In grief V stelt de Gemeente aan de orde dat de rechtbank niet is ingegaan op haar verwijt aan C2 dat zij haar bevoegdheden heeft overschreden door aan aannemer [naam3] , die de opdracht voor het asfaltwerk in fase 2 heeft gekregen, toe te staan in afwijking van het bestek een opslagpercentage voor meer- en minderwerk van 11,6% (in plaats van 2,66%) te hanteren en aan de Gemeente te factureren. Door die facturen goed te keuren en toe te staan dat de Gemeente de facturen met de opslag van 11,6% heeft betaald, heeft C2 haar bevoegdheden als directievoeder overschreden als gevolg waarvan de Gemeente schade lijdt.
Volgens C2 heeft de rechtbank, zij het impliciet, wel degelijk hierover geoordeeld. Ook op dit punt heeft de rechtbank namelijk beslist dat de Gemeente de klachtplicht heeft geschonden en niets heeft gesteld over verzuim, causaal verband en schade, aldus C2.
Het hof overweegt als volgt. Niet is komen vast te staan dat C2 haar bevoegdheden op dit punt heeft overschreden. Daarvoor geldt het volgende.
Uit de inschrijfstaat van [naam3] , die behoort bij de aanneemovereenkomst tussen haar en de Gemeente (productie 19 bij inleidende dagvaarding) volgt namelijk dat zij een opslagpercentage van 11,6% hanteert.
Volgens de Gemeente volgt uit het relevante bestek (01.01.10 lid 07 onder 5) dat voor meer- en minderwerk slechts een percentage van 2,66% geldt. Dit percentage is echter niet in de tekst van 01.01.10 lid 07 onder 5 opgenomen. En volgt zonder nadere toelichting die ontbreekt, en ook tijdens de mondelinge behandeling bij het hof desgevraagd niet kon worden gegeven, niet uit de tekst van dit artikellid. Andere plaatsen waar het percentage van 2,66% in de overeenkomsten tussen [naam3] en de Gemeente is opgenomen, heeft de Gemeente niet genoemd.
Dat C2 tijdens de bouwvergadering van 17 april 2018 (blijkens onderdeel 3.2.8 van het als productie N bij memorie van grieven overgelegde bouwverslag) een percentage van 11,6 % als opslag voor meer- en minderwerk heeft genoemd (te weten 7 % Algemene Kosten en 4,6 % Uitvoering) kan dus niet als overschrijding van haar bevoegdheid worden gezien. Hierdoor faalt ook grief V.