ECLI:NL:GHARL:2025:2931

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
12 mei 2025
Zaaknummer
P25/43
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling na ontregeling van de terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel van 13 januari 2025, die de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde had afgewezen. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1987, had een traject doorlopen bij verschillende instellingen, maar raakte na de beslissing van de rechtbank ontregeld en werd op 17 januari 2025 aangehouden voor een nieuw strafbaar feit. Het hof oordeelde dat het recidiverisico, ondanks eerdere positieve verwachtingen van deskundigen, nog niet tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau was teruggebracht. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, met wijziging van de voorwaarden, waaronder opname in een forensisch psychiatrisch centrum. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij akkoord gaat met de verlenging en de aanpassing van de voorwaarden, en dat hij bereid is om in een klinische setting te leren omgaan met vrijheden. Het hof heeft de beslissing genomen op basis van de stukken van de rechtbank en de verklaringen van de betrokken partijen, waaronder de advocaat-generaal en de reclasseringswerker.

Uitspraak

TBS P25/43
Beslissing van 1 mei 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van het openbaar ministerie in de zaak tegen
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [plaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1987,
verblijvende (in het kader van de voorlopige hechtenis in de strafzaak met parketnummer
15-018536-25 ) in [instelling] (PPC) [locatie] te [plaats] ,
verder te noemen de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 13 januari 2025. Deze beslissing houdt in de afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van waarbij de officier van justitie beroep heeft ingesteld;
- een e-mailbericht van de raadsvrouw van 27 januari 2025;
- de appelmemorie van de officier van justitie van 28 januari 2025;
- de aanvullende informatie van GGZ [naam instelling] van 18 april 2025.
Het hof heeft ter zitting van 1 mei 2025 gehoord de advocaat-generaal,
mr. S.T.C. van der Werf, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. J.T. Brassé, advocaat te Amsterdam. Het hof heeft ter zitting ook gehoord de heer [naam] , reclasseringswerker bij GGZ [naam instelling] .

Overwegingen

Het standpunt van deskundige [naam]
De reclassering was verrast door het feit dat vlak na de beslissing van 13 januari 2025 de terbeschikkinggestelde op 17 januari 2025 is aangehouden in verband met het plegen van een nieuw strafbaar feit. Alle seinen leken op groen te staan. Het is nu de bedoeling de ingeslagen weg zoveel mogelijk voort te zetten, waarbij uiteindelijk gekoerst wordt op een [bijzondere woonvoorziening] in [plaats] . De terbeschikkinggestelde kan in de tussentijd niet terug naar [instelling] , en het is bovendien wijsheid om vanuit een klinische setting weer te leren omgaan met vrijheden. De terbeschikkinggestelde kan dinsdag 6 mei 2025 terecht in [instelling] . De TBS-voorwaarden zou onder de reeds geldende voorwaarden gecontinueerd kunnen worden, met dien verstande dat de voorwaarde met betrekking tot de klinische fase dient te worden aangepast nu deze plaats zal vinden in de [instelling] , dus op een lager beveiligingsniveau.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde is na de beslissing van 13 januari 2025 helaas geheel ontregeld geraakt, waardoor het is gekomen tot een nieuwe strafzaak. Door een aantal gebeurtenissen die zich kort achter elkaar voordeden ontstond er “kortsluiting” in het hoofd van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde wil nu zelf ook dat het alsnog komt tot een verlenging, zoals ook al was aangegeven in het emailbericht van de raadsvrouw van 27 januari 2025. De terbeschikkinggestelde is graag akkoord met opname per 6 mei a.s. in [instelling] . Er is al contact met de officier van justitie in de strafzaak met parketnummer 15-018536-25 over tijdige opheffing van de voorlopige hechtenis in die zaak, mocht het hof vandaag alsnog beslissen tot verlenging. De terbeschikkinggestelde verzoekt te verlengen met één jaar, omdat de terbeschikkinggestelde al zo ver was gekomen in zijn traject, en de verwachting is dat hij de draad snel weer op kan pakken.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het incident van 17 januari 2025 laat zien dat het recidive-risico nog onvoldoende is ingedamd voor een beëindiging van de maatregel. Op 12 mei a.s. staat in de nieuwe strafzaak een PF-zitting gepland, maar het zou de voorkeur hebben als de terbeschikkinggestelde voordien op 6 mei a.s. al wordt geplaatst in [instelling] . De TBS-voorwaarden dienen dan dienovereenkomstig te worden aangepast. Gezien de tijd die nog gemoeid zal zijn met het verantwoord verder doorlopen van het traject adviseert de advocaat-generaal te verlengen met twee jaren.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het hof – anders dan de rechtbank, en overeenkomstig de standpunten van zowel de advocaat-generaal als de terbeschikkinggestelde – beslist tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Hiertoe overweegt het hof het volgende.
Procesverloop en indexdelict
De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 24 december 2019 veroordeeld tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden voor onder meer – kort gezegd – een poging diefstal met geweld. Dit betreft een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Op 21 november 2024 heeft de officier van justitie een vordering ingediend, waarbij is verzocht de terbeschikkingstelling te verlengen met de duur van één jaar. Deze vordering is door de rechtbank bij beslissing van 13 januari 2025 afgewezen.
Stoornis en recidivegevaar
In zijn rapport van 25 oktober 2024 overweegt psychiater [naam] met betrekking tot de stoornis, zakelijk weergegeven, onder meer als volgt. Bij betrokkene is primair sprake van een kwetsbare persoonlijkheidsorganisatie, die zich uit in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis met borderline, narcistische en antisociale trekken en in een psychotische kwetsbaarheid, welke wordt geclassificeerd als een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Daarnaast is er sprake van verslavingsproblematiek, in de zin van een stoornis in het gebruik van cocaïne en heroïne, in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving en een stoornis in cannabisgebruik, licht. Betrokkene is kwetsbaar, stressgevoelig, heeft weinig daadkracht en kan bij toename van stress psychotisch decompenseren.
Over het recidivegevaar overwoog psychiater [naam] in hetzelfde rapport met betrekking tot het recidivegevaar, zakelijk weergegeven, dat de terbeschikkinggestelde een positief traject had doorlopen, en dat niet werd verwacht dat hij weer in een verwarde toestand terecht zou komen en dat er psychoses zouden ontstaan. De terbeschikkinggestelde heeft geleerd om beter met emoties om te gaan en weet mensen te vinden die hem kunnen helpen. Hij heeft een gezond netwerk waar hij op terug kan vallen.
De psychiater adviseerde de terbeschikkingstelling niet te verlengen.
De heer [naam] , reclasseringswerker bij GGZ [naam instelling] , sloot zich in zijn rapport van 15 november 2024 bij dit advies aan.
De rechtbank heeft op 13 januari 2025 dienovereenkomstig beslist.
Na een voorspoedig verlopen traject bij achtereenvolgens [instelling] , [instelling] , en [instelling] is het vlak na de beslissing van de rechtbank misgegaan. Op 17 januari 2025 is de terbeschikkinggestelde aangehouden in verband met de verdenking van het plegen van een nieuw strafbaar feit. De daaropvolgende voorlopige hechtenis werd aanvankelijk geschorst, maar die schorsing is op 15 februari 2025 opgeheven wegens problematisch gedrag in [instelling] en daarmee het verlies van zijn plek aldaar. Met de advocaat-generaal en de terbeschikkinggestelde is het hof van oordeel dat moet worden geconcludeerd dat het recidive-risico – tegen de eerdere verwachtingen van de deskundigen in – nog niet tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau is teruggebracht.
Verlenging
Op grond van het voorgaande stelt het hof vast dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis en dat vanwege het recidiverisico de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist.
Duur van de verlenging
Het hof constateert dat de terbeschikkinggestelde grote stappen heeft gezet in zijn traject. Tegen de verwachtingen van de deskundigen in is de terbeschikkinggestelde vlak na de beslissing van 13 januari 2025 ontregeld. Inmiddels is die ontregeling – mede door de inzet van medicatie – voor een deel weer opgevangen. De terbeschikkinggestelde ziet in dat middelengebruik – ook beperkt cannabisgebruik – een negatief effect op hem heeft. De reclassering zet nog steeds in op een traject naar de [bijzondere woonvoorziening] in [plaats] . Alles afwegend ziet het hof, anders dan de advocaat-generaal, aanleiding om te verlengen met een termijn van één jaar met als doel de verdere ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen.
Aan deze verlenging met één jaar mag de terbeschikkinggestelde niet de verwachting ontlenen dat na afloop van dit jaar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd of dat de terbeschikkingstelling opnieuw slechts met een jaar zal worden verlengd.
Wijziging voorwaarden
In verband met de beoogde plaatsing van de terbeschikkinggestelde in [instelling] met ingang van 6 mei a.s. wijzigt het hof de voorwaarde die betrekking heeft op een opname in een zorginstelling.
Daarnaast wijzigt het hof de voorwaarde die betrekking heeft op een time-out-opname. Conform de beslissing van het hof van 15 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10739, wordt de voorwaarde zo geformuleerd dat zij betrekking heeft op een time-out-plaatsing op basis van vrijwilligheid. Voor een onvrijwillige time-out-plaatsing biedt artikel 6:6:10a van het Wetboek van Strafvordering een grondslag.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van
13 januari 2025 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Wijzigt de voorwaarden(zoals gesteld door de rechtbank Overijssel bij vonnis van 24 december 2029) zodat deze komen te luiden als volgt:
  • verdachte verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter inzage aanbieden van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel l van de Wet op de identificatieplicht;
  • verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
  • verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht en houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die zijn en worden gegeven door de reclassering;
  • verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
  • verdachte werkt mee aan huisbezoeken en vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van de begeleiding/behandeling door andere instellingen of hulpverleners en werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
  • als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
  • verdachte laat zich opnemen in forensisch psychiatrische afdeling [instelling] , of soortgelijke instelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt en verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling, waarvan het innemen van medicijnen een onderdeel kan zijn. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing. (Verdachte dient met justitieel vervoer vanuit de detentie naar de kliniek te worden gebracht.);
  • verdachte laat zich – na afloop van de klinische behandeling – behandelen door een forensische polikliniek, te bepalen door de reclassering en zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waarvan het innemen van medicijnen een onderdeel kan zijn:
  • verdachte verblijft – na afloop van de klinische behandeling – in een instelling voor beschermd of begeleid wonen, te bepalen door de reclassering en zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
  • verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle (urineonderzoek) op dit verbod. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • verdachte gebruikt geen alcohol en werkt mee aan controle (urine- of ademonderzoek) op dit alcoholverbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
  • verdachte werkt mee aan bewindvoering, het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen en geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
  • verdachte conformeert zich aan de afspraken die worden gemaakt met de reclassering met betrekking tot zijn dagprogramma en dagbesteding;
  • verdachte conformeert zich aan de afspraken die worden gemaakt met de reclassering en de hulpverlening aangaande de omgangsregeling met zijn dochter.
draagt de reclassering op de ter beschikking gestelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Aldus gedaan door
mr. A.B.A.P.M. Ficq, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. M.J. Vos, raadsheren,
dr. W.J. Canton en drs. A.W.T.M. Vissers, raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 1 mei 2025 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.