In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van een buschauffeur, maar het hof heeft de verdachte vrijgesproken. De zaak kwam aan het licht na een incident op 13 maart 2024, waarbij de verdachte in de bus hinderlijk gedrag vertoonde. De buschauffeur deed aangifte van mishandeling, maar het hof oordeelde op basis van camerabeelden en getuigenissen dat de buschauffeur als eerste de aanval had geopend. De verdachte heeft verklaard zich te hebben verdedigd door de buschauffeur te duwen en terug te slaan. Het hof concludeerde dat de verdachte handelde uit zelfverdediging, waardoor de tenlastelegging van mishandeling niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de beschuldiging van mishandeling. Daarnaast verklaarde het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan de mishandeling. De kosten van de procedure werden aan de benadeelde partij opgelegd, maar deze werden begroot op nihil.