Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- veroordeling van de verdachte ter zake van het aan hem subsidiair ten laste gelegde feit tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;
- ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van docent/leraar, voor zover het betreft onderwijs aan minderjarigen voor de duur van vijf jaren;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
Het vonnis waarvan beroep
- de verdachte vrijgesproken van het aan hem primair ten laste gelegde feit;
- de verdachte voor het aan hem subsidiair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;
- de verdachte ontzet van het recht tot uitoefening van het beroep van docent/leraar, voor zover het betreft onderwijs aan minderjarigen, voor de duur van twee jaren;
- de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 30 juni 2022 te [pleegplaats] , gemeente [gemeente] , ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pupil en/of de aan zijn zorg en/of opleiding toevertrouwde minderjarige, te weten [benadeelde] , geboren op [geboortedatum] 2005, door
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewijsmiddelen
als verklaring van [benadeelde]:
het hof begrijpt: getuige [getuige 1]) een appje gestuurd en later heb ik haar opgebeld waarin ik haar vertelde dat mijn leraar mij had aangeraakt zonder dat ik dat wilde. Ik wist niet wat ik moest doen. Zij was ook de eerste persoon die het wist. Vlak voor het informatiegesprek met de zedenpolitie op 11 juli 2022 heb ik het ook aan mijn beste vriendin [getuige 2] verteld.
als verklaring van [getuige 1]:
als verklaring van [getuige 2]:
Bewezenverklaring
hij op 30 juni 2022 te [pleegplaats] , gemeente [gemeente] , door een feitelijkheid, [benadeelde] , geboren op [geboortedatum] 2005 , heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 5.040,20 (vijfduizend veertig euro en twintig cent) bestaande uit € 40,20 (veertig euro en twintig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.