ECLI:NL:GHARL:2025:2904

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 mei 2025
Publicatiedatum
9 mei 2025
Zaaknummer
21-000992-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis politierechter en bewezenverklaring van belediging van ambtenaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1999, was eerder veroordeeld voor het beledigen van twee politieambtenaren tijdens de uitoefening van hun functie. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd omdat het geen uitgewerkte bewijsmiddelen bevatte. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk beledigen van de ambtenaren door hen beledigende woorden toe te voegen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 300,00, subsidiair 6 dagen hechtenis. De verdediging had verzocht om een betalingsregeling, maar het hof oordeelde dat dit verzoek niet voldoende onderbouwd was. Het hof heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht toegepast en de strafoplegging in overeenstemming bevonden met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en twee raadsheren aanwezig waren.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000992-24
Uitspraak d.d.: 9 mei 2025
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 29 februari 2024 met parketnummer 16-243556-23 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 25 april 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de politierechter. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen namens de verdachte door zijn raadsman, mr. P.A.J. van Putten, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Bij het hierboven genoemde vonnis, waartegen het hoger beroep is gericht, heeft de politierechter:
  • de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd;
  • de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van € 300,00, subsidiair 6 dagen hechtenis.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het geen uitgewerkte bewijsmiddelen bevat en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 24 september 2023 te [plaats] opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 1] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen:
- " Jullie zijn kankerlijers"
- " Jullie Kankermoeders"
- " Je kankervader, je kankermoeder, kankerlijer"
- " Kanker op man, wat een vieze kankerflikkers zijn jullie he. Je bent gewoon een kankerflikker man, je bent gewoon een kankerflikker, je kankervader, je kankermoeder."
- " Dit is vals van je, dit is slap. Je bent gewoon een slappe lul, je bent gewoon een slappe lul.", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 24 september 2023 te [plaats] opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 2] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen:
- " Jullie zijn kankerlijers"
- " Jullie Kankermoeders"
- " Je kankervader, je kankermoeder, kankerlijer"
- " Kanker op man, wat een vieze kankerflikkers zijn jullie he. Je bent gewoon een kankerflikker man, je bent gewoon een kankerflikker, je kankervader, je kankermoeder."
- " Dit is vals van je, dit is slap. Je bent gewoon een slappe lul, je bent gewoon een slappe lul.", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, die later zullen worden uitgewerkt indien tegen dit arrest cassatie wordt ingesteld en waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 24 september 2023 te [plaats] opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 1] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen:
- " Jullie zijn kankerlijers"
- " Jullie Kankermoeders"
- " Je kankervader, je kankermoeder, kankerlijer"
- " Kanker op man, wat een vieze kankerflikkers zijn jullie he. Je bent gewoon een kankerflikker man, je bent gewoon een kankerflikker, je kankervader, je kankermoeder."
- " Dit is vals van je, dit is slap. Je bent gewoon een slappe lul, je bent gewoon een slappe lul.", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op 24 september 2023 te [plaats] opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 2] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen:
- " Jullie zijn kankerlijers"
- " Jullie Kankermoeders"
- " Je kankervader, je kankermoeder, kankerlijer"
- " Kanker op man, wat een vieze kankerflikkers zijn jullie he. Je bent gewoon een kankerflikker man, je bent gewoon een kankerflikker, je kankervader, je kankermoeder."
- " Dit is vals van je, dit is slap. Je bent gewoon een slappe lul, je bent gewoon een slappe lul.", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op, telkens:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de belediging van twee politieambtenaren. Niet alleen getuigt dit gedrag van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag, ook heeft de verdachte de ambtenaren aangetast in hun eer en goede naam. Ambtenaren met een publieke taak moeten – in het belang van de openbare orde en veiligheid – kunnen functioneren zonder daarbij geconfronteerd te worden met beledigingen. Het hof rekent het de verdachte dan ook aan dat hij heeft gehandeld zoals is bewezenverklaard.
Het hof heeft voor de straftoemeting gelet op het de verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 21 maart 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke en andersoortige strafbare feiten. De verdachte is ook na het bewezenverklaarde feit onherroepelijk veroordeeld voor een strafbaar feit. Gelet hierop is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Het hof heeft verder gekeken naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hieruit volgt dat voor het plegen van het bewezenverklaarde feit een geldboete van € 150,00 het uitgangspunt is. In onderhavige zaak heeft de verdachte het feit tweemaal gepleegd nu hij twee politieambtenaren heeft beledigd. In dit geval is een geldboete van € 300,00 het uitgangspunt.
Ook heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die door zijn raadsman ter terechtzitting in hoger beroep naar voren zijn gebracht. De raadsman verklaart dat de verdachte nog steeds bezig is met een werk- en leertraject.
Gelet op het voorgaande – in onderlinge samenhang bezien – is het hof net als de politierechter van oordeel dat een geldboete van € 300,00, subsidiair 6 dagen hechtenis, passend en geboden is. De raadsman heeft namens de verdachte verzocht te bepalen dat de op te leggen geldboete in termijnen mag worden betaald. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte wel werk heeft maar dat dit nog zeer recent is. Het hof ziet geen reden om een betalingsregeling op te leggen. Het verzoek is niet concreet onderbouwd. Dat mocht wel van de verdediging worden verwacht. Dit geldt temeer nu de eerder opgelegde en nu weer op te leggen boete niet erg hoog is en het hoger beroep na het ten overstaan van de raadsheer-commissaris horen van de getuigen in november 2024 kennelijk alleen nog zag op het vragen van een termijnregeling.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 63, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 22 november 2023 onder CJIB nummer [nummer] .
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. F. van der Maden, voorzitter,
mr. M.C. van Linde en mr. E.W. van Weringh, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L. Kiemel, griffier,
en op 9 mei 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.