De moeder is het niet eens met de beslissingen van de rechtbank in de bestreden beschikking en komt daarom in hoger beroep.
De moeder verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en:
I. de verzoeken van de vader af te wijzen, dan wel een beslissing aan te houden totdat onderzoek door (een) deskundige(n) heeft plaatsgevonden die het hof adviseert welke beslissing ten aanzien van alle verzoeken het meest in het belang van de kinderen is;
II. een deskundigenonderzoek te gelasten door [naam2] , dan wel een andere deskundige op het gebied van (dreigend) contactverlies en complexe omgangsproblematiek, dan wel een ouderschapsonderzoek door een forensisch mediator om de dynamiek tussen partijen en de gevolgen daarvan voor de kinderen vast te stellen, en tevens te onderzoeken of er sprake is van een proces dat – zonder juiste en tijdige interventie – zal leiden tot verder contactverlies tussen de moeder en de kinderen en te adviseren welke beslissing ten aanzien van alle verzoeken het meest in het belang van de kinderen is;
subsidiair de raad te vragen om de risico’s voor het welzijn en de ontwikkeling van de kinderen te onderzoeken en het hof te adviseren welke beslissingen ten aanzien van alle verzoeken het meest in het belang van de kinderen zijn;
III. de hoofdverblijfplaats van de kinderen weer bij de moeder te bepalen en daarbij een passende zorgregeling vast te stellen, waarbij vastgesteld wordt wanneer zij bij de vader zullen zijn, waarbij de moeder verzoekt om de huidige zorgregeling om te draaien en te bepalen dat de kinderen gedurende tien weken per jaar tijdens hun schoolvakanties bij de vader zullen verblijven;
IV. de moeder vervangende toestemming te verlenen om met de kinderen terug te verhuizen naar [woonplaats1] , Zwitserland, en de kinderen daar in te schrijven op basisschool [naam3] en de BSO [naam4] ;
V. te bepalen dat de paspoorten van de kinderen bij de moeder in beheer zullen zijn en de vader te veroordelen om de paspoorten aan de moeder af te geven binnen twee weken na deze beschikking, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dat de vader hiermee in gebreke blijft, zulks tot een maximum van € 10.000,-;
VI. bij (gedeeltelijke) afwijzing van een of meer verzoeken van de moeder daarover een beslissing te nemen die het hof het meest in het belang van de kinderen acht;
kosten rechtens.