklaard dat [naam 8] één van zijn beste vrienden is, net als [naam 28] . [10]
Op 10 september 2020 om 16.49 uur stuurde [medeverdachte 11] het volgende bericht naar [verdachte] : ‘Ik heb je nu nodig, bel me op.’ [11]
Op 10 september 2020 belde [medeverdachte 11] tussen 16.48 en 17.02 vijfmaal naar [verdachte] , zonder dat een gesprek tot stand kwam. Om 17.17 uur belde [verdachte] naar [medeverdachte 11] en voerden zij een gesprek van 27 seconden. [12]
Vervolgens deed [verdachte] tussen 17.23 en 18.32 uur de eerder genoemde bevragingen in het informatiesysteem van [verzekeringsmaatschappij] .
Op een telefoon van [medeverdachte 1] is een screenshot aangetroffen van een berichtenwisseling tussen [verdachte] en een andere persoon, die onder meer de volgende berichten naar elkaar stuurden. [13]
Afzender
Bericht
[verdachte]
:
Vader woon op [adres 19] ipv [nummer]
Moeder zaandam [adres 8]
Zus (...) straat (...) rotterdam
ander
:
(reagerend op ‘Vader woon op [adres 19] ipv [nummer] ’) Hier woonde hij zelf toch?
[verdachte]
:
Hij op [nummer]
Vader op [adres 19]
Dit screenshot is gemaakt op 10 september 2020 om 18:36 uur. [14]
[medeverdachte 1] heeft op 2 februari 2023 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij een conflict had met [naam 7] en dat hij daarom aan [medeverdachte 11] (het hof begrijpt: [medeverdachte 11] ) heeft gevraagd adresgegevens te delen. [medeverdachte 11] stelde die vraag vervolgens aan [verdachte] . Het was algemeen bekend dat [verdachte] bij [verzekeringsmaatschappij] werkte. [15]
Gelet op het voorgaande concludeert het hof dat [medeverdachte 11] de andere deelnemer was aan de berichtenwisseling met [verdachte] die is aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte 1] . Dit baseert het hof op het volgende, in onderlinge samenhang bezien:
‒ het tijdsverband tussen enerzijds de bevragingen door [verdachte] , waarbij de adressen van de vader en moeder van [naam 7] zichtbaar werden om 18.30 respectievelijk 18.31 uur, en anderzijds het maken van het screenshot om 18.36 uur;
‒ de verklaring van [medeverdachte 1] dat hij aan [medeverdachte 11] heeft gevraagd adresgegevens te delen en dat [medeverdachte 11] deze vraag vervolgens aan [verdachte] heeft gesteld.
Conclusie
Het hof komt op basis van het voorgaande tot de volgende conclusies. [verdachte] heeft, op verzoek van [medeverdachte 11] (die dat verzoek deed op verzoek van [medeverdachte 1] ), een informatiesysteem van [verzekeringsmaatschappij] gebruikt om adresgegevens te verkrijgen van [naam 7] en diens vader en moeder. Vervolgens heeft [verdachte] die adresgegevens doorgegeven aan [medeverdachte 11] . Dat laatste leidt het hof af uit de verklaring van [medeverdachte 1] en uit het (tijd)verband van die bevragingen met de contacten die [verdachte] en [medeverdachte 11] kort daarvóór met elkaar hadden.
Uit het voorgaande volgt dat [verdachte] , die als medewerker van [verzekeringsmaatschappij] toegang had tot privacygevoelige persoonsgegevens, het informatiesysteem van [verzekeringsmaatschappij] heeft gebruikt met een ander doel dan waarvoor [verdachte] de toegang tot dat systeem was verleend. Hiermee heeft [verdachte] computervredebreuk gepleegd, waarbij [verdachte] (adres)gegevens die in dat systeem zijn opgeslagen voor een ander heeft overgenomen.
2.3.3.
Feit 3 (computervredebreuk op 24 september 2020)
Verdachte heeft op de terechtzitting van het hof van 2 december 2024 bekend dat hij het onder 3 bewezenverklaarde heeft begaan, voor zover inhoudend dat hij op 24 september 2020 computervredebreuk heeft gepleegd om (kort gezegd) informatie te verkrijgen over een overleden vrouw. Aangezien het zich niet voordoet dat verdachte nadien anders heeft verklaard of de raadsman vrijspraak heeft bepleit, volstaat het hof voor de onderbouwing van (dit onderdeel van) de bewezenverklaring met een opgave van de gebruikte bewijsmiddelen.
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van het hof van 2 december 2024.
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 357-359 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 349-352 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
2.3.4.
Feit 2 (computervredebreuk op 8 december 2020)
Verdachte heeft op de terechtzitting van het hof van 2 december 2024 bekend dat hij het onder 2 bewezenverklaarde heeft begaan. Aangezien het zich niet voordoet dat verdachte nadien anders heeft verklaard of de raadsman vrijspraak heeft bepleit, volstaat het hof voor de onderbouwing van (dit onderdeel van) de bewezenverklaring met een opgave van de gebruikte bewijsmiddelen.
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van het hof van 2 december 2024.
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 320-325 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 344-348 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
Het proces-verbaal verhoor [medeverdachte 11] , p. 537-539 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
2.3.5.
Feit 1 (deelneming aan verijdelde woningaanslag): vrijspraak
Het hof acht niet bewezen dat verdacht het onder 1 primair of subsidiair tenlastegelegde heeft begaan. Ter onderbouwing hiervan overweegt het hof volgende.
Verdachte heeft op 8 december 2020 het adres van een dochter van [slachtoffer 1] verkregen uit een informatiesysteem van [verzekeringsmaatschappij] en heeft dat adres vervolgens doorgegeven aan [medeverdachte 11] , die dat adres op zijn beurt heeft doorgegeven aan [medeverdachte 1] . Vervolgens heeft [medeverdachte 1] opdracht gegeven tot een woningaanslag op dat adres. De beoogde uitvoerders zijn op 16 en 17 december 2020 bezig geweest met de voorbereiding van die beoogde woningaanslag, maar door ingrijpen van de politie is die woningaanslag verijdeld.
Weliswaar heeft verdachte met het verstrekken van het adres feitelijk inlichtingen verschaft die zijn gebruikt voor het gepleegde misdrijf (de voorbereiding van een woningaanslag), maar het hof acht niet bewezen dat verdachte daarbij opzet had op het leveren van een bijdrage aan een woningaanslag. Hierbij heeft het hof in aanmerking genomen dat verdachte op 10 september 2020 weliswaar ook al op verzoek van [medeverdachte 11] adresgegevens had opgezocht en verstrekt (zoals bij feit 3 bewezen wordt verklaard), maar dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist dat die verstrekte adresgegevens gebruikt zijn voor het plegen van een woningaanslag.
Gelet op het voorgaande spreekt het hof verdachte vrij van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde.

3.Bewezenverklaring

Door de hiervoor genoemde wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel ‒ ook in zijn onderdelen ‒ slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij op
of omstreeks8 december 2020 te Hilversum en/of Bussum en/of elders in Nederland
, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleenin een of meer (delen van) geautomatiseerd
(e
)werk
(en
), te weten in een of meer (delen van) server(s), toebehorende aan [verzekeringsmaatschappij] en/of Vektis en/of Basis Registratie Personen (BRP) en/of aan (een) ander(en) dan verdachte
en/of zijn mededaders, waarop een internet(bevragings)omgeving (van voornoemde BRP) wordt gehost, althans bereikbaar is, is binnengedrongen met behulp van
(een
)valse sleutel
(s), namelijk
door onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord en/ofdoor zich
met een gebruikersnaam en/of wachtwoordtoegang te verschaffen tot (delen van de) voornoemde server(s) met een ander doel
dan waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden enwaarvoor hem, verdachte, die toegang was toegestaan,
en
(vervolgens
)gegevens die waren opgeslagen
en verwerkt en overgedragendoor middel van (delen van) die geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich wederrechtelijk bevond,
voor zichzelf en/of voor zijn mededader(s) en/ofvoor anderen heeft overgenomen, namelijk door
(telkens)(vertrouwelijke)
informatie/gegevens
(omtrent e
en of meer personen, te weten [slachtoffer 1] en/ofde ex-levenspartner van d
ie [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 11]
en/of [slachtoffer 5]en
/ofde levenspartner van d
ie [slachtoffer 5]
) op (een) gegevensdrager(s) en/of in (een) document(en) te plaatsen en/of (naar zichzelf en/of zijn mededader(s)) te mailen en/of te exporteren en/of (vervolgens) aan daartoe aan een of meer niet-gerechtigde perso(o)n(en) te verstrekken, althans (vertrouwelijke) gegevens, voor zichzelf en/of voor zijn mededader(s) en/of voor (een) ander(en) over te nemen en/ofaan een daartoe niet-gerechtigde perso
(o
)n
(en)te verstrekken;
3.
hij op
één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van10 september 2020
toten
met24 september 2020 te Hilversum en/of Bussum en/of elders in Nederland
, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleenin een of meer (delen van) geautomatiseerd
(e
)werk
(en
), te weten in een of meer (delen van) server
(s
), toebehorende aan [verzekeringsmaatschappij] en/of Vektis en/of Basis Registratie Personen (BRP) en/of aan (een) ander(en) dan verdachte
en/of zijn mededaders, waarop een internet(bevragings)omgeving (van voornoemde BRP) wordt gehost, althans bereikbaar is, is binnengedrongen met behulp van
(een
)valse sleutel
(s), namelijk
door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord en/ofdoor zich (telkens)
met een gebruikersnaam en/of wachtwoordtoegang te verschaffen tot (delen van de) voornoemde server(s) met een ander doel dan
waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden enwaarvoor hem, verdachte, die toegang was toegestaan,
en (vervolgens) gegevens die waren opgeslagen
en verwerkt en overgedragendoor middel van (delen van) die geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich (telkens) wederrechtelijk bevond, voor zichzelf
en/of voor zijn mededader(s)en/of voor anderen heeft overgenomen, namelijk door (onder andere)
‒ op
of omstreeks10 september 2020 (vertrouwelijke)
informatie/gegevens omtrent een of meer personen (te weten [naam 7] (alias vlogger [pseudoniem] ) en
/ofde vader en
/ofde moeder van die [naam 7] ) en
/ofhet BRP-adres van die vader, zijnde
de[adres 19] te Zaandijk, en
/ofhet BRP-adres van die moeder, zijnde
de[adres 8] te Zaandam,
) op (een) gegevensdrager(s) en/of in (een) document(en) te plaatsen en/of (naar zichzelf en/of zijn mededader(s)) te mailen en/of te appen en/of te exporteren en/of (vervolgens)aan een daartoe
aan een of meerniet-gerechtigde perso
(o
)n
(en)te verstrekken, en
/of
‒ op
of omstreeks24 september 2020 (vertrouwelijke) informatie/gegevens omtrent een of meer personen (te weten persoonsgegevens van een overleden vrouw, waaronder haar achternaam, het land van herkomst, de namen van haar kinderen, de naam van haar levenspartner, alsmede zijn verblijfplaats) op (een) gegevensdrager(s) en/of in (een) document(en) te plaatsen en/of (naar zichzelf en/of zijn mededader(s))
te mailen en/ofte appen en
/of te exporteren en/of(vervolgens) aan daartoe
aan een of meernietgerechtigde perso
(o)n
(en
)te verstrekken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

4.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt, meermalen gepleegd.

5.Strafbaarheid van verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

6.Oplegging van straf

Straf opgelegd door de rechtbank
De rechtbank Gelderland heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaten-generaal hebben gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen.
Het standpunt van de verdediging
Namens verdachte is bepleit om – bij een vrijspraak van feit 1 en een veroordeling voor
feiten 2 en 3 – bij het bepalen van de op te leggen straf onder meer rekening te houden met het volgende. Het is bijzonder kwalijk te noemen dat verdachte gegevens heeft opgezocht, maar verdachte heeft niet geweten wat er met de gegevens zou gebeuren. De detentie en de beperkingen zijn heftig geweest voor verdachte. Hij is voldoende gestraft door de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Concluderend verzoekt de verdediging om geen langere gevangenisstraf op te leggen dan de duur van de voorlopige hechtenis en aan verdachte eventueel een voorwaardelijk strafdeel of een taakstraf op te leggen.
Oordeel van het hof
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de gepleegde misdrijven en de omstandigheden waaronder die misdrijven zijn begaan. Verder heeft het hof onder meer gelet op de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich meerdere keren schuldig gemaakt aan computervredebreuk. Hij heeft in zijn hoedanigheid als teamleider bij [verzekeringsmaatschappij] op de afdeling Klant Contact een aantal bevragingen gedaan in het informatiesysteem van zijn werkgever, zonder dat daartoe vanuit de uitoefening van zijn functie aanleiding bestond. Hiermee heeft verdachte ernstige inbreuk gemaakt op de privacy van de personen die hij heeft opgezocht. Zelfs het feit dat bij één van de door verdachte opgezochte gegevens in oranje letters de indicatie ‘geheim’ was vermeld heeft hem er niet van weerhouden die gegevens door te spelen en dat maakt verdachtes handelen des te kwalijker.
Het wederrechtelijk opvragen van vertrouwelijke informatie heeft daarnaast ernstig afbreuk gedaan aan het integriteitsimago van zijn werkgever, een verzekeringsmaatschappij. Van iedere medewerker mag worden verwacht dat hij systemen en informatie daarin uitsluitend gebruikt voor de werkzaamheden waarvoor deze zijn bedoeld. Juist van een werknemer met een leidinggevende functie mag integer handelen op dit vlak verwacht worden. Door zijn handelen heeft verdachte onbewust een bijdrage geleverd aan de aanhoudende afpersing van (de directie van) [fruitbedrijf] . De door verdachte opgevraagde adresgegevens zijn namelijk gebruikt voor het plegen van woningaanslagen, die onderdeel zijn van de landelijk bekende grote afpersingszaak. Die afpersing is begonnen na de ontdekking van een grote hoeveelheid cocaïne in een lading fruit van het bedrijf [fruitbedrijf] . Daarop volgden (pogingen) tot afpersing en aanslagen om die afpersing kracht bij te zetten.
De persoon van verdachte
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft het hof gelet op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 oktober 2024. Daaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld zodat dat niet strafverhogend werkt.
Het hof heeft tevens kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 20 september 2023. De reclassering schat het recidiverisico op laag-gemiddeld en ziet het sociale netwerk van verdachte juist als risico verhogende factor. Hier staat echter tegenover dat verdachte er bewust voor heeft gekozen om de omgeving van Bussum te verlaten zodat hij niet meer in contact zou komen met de mensen die een slechte invloed op hem hadden. Hij is na onderhavige feiten niet meer in beeld gekomen bij de politie. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor reclasseringsbemoeienis.
Redelijke termijn
Het hof stelt voorop dat het antwoord op de vraag welke behandelduur redelijk is, onder meer afhankelijk is van de ingewikkeldheid van de zaak (bijvoorbeeld het gegeven dat de zaak gelijktijdig wordt behandeld met strafzaken tegen medeverdachten of met andere strafzaken tegen verdachte), de invloed van verdachte op het procesverloop en op de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld. Daarbij is het uitgangspunt dat een strafzaak tegen een verdachte in voorlopige hechtenis binnen zestien maanden wordt afgedaan en een strafzaak tegen een verdachte die zich niet in voorlopige hechtenis bevindt binnen vierentwintig maanden, maar dat bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat daarvan wordt afgeweken.
‒ Eerste aanleg
De redelijke termijn is aangevangen op 14 december 2021, door de inverzekeringstelling van verdachte. Op 27 januari 2022 is de voorlopige hechtenis van verdachte opgeheven. De behandeling van de zaak in eerste aanleg is afgerond op 6 november 2023, zijnde de datum waarop de rechtbank het vonnis waarvan beroep wees. Het hof is dan ook van oordeel dat de behandeling van de zaak in eerste aanleg niet langer heeft geduurd dan de hiervoor genoemde redelijke termijn.
‒ Hoger beroep
In hoger beroep is de redelijke termijn aangevangen op 7 november 2023, door het instellen van hoger beroep door verdachte. Dit arrest wordt gewezen op 4 april 2025, wat meebrengt dat de behandeling van de zaak in hoger beroep ongeveer zeventien maanden heeft geduurd zodat ook in hoger beroep de redelijke termijn niet is overschreden.
De strafoplegging
Vanwege de ernst van de bewezen verklaarde feiten, het uitermate kwalijke handelen van verdachte en ook het belang van een duidelijke normbevestiging, kan het hof niet anders dan aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Bij de strafoplegging neemt het hof mede in overweging het gemak waarmee verdachte op onrechtmatige wijze persoonlijke gegevens verstrekte, waartoe hij via zijn werk toegang had en waarbij zelfs een ‘geheim’ indicatie hem niet van zijn handelen heeft weerhouden. Alles overziend, acht het hof de oplegging aan verdachte van een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar met aftrek van voorarrest passend en geboden. Het hof realiseert zich dat dit grote gevolgen zal hebben voor verdachte maar is van oordeel dat een straf zoals door de raadsman voorgesteld op geen enkele wijze recht doet aan de ernst van het bewezenverklaarde.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 57 en 138ab van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. A. van Maanen, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. J. Corthals, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.A.C. van den Berg-Veltman en mr. D. van der Geld, griffiers,
en op 4 april 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte is -na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg en in hoger beroep en voor zover in hoger beroep nog aan de orde- ten laste gelegd dat:
1. primair
hij in of omstreeks de periode van 8 december 2020 tot en met 17 december 2020
te Hilversum en/of Bussum en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
ter voorbereiding van een of meer misdrijven/misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord en/of zware mishandeling met voorbedachten rade en/of het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing en/of opzettelijke brandstichting in een woning (perceel [huisnummer D] te Hilversum) met gemeen gevaar voor goederen en/of met levensgevaar voor de bewoner(s) en/of een of meer andere perso(o)n(en) te duchten (artt.en 289, 303, 157 Wetboek van Strafrecht) opzettelijk
‒ een auto (Renault Clio, gekentekend [kenteken 8] , op naam en in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] ) en/of
‒ een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (waarmee op 16 december 2020 was gezocht op het adres [huisnummer C] te Hilversum) en/of
‒ twee/een (vuurwerk)shell(s)/mortierbom(men) (na de aanhouding van medeverdachte [naam 13] op 17 december 2020 aangetroffen in diens slaapkamer) en/of
‒ (digitale) adresgegevens en/of persoonsgegevens afkomstig uit de Basis Registratie Personen (BRP) betreffende dhr. [slachtoffer 1] en/of mw. [slachtoffer 5] en/of mw. [slachtoffer 11] , waaronder het woonadres (van [slachtoffer 11] , te weten) ' [huisnummer D] te Hilversum' en/of
een of meer andere voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers, bestemd tot het begaan van die/dat misdrijven/misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad;
1. subsidiair
[medeverdachte 5] en/of [naam 13]
in of omstreeks de periode van 13 december 2020 tot en met 17 december 2020 te Hilversum en/of Bussum en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
ter voorbereiding van een of meer misdrijven/misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord en/of zware mishandeling met voorbedachten rade en/of het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing en/of opzettelijke brandstichting in een woning (perceel [huisnummer D] te Hilversum) met gemeen gevaar voor goederen en/of met levensgevaar voor de bewoner(s) en/of een of meer andere perso(o)n(en) te duchten (artt.en 289, 303, 157 Wetboek van Strafrecht) opzettelijk
‒ een auto (Renault Clio, gekentekend [kenteken 8] , op naam en in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 5] ) en/of
‒ een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (waarmee op 16 december 2020 was gezocht op het adres [huisnummer C] te Hilversum) en/of
‒ twee/een (vuurwerk)shell(s)/mortierbom(men) (na de aanhouding van medeverdachte [naam 13] op 17 december 2020 aangetroffen in diens slaapkamer) en/of
‒ (digitale) adresgegevens en/of persoonsgegevens afkomstig uit de Basis Registratie Personen (BRP) betreffende dhr. [slachtoffer 1] en/of mw [slachtoffer 5] en/of mw. [slachtoffer 11] , waaronder het woonadres (van [slachtoffer 11] , te weten) ' [huisnummer D] te Hilversum' en/of
een of meer andere voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers, bestemd tot het begaan van die/dat misdrijven/misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad,
tot en/of bij het plegen van dit misdrijf hij, verdachte opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door op of omstreeks 8 december 2020 te Hilversum en/of Bussum en/of elders in Nederland opzettelijk middels computerbreuk te zoeken naar de adres- en/of persoonsgegevens van de (door [medeverdachte 1] door tussenkomst van [medeverdachte 11] ) opgegeven na(a)m(en) van één of meer van voormelde leden van de [familie] en/of deze gegevens middels computervredebreuk over te nemen uit verschillende data-systemen en/of voornoemde (digitale) adresgegevens en/of persoonsgegevens, afkomstig uit de Basis Registratie Personen (BRP), aan (de opdrachtgever(s) en/of mededader(s) van) die [medeverdachte 5] en/of die [naam 13] , althans aan één of meer anderen ter beschikking te stellen;
2.
hij op of omstreeks 8 december 2020 te Hilversum en/of Bussum en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
in een of meer (delen van) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten in een of meer (delen van) server(s), toebehorende aan [verzekeringsmaatschappij] en/of Vectis en/of Basis Registratie Personen (BRP) en/of aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededaders, waarop een internet(bevragings)omgeving (van voornoemd BRP) wordt gehost, althans bereikbaar is, is binnengedrongen met behulp van (een) valse sleutel(s), namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of door zich met een gebruikersnaam en/of wachtwoord toegang te verschaffen tot (delen van de) voornoemde server(s) met een ander doel dan waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden en waarvoor hem, verdachte, die toegang was toegestaan,
en (vervolgens) gegevens die waren opgeslagen en verwerkt en overgedragen door middel van (delen van) die geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf en/of voor zijn mededader(s) en/of voor anderen heeft overgenomen, namelijk door (telkens) (vertrouwelijke) informatie/gegevens (omtrent een of meer personen, te weten [slachtoffer 1] en/of de ex-levenspartner van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 5] en/of de levenspartner van die [slachtoffer 5] ) op (een) gegevensdrager(s) en/of in (een) document(en) te plaatsen en/of (naar zichzelf en/of zijn mededader(s)) te mailen en/of te exporteren en/of (vervolgens) aan daartoe aan een of meer niet-gerechtigde perso(o)n(en) te verstrekken, althans (vertrouwelijke) gegevens, voor zichzelf en/of voor zijn mededader(s) en/of voor (een) ander(en) over te nemen en/of aan daartoe niet-gerechtigde perso(o)n(en) te verstrekken;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 september 2020 tot en met 24 september 2020 te Hilversum en/of Bussum en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
in een of meer (delen van) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten in een of meer (delen van) server(s), toebehorende aan [verzekeringsmaatschappij] en/of Vectis en/of Basis Registratie Personen (BRP) en/of aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededaders, waarop een internet(bevragings)omgeving (van voornoemd BRP) wordt gehost, althans bereikbaar is, is binnengedrongen met behulp van (een) valse sleutel(s), namelijk door (telkens) onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of door zich (telkens) met een gebruikersnaam en/of wachtwoord toegang te verschaffen tot (delen van de) voornoemde server(s) met een ander doel dan waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden en waarvoor hem, verdachte, die toegang was toegestaan,
en (vervolgens) gegevens die waren opgeslagen en verwerkt en overgedragen door middel van (delen van) die geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich (telkens) wederrechtelijk bevond, voor zichzelf en/of voor zijn mededader(s) en/of voor anderen heeft overgenomen, namelijk door (onder andere)
‒ op of omstreeks 10 september 2020 (vertrouwelijke) informatie/gegevens omtrent een of meer personen (te weten [naam 7] (alias vlogger [pseudoniem] ) en/of de vader en/of de moeder van die [naam 7] en/of het GBA adres van die vader, zijnde de [adres 19] te Zaandijk en/of het GBA adres van die moeder, zijnde de [adres 8] te Zaandam) op (een) gegevensdrager(s) en/of in (een) document(en) te plaatsen en/of (naar zichzelf en/of zijn mededader(s)) te mailen en/of te appen en/of te exporteren en/of (vervolgens) aan daartoe aan een of meer niet-gerechtigde perso(o)n(en) te verstrekken, en/of
‒ op of omstreeks 24 september 2020 (vertrouwelijke) informatie/gegevens omtrent een of meer personen (te weten persoonsgegevens van een overleden vrouw, waaronder haar achternaam, het land van herkomst, de namen van haar kinderen, de naam van haar levenspartner, alsmede zijn verblijfplaats) op (een) gegevensdrager(s) en/of in (een) document(en) te plaatsen en/of (naar zichzelf en/of zijn mededader(s)) te mailen en/of te appen en/of te exporteren en/of (vervolgens) aan daartoe aan een of meer niet-gerechtigde perso(o)n(en) te verstrekken.

Voetnoten

1.Wanneer in een voetnoot wordt verwezen naar (pagina’s van dossier) ‘Panter 1’, wordt bedoeld: het procesdossier van de politie, eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, met het BHV zaaknummer PL0600-2020599668. Het dossier bestaat uit acht mappen en is gesloten op 27 mei 2021. Daarna zijn twaalf aanvullingen aan het dossier toegevoegd.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 339 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2708-2709 (Panter 1, 11e aanvullende stukken).
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 357-358 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
5.Proces-verbaal zaaksdossier aanslagen op woningen in Zaandam/Zaandijk en Hilversum, p. 299 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
6.Proces-verbaal van aangifte door [naam 8] , proces-verbaalnummer PL0900-2020295240-2.
7.Proces-verbaal zaaksdossier aanslagen op woningen in Zaandam/Zaandijk en Hilversum, p. 299 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
8.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 11] , p. 518 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
9.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 11] , p. 511 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
10.Proces-verbaal getuigenverhoor rechter-commissaris rechtbank Gelderland van 2 februari 2023, p. 2.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2725 (Panter 1, 12e aanvullende stukken).
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 362 (Panter 1, 10e aanvulling (Navigator)).
13.Proces-verbaal van bevindingen (AH1434), p. 11. Dit proces-verbaal maakt deel uit van de ‘1e aanvulling onderzoek Navigator’ (AH1438). In AH1434 is een deel van het gesprek zwart gemaakt. De officier van justitie heeft ter terechtzitting van de rechtbank Gelderland van 9 oktober 2023 per e-mail een versie van datzelfde screenshot ingebracht waarop een groter deel van het gesprek zichtbaar is. Die versie van het screenshot is in het dossier gevoegd.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20 (Navigator, 1e aanvulling).
15.Proces-verbaal getuigenverhoor, p. 2-4.