ECLI:NL:GHARL:2025:2772

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 april 2025
Publicatiedatum
6 mei 2025
Zaaknummer
21-003835-23 - H
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake strafrechtelijke vorderingen en beslagbeslissingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. Het hof bevestigt grotendeels de beslissing van de rechtbank, maar ziet aanleiding om de strafmotivering te verbeteren en aan te vullen. Het hof vernietigt echter de beslagbeslissing en de beslissingen op de vorderingen van de benadeelde partijen, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank. Het hof verklaart het in beslag genomen telefoontoestel verbeurd en beveelt de onttrekking aan het verkeer van een kogelpatroon. De vordering van de benadeelde partij [naam 1] wordt gedeeltelijk toegewezen tot € 44.255,90, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering van de benadeelde partij [naam 2] wordt ook gedeeltelijk toegewezen tot € 22.764,42, eveneens vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het hof wijst een deel van de vorderingen af en verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk. Het hof constateert een misslag in het eerdere arrest van 11 april 2025, waarbij het aantal dagen gijzeling bij niet-betaling van de schadevergoedingsmaatregelen niet correct was vastgesteld. Het hof herstelt deze misslag door het maximum aantal dagen gijzeling van 365 dagen naar verhouding te verdelen over de twee schadevergoedingsmaatregelen. Het hof stelt dat de veroordeelde door dit herstel niet in zijn rechten wordt geschaad.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003835-23
Uitspraak d.d.: 28 april 2025
Herstelarrestbehorende bij het arrest van de meervoudige kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 1 augustus 2023 met parketnummer 16-286639-22 en de in dat vonnis genomen beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 16-222555-20, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2004,
thans verblijvende in de [P.I.] te [plaats]
.

Geconstateerde misslag

In bovengenoemde strafzaak tegen verdachte heeft het hof op 11 april 2025 uitspraak gedaan. Na het uitspreken van het arrest heeft het hof echter geconstateerd dat in het dictum van het arrest sprake is van een misslag. Bij het bepalen van het aantal dagen gijzeling bij het niet betalen van de afzonderlijke schadevergoedingsmaatregelen heeft het hof ten onrechte geen rekening gehouden met het wettelijke maximum van 365 dagen voor alle maatregelen tezamen.
Het hof zal deze misslag herstellen in die zin dat het maximum totaal aantal van 365 dagen gijzeling naar verhouding zal worden verdeeld over de twee individuele schadevergoedingsmaatregelen. Het hof overweegt dat de veroordeelde door dit herstel niet in enig rechtens te respecteren belang wordt geschaad.

BESLISSING

Het hof herstelt zijn arrest van 11 april 2025 zo, dat in het dictum in plaats van de zinnen:
  • “Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 256 (tweehonderdzesenvijftig) dagen.” respectievelijk
  • “Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 148 (honderdachtenveertig) dagen.”
de volgende zinnen worden opgenomen:
Aldus vastgesteld en gewezen op 28 april 2025 door mr. R. Godthelp, voorzitter, mr. L.T. Wemes en mr. L. Pieters, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier.