Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
);
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van partneralimentatie na een echtscheiding. De verzoekster, een vrouw die in [woonplaats1] woont, is in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 27 september 2023, waarin de man werd verplicht om € 862,00 bruto per maand te betalen als partneralimentatie. De vrouw, die meer dan 30 jaar met de man was getrouwd en vier meerderjarige kinderen heeft, betwistte de hoogte van de alimentatie en de beoordeling van haar behoeftigheid en de draagkracht van de man.
De rechtbank had de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, 16 oktober 2023. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw momenteel geen verdiencapaciteit heeft en dat zij afhankelijk is van een uitkering. De man, die een eigen onderneming heeft, heeft zijn draagkracht aangetoond, maar het hof heeft de winst uit onderneming van de man vastgesteld op € 100.825,00 per jaar, wat resulteert in een netto besteedbaar inkomen van € 5.194,00 per maand.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de man met ingang van 16 oktober 2023 een bijdrage van € 2.341,00 bruto per maand aan de vrouw moet betalen voor de duur van vijf jaar. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.