In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de ouders over hun minderjarige kind. De rechtbank Noord-Nederland had eerder, op 13 november 2024, het gezag van de ouders beëindigd, en de moeder ging hiertegen in beroep. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de minderjarige, die sinds 25 mei 2022 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI), zorgvuldig overwogen. De ouders hebben vier kinderen, waarvan de oudste drie al eerder uit huis zijn geplaatst. De minderjarige is sinds oktober 2022 bij pleegouders geplaatst en heeft sinds mei 2024 geen contact meer met de ouders. De moeder is in februari 2025 aangehouden en verblijft momenteel in een GGZ-instelling. Het hof concludeert dat de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige op zich te nemen binnen een aanvaardbare termijn. De ouders hebben zich intimiderend en bedreigend opgesteld tegenover instanties, wat samenwerking onmogelijk maakt. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank, omdat de beëindiging van het gezag noodzakelijk is ter bescherming van de belangen van de minderjarige, die recht heeft op een veilige en stabiele omgeving.