ECLI:NL:GHARL:2025:3175
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling voorlopige zorgregeling met opbouw en opheffing van door de rechtbank bepaalde restricties
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voorlopige zorgregeling voor twee minderjarige kinderen, die voortkwam uit een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland. De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de door de rechtbank vastgestelde zorgregeling, die bepaalde dat de kinderen één keer per twee weken op een neutrale plek omgang hadden met hem. De moeder, verweerster in hoger beroep, voerde aan dat de voorgestelde regeling in stand moest blijven in afwachting van een raadsonderzoek. Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en het verloop van de procedure in hoger beroep besproken, waarbij onder andere de minderjarige kinderen zijn gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk gezag uitoefenen en dat de moeder met de kinderen naar een andere woonplaats is verhuisd na een escalatie in de relatie. Het hof heeft geconcludeerd dat de huidige omgangsregeling te onrustig is voor de kinderen en dat het in hun belang is om een band met hun vader te behouden. Daarom heeft het hof de voorlopige zorgregeling gewijzigd, zodat de omgang ook in de woning van de vader kan plaatsvinden en de duur van de omgang is uitgebreid. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.