ECLI:NL:GHARL:2025:3097

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
200.349.041
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige concurrentie tussen voormalige samenwerkingspartners in de softwaresector

In deze zaak heeft Crolox B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, waarin Crolox was verboden om Pharmaned B.V. concurrentie toe te brengen door haar klanten actief te benaderen. De zaak draait om de vraag of Crolox onrechtmatig handelt door apothekers, die gebruik maken van de software voor sorteerkasten, rechtstreeks te benaderen voor contracten. De voorzieningenrechter had eerder geoordeeld dat Crolox zich schuldig maakte aan onrechtmatige concurrentie, maar Crolox betwist dit en stelt dat Pharmaned haar in financiële problemen heeft gebracht door eenzijdig de betaling van facturen te weigeren. Het hof heeft de feiten van de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat Crolox onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vorderingen van Pharmaned af. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het arrest is uitgesproken op 20 mei 2025.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.349.041
(zaaknummer rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo 321858)
arrest in kort geding van 20 mei 2025
in de zaak van
in de zaak van:
Crolox B.V.,
die is gevestigd in Enschede,
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de rechtbank optrad als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna: Crolox,
advocaat: mr. P.M. Jacometti,
tegen:
Pharmaned B.V.,
die is gevestigd in Hilvarenbeek
en bij de rechtbank optrad als eiseres in conventie, verweerder in reconventie,
hierna: Pharmaned,
advocaat: mr. G.D. Bosman.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Crolox heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 11 november 2024 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep
  • de memorie van grieven
  • de memorie van antwoord
1.2
Vervolgens heeft op 18 februari 2025 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Aan het verslag zijn de spreekaantekeningen van beide partijen gehecht.
1.3
Mr. Jacometti heeft in haar spreekaantekeningen (delen van) stukken opgenomen, die niet van tevoren als producties aan het hof en Pharmaned zijn toegestuurd. Pharmaned heeft daartegen bezwaar gemaakt, omdat zij zich op deze stukken niet heeft kunnen voorbereiden. Crolox heeft in reactie daarop onvoldoende toegelicht dat (en waarom) de goede procesorde zich ertegen verzet dat de stukken niet worden toegelaten. Op grond van artikel 87 Rv worden deze stukken daarom buiten beschouwing gelaten.
2. Kern van de zaak
In deze zaak is de vraag of sprake is van onrechtmatige concurrentie. De vraag is of Crolox, die de besturingssoftware voor door Pharmaned aan apothekers geleverde sorteerkasten heeft gemaakt, actief deze apothekers mag benaderen om rechtstreeks met haar contracten te sluiten. Ook zal worden beoordeeld of Pharmaned op straffe van dwangsommen moet worden verboden om onrechtmatige uitlatingen over Crolox te doen.

3.Het oordeel van het hof

3.1
Het hof gaat uit van de feiten zoals de voorzieningenrechter in het bestreden vonnis [1] heeft vastgesteld in r.o. 3.1 tot en met 3.7. Voor zover het hof nadere feiten vaststelt die voor de beoordeling van belang zijn, worden deze hierna in de beoordeling besproken.
3.2
Kort gezegd gaat de zaak over het volgende.
Pharmaned levert sorteerkasten voor medicijnen aan apothekers (de Odessakasten). Crolox heeft de besturingssoftware daarvoor ontwikkeld en bij de apothekers geïmplementeerd. In het kader van de samenwerking met Pharmaned vervult Crolox ook een helpdeskfunctie voor de gebruikers van de Odessakasten.
Crolox heeft Pharmaned sinds het begin van de samenwerking (conform haar offerte van 11 oktober 2019) steeds vooraf gefactureerd, voor een bedrag van € 1.750 per Odessakast per jaar. Pharmaned heeft deze facturen tot oktober 2023 steeds voldaan. Pharmaned heeft de afnemers van de Odessakasten ook steeds vooraf gefactureerd voor het gebruik van de software. Deze apothekers betaalden Pharmaned daarvoor jaarlijks € 3.650.
Vanaf oktober 2023 heeft Pharmaned de facturen van Crolox voor de verlenging van het gebruik van de software slechts voor een kwart van het factuurbedrag voldaan. Volgens Pharmaned maakte zij zich zorgen over de financiële positie van Crolox en wilde zij daarom de jaarlijks verschuldigde bedragen steeds nog maar voor een kwartaal vooruitbetalen.
Op 21 november 2023 heeft mr. Den Hartog-Cornegé van DAS rechtsbijstand Pharmaned geschreven dat Crolox daar niet mee instemde. Zij heeft Pharmaned in gebreke gesteld, heeft in haar brief ook andere tekortkomingen van Pharmaned genoemd en heeft geschreven dat Crolox zich aan het beraden was op een beëindiging van de samenwerking en daarover wilde overleggen. In reactie daarop heeft mr. Bosman in de brief van 29 november 2023 de verwijten aan het adres van Pharmaned weersproken. Volgens Pharmaned waren partijen geen vooruitbetaling overeengekomen en wilde zij nog slechts per kwartaal vooruitbetalen vanwege de financiële positie van Crolox. Ook uit deze brief bleek bereidheid van Pharmaned tot overleg, maar dat overleg tussen partijen heeft vervolgens niet plaatsgevonden. Vervolgens is de overeenkomst nog vier maanden uitgevoerd, in welke periode Pharmaned – anders dan aangekondigd – per half jaar is gaan vooruitbetalen. Op 26 maart 2024 heeft Crolox de overeenkomst opgezegd, met inachtneming van een opzegtermijn van vijf maanden.
Pharmaned is een kortgedingprocedure tegen Crolox gestart waarin zij heeft gevorderd Crolox te verbieden om haar klanten actief te benaderen om rechtstreeks contracten te sluiten voor het gebruik van de Crolox software. Verder hebben beide partijen over en weer een verbod gevorderd om zich onrechtmatig uit te laten over de ander.
3.3
De voorzieningenrechter heeft Crolox in het kortgedingvonnis van 11 november 2024 op straffe van een dwangsom van € 10.000 per overtreding verboden om Pharmaned concurrentie toe te brengen door haar klanten actief te benaderen en aansluitend rechtstreekse overeenkomsten sluiten.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter maakt Crolox zich daarmee schuldig aan onrechtmatige concurrentie. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen die zijn gebaseerd op onrechtmatige uitlatingen over en weer.
3.4
Crolox heeft in hoger beroep bezwaar gemaakt tegen de toewijzing van het concurrentieverbod en de afwijzing van haar tegenvordering. De bedoeling van het hoger beroep is dat het door Pharmaned gevorderde concurrentieverbod in hoger beroep alsnog wordt afgewezen en de tegenvordering van Crolox wordt toegewezen.
3.5
Het hof komt hierna tot het oordeel dat het hoger beroep slaagt waar het de bezwaren van Crolox tegen het concurrentieverbod betreft. Het vonnis zal op dit punt worden vernietigd. Het hof volgt Crolox niet in haar bezwaar tegen de afwijzing van haar tegenvordering. Het hof zal hierna uitleggen hoe het tot dit oordeel komt.

4.De beoordeling in hoger beroep

4.1
Het hof stelt voorop dat de stellingen van Pharmaned het oordeel rechtvaardigen dat zij, (ook) ten tijde van de uitspraak in hoger beroep, een voldoende spoedeisend belang heeft bij toewijzing van de door haar gevorderde voorzieningen, een en ander beoordeeld in het licht van de wederzijdse belangen van partijen en de omstandigheden van het geval. Crolox heeft dat voor wat betreft haar tegenvordering eveneens voldoende onderbouwd, zodat ook het spoedeisend karakter daarvan wordt aangenomen.
4.2
Partijen hebben bij het aangaan van de overeenkomst geen afspraken gemaakt over wat partijen op het gebied van concurrentie is toegestaan in geval van beëindiging van de samenwerking. Partijen zijn gaan samenwerken op basis van een (niet ondertekende) offerte van Crolox van 11 oktober 2019. Daarin is niets vastgelegd over beëindiging van de samenwerking en de gevolgen daarvan voor partijen.
Zonder dergelijke afspraken geldt als uitgangspunt dat het in beginsel geoorloofd is om een concurrent omzet en winst te ontnemen. Het profiteren van diens bedrijfsdebiet (van alles wat zijn bedrijf waardevol maakt) is dus niet zonder meer onrechtmatig. Het is ook niet zonder meer onrechtmatig om een concurrent cliënten afhandig te maken. Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden vereist. Van onrechtmatig handelen zou bijvoorbeeld sprake kunnen zijn als voldoende aannemelijk zou zijn dat de samenwerking is beëindigd om gericht en stelselmatig te kunnen profiteren van de inspanningen die het bedrijf van de concurrent heeft gepleegd, met behulp van vertrouwelijke informatie en/of specifieke kennis die door middel van de samenwerking is gekregen, waarmee substantiële afbreuk wordt gedaan aan wat dit bedrijf waardevol maakt.
4.3
Crolox heeft in dit kort geding onder andere als verweer aangevoerd dat geen sprake is van concurrentie tussen haar en Pharmaned omdat de kernactiviteiten van partijen verschillend zijn. Het hof verwerpt dat verweer. Uit de omstandigheid dat partijen allebei (het gebruik van) besturingssoftware voor de Odessakasten aan de apothekers willen verkopen blijkt al dat sprake is van concurrentie.
Vervolgens is de vraag of Crolox onrechtmatig handelt door de contractspartijen van Pharmaned actief te benaderen om deze software rechtstreeks van haar af te nemen, afhankelijk van de concrete omstandigheden van dit specifieke geval. Het hof moet zich daarover in dit geding een voorlopig oordeel vormen.
Bij de beantwoording van de vraag of in dit geval de gevorderde voorlopige voorziening op zijn plaats is, zal het hof beoordelen hoe waarschijnlijk het is dat de bodemrechter het handelen van Crolox als onrechtmatig zal aanmerken. Ook zal het hof de belangen van beide partijen bij toe- of afwijzing van de voorlopige voorziening afwegen.
De omstandigheden van het geval
4.4
Over de omstandigheden van het geval voorafgaand en ten tijde van de opzegging (en daarna) lopen de standpunten van Pharmaned en Crolox nogal sterk uiteen.
Standpunt Pharmaned
4.5
Pharmaned heeft aangevoerd dat zij in medio 2023 zorgen had over de financiële positie van Crolox. Dat die zorgen terecht waren, baseert Pharmaned op de omstandigheid dat Crolox lange tijd geen jaarcijfers had gepubliceerd, terwijl bovendien in de zomer van 2024 een beslag door de belastingdienst werd gelegd voor een vordering op Crolox van meer dan vier ton. Bij gebrek aan een uitgewerkte schriftelijke overeenkomst was er tussen partijen over betaling niets afgesproken, zodat het Pharmaned in haar visie vrijstond de betaling anders in te richten. De samenwerking tussen partijen is na de brief van mr. Bosman zonder verder overleg gedurende vier maanden doorgelopen en Pharmaned was inmiddels halfjaarlijks gaan vooruitbetalen, zodat zij in maart 2024 door de opzegging van Crolox werd overvallen. Volgens Pharmaned wist Crolox dat de opzegtermijn van vijf maanden voor Pharmaned te kort zou zijn om nieuwe besturingssoftware te kunnen (laten) ontwikkelen en had zij daarvoor zelf ook negen maanden nodig gehad. Volgens Pharmaned wijst dit erop dat het handelen van Crolox er louter op gericht was om Pharmaned uit de markt te werken om, met gebruikmaking van haar bedrijfsgegevens, rechtstreeks overeenkomsten te kunnen sluiten met haar klanten. Daaraan draagt volgens Pharmaned bij (i) dat Crolox heeft geweigerd de benodigde informatie te verstrekken voor de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe software, (ii) dat Crolox de aansluiting met deze software heeft bemoeilijkt via haar zustervennootschappen Loxis en PiFarma en (iii) dat Crolox steeds na ommekomst van de jaartermijnen het gebruik van de Crolox software heeft stopgezet, terwijl sprake was van overeenkomsten voor onbepaalde tijd en Pharmaned bereid was ervoor te betalen. Crolox heeft bovendien de apothekers onjuist geïnformeerd over (beweerde) nadelen van de nieuwe software.
De apothekers zijn volgens Pharmaned haar klanten en niet die van Crolox, want zij hebben overeenkomsten gesloten met Pharmaned. Dat Crolox daarvoor (enkele) leads heeft aangedragen doet daar niet aan af. Weliswaar had Crolox gedurende de samenwerking al rechtstreeks contact met de apothekers omdat zij een (tweedelijns) helpdeskfunctie vervulde, maar volgens Pharmaned was dat ter uitvoering van de afspraken met Pharmaned. Ook op dat vlak bestond dus geen directe contractuele relatie.
Standpunt Crolox
4.6
Crolox heeft betwist dat zij heeft geprobeerd om, met gebruikmaking van de bedrijfsgegevens van Pharmaned, de klanten van Pharmaned in te pikken door haar als tussenschakel weg te nemen. In haar visie is het juist andersom. Volgens Crolox heeft Pharmaned namelijk eerst geprobeerd een van haar medewerkers, de heer [de werknemer] , te bewegen om de Crolox Software tegen betaling van € 40.000 voor Pharmaned te kopiëren. Volgens Crolox had Pharmaned haar ook al eerder eens aangegeven geen vertrouwen meer te hebben in de samenwerking en haar software te willen kopen. Pharmaned heeft volgens Crolox van haar positie misbruik gemaakt door in oktober 2023 eenzijdig en onaangekondigd te weigeren de jaarlijkse facturen voor het gebruik van de software te voldoen, terwijl Pharmaned wist dat Crolox, die haar bedrijfsvoering op vooruitbetaling had ingericht, daarmee in financiële problemen zou komen. Toen Pharmaned na bezwaar van Crolox bleef weigeren om jaarlijks vooruit te betalen, heeft Crolox besloten de overeenkomst op te zeggen, zoals zij ook al eerder (op 21 november 2023) had aangegeven. Volgens Crolox moest zij haar bedrijf in veiliger water brengen, omdat zij een aanzienlijke kosten- en tijdsinvestering in de software had gedaan en gegronde reden had om te vrezen dat Pharmaned van haar af probeerde te komen. Volgens Crolox stond het partijen vrij met elkaar te concurreren omdat zij geen concurrentie- of relatiebeding waren overeengekomen. Crolox heeft in haar visie een redelijke opzegtermijn gehanteerd van vijf maanden, waarin Pharmaned de gelegenheid kreeg om nieuwe software voor de Odessakasten te laten maken.
Crolox voert aan dat zij de besturingssoftware destijds al vóór de samenwerking met Pharmaned had ontwikkeld. Die software heeft zij vervolgens met eigen inspanning en op eigen kosten voor de Odessakasten ‘gefinetuned’. Het is volgens Crolox dan ook niet zo dat zij na beëindiging van de samenwerking louter van de inspanningen van Pharmaned zou profiteren. Zij heeft zelf aanzienlijke research- en developmentkosten moeten maken. Het klantenbestand van Pharmaned is volgens Crolox bovendien mede uit haar netwerk afkomstig. Crolox heeft gedurende de samenwerking ook steeds rechtstreeks contact gehad met de apothekers vanwege haar helpdeskfunctie. Op enig moment heeft Crolox van de apothekers gehoord dat Pharmaned ten onrechte haar nieuwe software als update van de Crolox software presenteerde. Pharmaned heeft volgens Crolox ook andere onrechtmatige uitlatingen over haar gedaan en heeft daarmee geprobeerd Crolox uit de markt te werken en op een faillissement af te laten stevenen.
Onvoldoende mate van zekerheid bijzondere omstandigheden
4.7
Zoals hiervoor is overwogen, is het niet zonder meer onrechtmatig om een ander concurrentie aan te doen. Bijzondere omstandigheden kunnen echter meebrengen dat concurrentie als onrechtmatig wordt aangemerkt. Vanwege de uiteenlopende stellingen van partijen over de feitelijke gang van zaken kan in dit geding naar het oordeel van het hof bij gebrek aan bewijslevering met onvoldoende mate van zekerheid worden aangenomen dat van de door de door Pharmaned naar voren gebrachte bijzondere omstandigheden sprake is.
4.8
Het hof vindt op basis van de betwiste stellingen van Pharmaned op voorhand onvoldoende aannemelijk dat Crolox de overeenkomst heeft opgezegd met de enkele intentie om Pharmaned te kunnen omzeilen en voortaan rechtstreeks met haar klanten overeenkomsten te sluiten. Het hof kan zonder nadere bewijslevering namelijk niet zomaar voorbij gaan aan het verweer van Crolox dat zij gegronde reden had om te vrezen dat juist Pharmaned van Crolox wilde afkomen. Als dat risico zich zou verwezenlijken, zouden voor Crolox kostbare investeringen in de door haar ontwikkelde software teniet kunnen gaan.
Crolox heeft haar verweer met concrete voorbeelden onderbouwd. Zo heeft zij aangevoerd dat Pharmaned heeft geprobeerd om haar werknemer [de werknemer] tegen betaling van een bedrag van rond de € 40.000 de software van Crolox te laten kopiëren. Dit verweer heeft Crolox bovendien ondersteund met een verklaring van deze werknemer in een mail van 13 maart 2025 (conclusie van antwoord onder 4.2.9), waarin [de werknemer] schrijft:
‘Pharmaned heeft mij destijds dus gevraagd de Odessa sorteer software voor hun na te bouwen in mijn vrije tijd voor een bedrag rond de € 40.000 (volgens mij was het dit bedrag want dat is in mijn hoofd gaan settelen (…)’Weliswaar heeft Pharmaned dit verweer en de verklaring van [de werknemer] betwist en kan dus niet zonder meer van de juistheid daarvan worden uitgegaan, maar er zal nadere bewijslevering nodig zijn op dit punt, waarvoor in dit kort geding geen ruimte bestaat.
Voor het verweer van Crolox dat het verlies van haar vertrouwen in de samenwerking ook werd veroorzaakt door de omstandigheid dat Pharmaned al eens had aangegeven met de samenwerking te willen stoppen en de besturingssoftware van Crolox te willen kopen, geldt hetzelfde. In dit verband heeft Crolox verwezen naar een als productie 6 bij conclusie van antwoord overgelegde mail van [de bestuurder1] en [de bestuurder2] van Pharmaned van 3 november 2023, waarin staat :’
Wij zouden dan ook graag een gesprek met jullie willen hebben over overname van de Odessa-software met alles wat daarbij hoort, eventueel inclusief [de werknemer] .’Volgens Pharmaned heeft zij dit alleen geschreven in verband met een eventuele overname van Crolox door een andere partij en is de bewering dat zij hoe dan ook zonder Crolox verder wilde niet juist. Ook aan dit verweer kan echter zonder nadere bewijslevering niet zonder meer worden voorbijgegaan.
Ook heeft Crolox aangevoerd dat Pharmaned in oktober 2023 moedwillig heeft geprobeerd haar in financiële problemen te brengen door eenzijdig en onaangekondigd te weigeren om haar facturen nog langer volledig te voldoen. Dat dit de intentie van Pharmaned is geweest, kan niet zomaar worden aangenomen. Wel is onbetwist dat Pharmaned daarmee afweek van de wijze waarop partijen eerder zaken met elkaar hadden gedaan. Aannemelijk is dat Crolox een dergelijke wijziging niet zonder meer behoefde te verwachten of te accepteren.
4.9
Bij de beantwoording van de vraag of het handelen van Crolox tegenover Pharmaned gelet op alle omstandigheden van het geval onrechtmatig is (geweest), zal verder een zekere samenhang kunnen worden aangenomen tussen de mate van zorgvuldigheid die van Crolox mag worden verwacht en het optreden van Pharmaned zelf. Als het optreden van Crolox mogelijk een reactie is geweest op een minder zorgvuldig optreden van Pharmaned, zal het handelen van Crolox ook minder snel onrechtmatig zijn.
Indien ervan zou worden uitgegaan dat Pharmaned daadwerkelijk heeft getracht om van Crolox af te komen, om in de toekomst de met inspanning en op kosten van Crolox ontwikkelde software aan de apothekers te kunnen leveren zonder Crolox daarvoor te betalen, plaatst dat het handelen van Crolox in een ander daglicht. Of dat het geval is, kan echter in het kader van deze kortgedingprocedure niet zonder bewijslevering worden aangenomen.
4.1
Het oordeel van de bodemrechter over het al dan niet onrechtmatig karakter van het handelen van Crolox zal, afgezien van het voorgaande, verder nog afhankelijk kunnen zijn van andere feiten en omstandigheden die in dit kortgeding niet met voldoende zekerheid kunnen worden aangenomen. Zo verschillen partijen van mening over de wijze waarop de samenwerking was ingericht en de rol van Crolox daarbij, over de vraag uit wiens netwerk (een aantal van) de afnemers van de Odessakasten afkomstig waren en over de vraag of en in hoeverre Crolox invloed heeft op en verantwoordelijk kan worden gehouden voor de onmogelijkheid om de nieuwe software van Pharmaned te koppelen aan de software van Loxis en Pi-Farma, beide zustervennootschappen van Crolox.
Verder kan in dit verband nog van belang zijn welke uitlatingen partijen tegenover de betrokken apothekers over elkaar en elkaars softwareproducten hebben gedaan. Ook op dit punt is nadere bewijslevering noodzakelijk om te kunnen beoordelen of de stellingen van Pharmaned voldoende aannemelijk zijn en – in het licht van de feiten en omstandigheden die Crolox naar voren heeft gebracht – voldoende zwaar wegen om het gevorderde verbod te rechtvaardigen.
4.11
Indien in het bodemgeschil na bewijslevering zodanige feiten en omstandigheden komen vast te staan dat de bodemrechter op basis daarvan oordeelt dat Crolox onrechtmatig heeft gehandeld, is Crolox aansprakelijk voor de schade die Pharmaned als gevolg daarvan heeft geleden. In dit opzicht heeft het uitblijven van de door Pharmaned gevorderde voorziening dus geen onomkeerbare of overigens bijzonder ingrijpende gevolgen.
4.12
Dit alles afwegende komt het hof, anders dan de voorzieningenrechter, tot de conclusie dat er onvoldoende grond is voor toewijzing van de door Pharmaned gevraagde voorziening. Het bestreden vonnis zal op dit onderdeel en voor wat betreft de dwangsomveroordeling dus worden vernietigd.
Tegenvordering Crolox
4.13
Met grief 6 heeft Crolox bezwaar gemaakt tegen het oordeel van de rechtbank dat Crolox haar stelling dat Pharmaned partijen heeft benaderd om een faillissementsaanvraag te ondersteunen op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Volgens Crolox heeft zij daarvan geen direct bewijs, maar zijn er voldoende aanknopingspunten waaruit blijkt dat dit zeer aannemelijk is. Naar het oordeel van het hof heeft Crolox dat echter ook in hoger beroep niet voldoende aannemelijk gemaakt. Onvoldoende in dit verband is de verwijzing naar de mail van de heer [de apotheker1] (overgelegd als productie 8 bij conclusie van antwoord). Daarin is namelijk niet te lezen dat sprake is van een faillissementssituatie, terwijl evenmin blijkt van een verzoek van Pharmaned om een faillissementsaanvraag te ondersteunen.
4.14
Volgens Crolox heeft de voorzieningenrechter verder ten onrechte overwogen dat zij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Pharmaned onjuiste uitlatingen heeft gedaan over Crolox. Crolox heeft ter onderbouwing van deze stelling een mail overgelegd van de heer [de apotheker2] van [de apotheek] in Tilburg, waarin is te lezen dat Pharmaned hem heeft gezegd (i) dat Crolox een enorme belastingschuld zou hebben waarvoor beslag was gelegd, (ii) dat Pharmaned verwachtte dat Crolox in november zou stoppen of failliet zou zijn en (iii) dat personeel van Crolox te laat betaald zou worden. Pharmaned heeft de door Crolox omschreven uitlatingen echter betwist. Omdat zonder nadere bewijslevering niet kan worden aangenomen dat Pharmaned de gestelde beweringen heeft gedaan, is voor toewijzing van het gevraagde verbod al geen plaats, nog daargelaten of bepaalde uitlatingen al dan niet onjuist of onrechtmatig zijn geweest.
Volgens de heer [de apotheker3] heeft Pharmaned verder ten onrechte de heer [de apotheker3] verteld dat bij Crolox al een curator bezig zou zijn, in verband met een schuld van 1,2 miljoen. Ter ondersteuning van die stelling beroept Crolox zich op een mail van de heer [de apotheker3] . Pharmaned heeft ook deze uitlatingen betwist. Hetzelfde geldt voor de gestelde uitlating die Pharmaned zou hebben gedaan tegenover de medewerker van Crolox genaamd [de werknemer] . Pharmaned betwist dat zij hem heeft gezegd dat het slecht zou gaan bij Crolox en hij beter eieren voor zijn geld zou kunnen kiezen.
Naar het oordeel van het hof zal in een bodemprocedure, mogelijk aan de hand van getuigenverklaringen, nader kunnen worden onderzocht of en in welke context de gestelde uitlatingen zijn gedaan en welke betekenis daaraan in de gegeven omstandigheden moet worden toegekend. Zonder een dergelijk onderzoek zijn de gestelde uitlatingen naar het oordeel van het hof niet zodanig aannemelijk dat het op basis daarvan gerechtvaardigd is om Pharmaned op voorhand te verbieden zich onrechtmatig over Crolox uit te laten. Ook de vordering van Crolox kan naar het oordeel van het hof dus niet worden toegewezen.

5.De slotsom

5.1
De grieven slagen voor zover deze betrekking hebben op het door de voorzieningenrechter in conventie uitgesproken concurrentieverbod, dwangsom en proceskostenveroordeling. Het bestreden vonnis zal in zoverre worden vernietigd en voor het overige worden bekrachtigd.
5.2
Het hof zal Pharmaned als de in conventie overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de kosten van de procedure voor de rechtbank.
5.3
Onder de hiervoor genoemde proceskosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak.
5.4
De uitkomst van het hoger beroep geeft het hof aanleiding de proceskosten van het hoger beroep te compenseren zo, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5.5
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

6.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 11 november 2024 voor wat betreft het oordeel (in conventie) in r.o. 6.1 met betrekking tot het concurrentieverbod, de daaraan verbonden dwangsomveroordeling in r.o. 6.2 en voor wat betreft de proceskostenveroordeling in r.o. 6.3 en doet in zoverre opnieuw recht:
wijst de vorderingen in conventie van Pharmaned bij de voorzieningenrechter (voor wat betreft concurrentieverbod, dwangsom en proceskostenveroordeling) af;
veroordeelt Pharmaned c.s. tot betaling van de kosten van de procedure bij de voorzieningenrechter, aan de kant van Crolox vastgesteld op:
- griffierecht € 2.889
- salaris advocaat € 2.214 (2 punten kg-tarief);
bekrachtigt het hiervoor genoemde vonnis van de voorzieningenrechter voor het overige;
compenseert de proceskosten van het hoger beroep en bepaalt dat iedere partij de eigen kosten daarvan draagt;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.B. Beekhoven van den Boezem, S.M. Evers en C.M.E. Lagarde, ondertekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2025.

Voetnoten

1.Rechtbank Overijssel 11 november 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:5857.