Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
en
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de benoeming van een curator voor [naam1], die onder curatele is gesteld wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand. Verzoekers, de broer en neef van [naam1], hebben verzocht om henzelf tot curator te benoemen, maar de kantonrechter heeft [verweerder] B.V. benoemd. De verzoekers zijn het niet eens met deze beslissing en hebben hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 25 februari 2025 gehouden, waarbij de verzoekers en hun advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van [verweerder] en de advocaat van [naam1]. Het hof heeft vastgesteld dat [naam1] in verschillende stadia van de procedure wisselend heeft gecommuniceerd over zijn voorkeur voor de curator. Het hof oordeelt dat er gegronde redenen zijn om af te wijken van de voorkeur van [naam1] en de wettelijke voorkeur voor de benoeming van een curator. De verzoekers hebben onvoldoende inzicht in de complexe zorgsituatie van [naam1] en er is sprake van een verstrengeling van financiële belangen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter en wijst het verzoek van de verzoekers af.