ECLI:NL:GHARL:2025:3235

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 mei 2025
Publicatiedatum
27 mei 2025
Zaaknummer
21-002351-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal, wederspannigheid en poging tot diefstal in vereniging met braak

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 2002, was eerder veroordeeld en had recent een ISD-maatregel opgelegd gekregen. Het hof oordeelde dat het niet opportuun was om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, omdat dit het ISD-traject zou doorkruisen. In plaats daarvan werd een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken opgelegd met een proeftijd van drie jaren. De verdachte was schuldig bevonden aan diefstal van een trainingsbroek en wederspannigheid tegen ambtenaren, evenals poging tot diefstal van een accu van een elektrische fiets. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten. De beslissing om de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf af te wijzen, werd ook genomen. Het hof baseerde zijn beslissing op de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak om hem de kans te geven het ISD-traject succesvol af te ronden.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002351-24
Uitspraak d.d.: 9 mei 2025
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 30 mei 2024 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-332639-23 en 18-086615-23, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-305129-22, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI [locatie] te [plaats 1] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 9 mei 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 18-332639-23 onder 1 en 2 en het in de zaak met parketnummer 18-086615-23 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. N.I. Dolinski, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft bij vonnis van 30 mei 2024, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 18-332639-23 onder 1 en 2 en het in de zaak met parketnummer 18-086615-23 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken. Daarnaast heeft de politierechter de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een deels andere bewezenverklaring en een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
zaak met parketnummer 18-332639-23:
1.
hij op of omstreeks 14 december 2023 te [plaats 2] een trainingsbroek, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] ( [straat] [plaats 2] ) in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 14 december 2023 te [plaats 2] , zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam 1] (hoofdagent bij [locatie] ) en/of [naam 2] (hoofdagent bij [locatie] ), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door zijn arm(en) en/of hoofd te bewegen in de tegengestelde richting te bewegen als waar agenten hem in trachtten te bewegen en/of zich los te worstelen;
zaak met parketnummer 18-086615-23 (gevoegd):
hij, op of omstreeks 24 januari 2023, te [plaats 2] , in de gemeente [plaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een accu en/of andere toebehoren van een elektrische fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming immers hebben/heeft hij en/of zijn mededader zoekend rondgereden en/of rondgelopen tussen de fietsenrekken en/of hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader (vervolgens) bij een fiets de achterzijde van die fiets beetgepakt, breed/stevig gaan staan en/of trekkende bewegingen aan die fiets hebben/heeft gemaakt (waarmee het hele lichaam meebewoog) en/of (vervolgens) hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader een (glimmend) voorwerp onder/achter het zadel geplaatst, waarbij de linkerhand onder/achter het zadel is geplaatst en de rechterhand aan de achterzijde van de fiets trekkende bewegingen maakt en/of (vervolgens) hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader aan de achterzijde van de fiets trekkende bewegingen gemaakt en/of (vervolgens) gelijktijdig op de voorzijde vande bagagedrager geslagen en/of aan de achterzijde van die fiets getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-332639-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-086615-23 ten laste gelegde heeft begaan. Deze bewijsmiddelen zullen worden aangevuld wanneer tegen dit arrest cassatie wordt ingesteld. Het hof acht bewezen, dat:
zaak met parketnummer 18-332639-23:
1.
hij op 14 december 2023 te [plaats 2] een trainingsbroek die aan [bedrijf] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 14 december 2023 te [plaats 2] zich met geweld heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam 1] , hoofdagent bij [locatie] , en [naam 2] , hoofdagent bij [locatie] , werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte, door zijn armen en hoofd in de tegengestelde richting te bewegen als waar agenten hem in trachtten te bewegen en zich los te worstelen;
zaak met parketnummer 18-086615-23 (gevoegd):
hij op 24 januari 2023 te [plaats 2] , in de gemeente [plaats 2] , tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om een accu van een elektrische fiets, die aan [benadeelde partij] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen en dat weg te nemen goed onder hun bereik te brengen door middel van braak, immers hebben hij en zijn mededader zoekend rondgereden en rondgelopen tussen de fietsenrekken en heeft zijn mededader vervolgens bij een fiets de achterzijde van die fiets beetgepakt, is breed gaan staan en heeft trekkende bewegingen aan die fiets gemaakt waarmee het hele lichaam meebewoog en vervolgens heeft zijn mededader een glimmend voorwerp onder het zadel geplaatst, waarbij de linkerhand achter het zadel is geplaatst en de rechterhand aan de achterzijde van de fiets trekkende bewegingen maakte en vervolgens hebben verdachte en zijn mededader aan de achterzijde van de fiets trekkende bewegingen gemaakt en vervolgens gelijktijdig op de voorzijde van de bagagedrager geslagen en aan de achterzijde van die fiets getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 18-332639-23 onder 1 bewezenverklaarde levert op:

diefstal.

Het in de zaak met parketnummer 18-332639-23 onder 2 bewezenverklaarde levert op:

wederspannigheid.

Het in de zaak met parketnummer 18-086615-23 bewezenverklaarde levert op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

Het hof heeft onmiddellijk na het onderzoek ter terechtzitting uitspraak gedaan in aanwezigheid van verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N.I. Dolinski. De strafoplegging is toen, zakelijk weergegeven, als volgt mondeling gemotiveerd.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een trainingsbroek uit de [bedrijf] . Toen hij hiervoor werd aangehouden, heeft hij zich verzet. Daarnaast heeft verdachte samen met zijn broer geprobeerd een accu van een elektrische fiets te stelen. Het handelen van verdachte getuigt van een gebrek aan respect voor de eigendomsrechten van de gedupeerden en een gebrek aan respect voor het openbaar gezag.
Het hof heeft bij de strafoplegging gelet op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 4 april 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor (soortgelijke) strafbare feiten. Ook volgt hieruit dat aan verdachte op 28 februari 2025 een ISD-maatregel is opgelegd.
Het hof heeft tevens rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit het reclasseringsrapport van 17 april 2025 volgt dat verdachte is geaccepteerd voor een klinisch behandeltraject bij Trajectum [locatie] . De behandeling duurt maximaal achttien maanden en aansluitend is er een mogelijkheid tot een beschermd wonen-traject. Ter zitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat hij op 12 mei 2025 al terecht kan bij Trajectum [locatie] . Ook heeft hij verklaard gemotiveerd te zijn om het ISD-traject positief af te ronden.
In beginsel kan gelet op de aard en ernst van de feiten en het strafblad van verdachte niet worden volstaan met een andere of mildere bestraffing dan oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof acht het echter, gelet op de omstandigheid dat aan verdachte recent een ISD-maatregel is opgelegd, niet opportuun om in de onderhavige zaak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Een dergelijke straf zal het traject van de ISD-maatregel doorkruisen. Het hof wil verdachte de kans bieden om aan te tonen dat het hem menens is het ISD-traject positief af te ronden. In plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf acht het hof daarom de oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie weken, met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden. Deze voorwaardelijke straf dient tevens als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden zich wederom schuldig te maken aan strafbare feiten.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Noord-Nederland van 27 september 2023 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van dertig dagen, met aftrek van het voorarrest, parketnummer 18-305129-22. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 57, 63, 180, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-332639-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-086615-23 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-332639-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-086615-23 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Wijst af de vordering van de officier van justitie van het Parket OVJ Noord-Nederland van 20 maart 2024, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 27 september 2023, parketnummer 18-305129-22, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, met aftrek van het voorarrest.
Aldus gewezen door
mr. A.F. van Kooij, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. R. Godthelp, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.E. Renders, griffier,
en op 9 mei 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.