Uitspraak
16-041986-24 tenlastegelegde feiten respectievelijk genummerd als de feiten 1, 2 en 3.
Het hof neemt deze nummering over.
- verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde (kort gezegd: seksueel binnendringen van een twaalf- en zestienminner) in de zaak met parketnummer 16-236749-23 en het onder 3 tenlastegelegde (kort gezegd: mishandeling van een aan zijn zorg toevertrouwd kind) in de zaak met parketnummer 16-041986-24 veroordeeld.
- aan verdachte een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren en met aftrek van het voorarrest.
- aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd voor de duur van 5 jaren – inhoudende een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] – alsmede bevolen dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
- een beslissing genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 augustus 2016 tot
10 augustus 2022 te Lelystad, althans in Nederland en/of in België, meermalen, althans eenmaal, met - de al dan niet aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige - [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010 die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 augustus 2022 tot en met 5 september 2023 te Lelystad, althans in Nederland en/of in België, meermalen, althans eenmaal, met - de al dan niet aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige - [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2021 tot en met 17 september 2023 te Lelystad, althans in Nederland, een dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin, te weten [slachtoffer 2] (geboren [geboortedag 3] 2013), heeft mishandeld door (bij) die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal,
[benadeelde 1] van 15 september 2023, genummerd [nummer 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina’s 139-155 van het proces-verbaal.
[nummer 4] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , pagina’s 176-177 van het proces-verbaal.
14 september 2023, Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van de aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Lelystad op
5 september 2023, opgesteld door rapporteur dr. J. Warnaar, pagina’s 1-5,
los toegevoegd aan het dossier.
4.DNA-onderzoek
zie toelichting 1
zie toelichting 2
zie toelichting 1
1. Vanwege de overeenkomsten met het DNA-profiel van slachtoffer [slachtoffer 1] en omdat het een bemonstering van haar lichaam betreft, is ervan uitgegaan dat er daadwerkelijk DNA van slachtoffer [slachtoffer 1] in de bemonstering aanwezig is.
11 december 2023, Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van de aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Lelystad op
5 september 2023, opgesteld door rapporteur dr. J. Warnaar, pagina’s 1-11,
los toegevoegd aan het dossier.
4.DNA-onderzoek
7.Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
Onderzoek naar onderzoek [kenmerknummer]
- slachtoffer [slachtoffer 1]
zie toelichting 1
zie toelichting 3
- slachtoffer [slachtoffer 1]
zie toelichting 1
- slachtoffer [slachtoffer 1]
zie toelichting 1
diep vaginaal
- slachtoffer [slachtoffer 1]
zie toelichting 1
- slachtoffer [slachtoffer 1]
zie toelichting 1
- slachtoffer [slachtoffer 1]
zie toelichting 1
1. Vanwege de overeenkomsten met het DNA-profiel van slachtoffer [slachtoffer 1] en omdat het een bemonstering van haar lichaam of kleding betreft, is ervan uitgegaan dat er daadwerkelijk DNA van slachtoffer [slachtoffer 1] in de bemonstering aanwezig is. Dergelijke bemonsteringen bevatten doorgaans DNA van de persoon zelf.
niet (met Y-chromosomaal DNA-onderzoek) worden onderzocht van welke man de spermavloeistof afkomstig kan zijn.
24 januari 2024, genummerd [nummer 5] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , los toegevoegd aan het dossier.
In aanvulling daarop overweegt het hof als volgt.
Indien het hof van oordeel is dat verdachte meerdere handelingen uit de tenlastelegging kan worden verweten, heeft de raadsvrouw meer subsidiair verzocht verdachte vrij te spreken voor de periode voor 2022.
De onderzoekswensen zijn toen door het hof afgewezen, omdat deze onvoldoende waren onderbouwd (verzoeken 1, 2 en 3) en omdat van het onderzoek onder 4 de noodzaak niet is gebleken wegens het ontbreken van concrete vraagpunten. Tijdens de inhoudelijke behandeling zijn deze onderzoekswensen als verzoeken in voorwaardelijke vorm herhaald, mocht het hof tot een bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 komen.
1 en 2 en het in de zaak met parketnummer 16-041986-24 tenlastegelegde onder 3, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, heeft begaan, met dien verstande, dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 10 augustus 2016 tot 10 augustus 2022 te Lelystad, althans in Nederland en/of in België, meermalen, met de - aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige - [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010 die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 10 augustus 2022 tot en met 5 september 2023 te Lelystad, althans in Nederland en/of in België, meermalen, met - de aan zijn, verdachtes. zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige - [slachtoffer 1] , geboren op
[geboortedag 2] 2010. die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 november 2021 tot en met 17 september 2023 te Lelystad, een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin, te weten [slachtoffer 2] (geboren [geboortedag 3] 2013) heeft mishandeld door (bij) die [slachtoffer 2] meerdere malen
meermalen gepleegd.
- verdachte wordt veroordeeld voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 16-236749-2 en voor het onder 3 tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 16-041986-24;
- aan verdachte een gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur van 6 jaren,
- aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel wordt opgelegd voor de duur van
Verdachte heeft bij de moeder van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] het vertrouwen gewekt dat de kinderen bij hem in goede handen waren. Tijdens de zitting in hoger beroep is duidelijk naar voren gekomen dat alle gezinsleden, maar in het bijzonder [slachtoffer 1] , nog altijd grote negatieve gevolgen ervaren door hetgeen hen is overkomen. Waar andere meisjes van [slachtoffer 1] ’s leeftijd zich in alle vrijheid als tiener ontwikkelen, leidt [slachtoffer 1] een teruggetrokken bestaan, is zij nog niet in staat op reguliere wijze naar de middelbare school te gaan en brengt zij veel tijd op een zorgboerderij door.
- een rapport betreffende een Pro Justitia psychologisch onderzoek van26 januari 2024, opgemaakt door E. J. M. Nan, psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog& pro Justitia rapporteur onder supervisie van P. K. Kristensen, psycholoog;
- een aanvullend rapport betreffende een Pro Justitia psychologisch onderzoek van19 maart 2024, opgemaakt door E. J. M. Nan, psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog& pro Justitia rapporteur onder supervisie van P. K. Kristensen, GZ-psycholoog;
- een rapport van de reclassering van 20 maart 2024, opgemaakt door reclasseringswerker [naam 3] .
Verder zou hij graag begeleiding willen in verband met zijn perfectionisme en ‘het zichzelf voorbijlopen’. Hij wil zijn leven na detentie weer opbouwen en een stabiel bestaan creëren. Vervolgens is aan verdachte gevraagd of hij hulp en begeleiding nodig heeft bij de inmiddels door de rechtbank al bewezenverklaarde feiten. Verdachte heeft geen inhoudelijk antwoord kunnen geven op deze vraag. Het hof merkt daarbij op dat tijdens de zitting in hoger beroep heel nadrukkelijk naar voren is gekomen dat verdachte de feiten blijft ontkennen.
Verdachte heeft daarmee – in het licht van de bewezenverklaring door het hof – blijk gegeven van een gebrek aan probleeminzicht en zelfreflectie. Verdachte heeft weliswaar, daarnaar gevraagd, woordelijk verklaard dat hij het heel erg vindt dat het zo slecht gaat met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , maar het hof vraagt zich af in hoeverre verdachte dat ook intrinsiek zo voelt en of hij zich realiseert wat hij deze kinderen heeft aangedaan.
dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Nu de raadsvrouw een verzoek heeft gedaan tot opheffing van de voorlopige hechtenis,
wijst het hof dit verzoek af gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de op te leggen straf.
Het hof zal dan ook bevelen dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is, met aftrek van de tijd die verdachte al onderworpen is geweest aan de dadelijk uitvoerbaar verklaarde maatregel.
De benadeelde partij heeft dan ook op grond van artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek recht op een naar billijkheid vast te stellen immateriële schadevergoeding. Bij de vaststelling van de omvang van de schade heeft de rechtbank, zoals ook door de Hoge Raad is voorgeschreven, mede gelet op schadevergoedingen die doorgaans voor soortgelijke feiten worden toegewezen. Het hof ziet aanleiding om de immateriële schade te begroten op een bedrag van € 30.000,00. Het hof heeft hierbij in aanmerking genomen dat het seksueel misbruik langdurig en op frequente wijze op jonge leeftijd heeft plaatsgevonden binnen een gezinscontext waarin de benadeelde partij zich geborgen en veilig had moeten voelen. Het overige gevorderde deel zal worden afgewezen.
te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Als ingangsdatum voor de wettelijke rente voor de schadepost ‘aanschaf nieuw bed en matras’, zal de datum worden bepaald op de dag dat deze goederen zijn aangeschaft. Als ingangsdatum voor de wettelijke rente voor de schadepost ‘studievertraging’, zal de datum worden bepaald op de eerste dag dat het schooljaar in het jaar 2024 is aangevangen. Als ingangsdatum voor de wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding, zal – nu het misbruik zich over een lange periode heeft afgespeeld – een datum halverwege de pleegperiode worden bepaald. Als extra waarborg voor betaling van de vordering zal het hof aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
[geboortedag 3] 2012.
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 47.500,00 (zevenenveertigduizend vijfhonderd euro) aan immateriële schade af.
17 september 2023.