In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1992, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren voor het medeplegen van drie drugstransporten, deelname aan een criminele organisatie en het voorhanden hebben van een verboden wapen, te weten een busje pepperspray. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de strafoplegging, en heeft de straf verlaagd naar 30 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest. Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist en dat de verdachte een belangrijke rol heeft gespeeld in de criminele organisatie. De verdachte had eerder als koerier een drugstransport uitgevoerd en had daarna andere koeriers geregeld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen in de voorbereiding, maar ook tijdens en na afloop van de drugstransporten een coördinerende rol heeft gehad. De rechtbank had eerder de inbeslaggenomen pepperspray onttrokken aan het verkeer, wat het hof heeft bevestigd. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn positieve ontwikkeling na de veroordeling, maar heeft geoordeeld dat de ernst van de feiten een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De redelijke termijn van de procedure is overschreden, wat heeft geleid tot een matiging van de straf.