Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de moeder](de moeder),
1.Onderwerp
,geboren [in] 2015.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2015, die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De vader van de minderjarige is in hoger beroep gegaan tegen de beslissing van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland, die op 8 januari 2025 besloot de ondertoezichtstelling te verlengen tot 12 januari 2026. De vader is van mening dat de situatie van de minderjarige is verbeterd en dat de ondertoezichtstelling niet langer nodig is. Hij heeft echter geen overtuigende argumenten kunnen aanvoeren die de beslissing van de kinderrechter ondermijnen.
Het hof heeft de zaak op 10 april 2025 behandeld, waarbij zowel de vader als de moeder met hun advocaten aanwezig waren. De GI heeft ook vertegenwoordigers gestuurd. Het hof heeft de argumenten van de vader gehoord, maar concludeert dat de bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige nog steeds aanwezig zijn. De GI heeft de afgelopen tijd gewerkt aan het verbeteren van de situatie, maar er is nog geen voldoende resultaat geboekt. Het aantal betrokken hulpverleners is teruggebracht van bijna twintig naar drie, en de GI heeft nu de mogelijkheid om inhoudelijk werk te verrichten.
Het hof heeft de beslissing van de kinderrechter bekrachtigd, omdat de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige nog steeds bestaan en de GI nog tijd nodig heeft om de situatie verder te verbeteren. De vader's verzoek om de ondertoezichtstelling op te heffen is afgewezen, en het hof heeft benadrukt dat samenwerking tussen de ouders essentieel is voor de toekomst van de minderjarige.