ECLI:NL:GHARL:2025:3345

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
21-002600-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eendaadse samenloop van openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen en medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht; Medeplegen van voorhanden hebben wapens en munitie, meermalen gepleegd.

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is beschuldigd van openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, en het voorhanden hebben van wapens en munitie. De feiten vonden plaats op 13 maart 2020, toen de verdachte samen met medeverdachten een confrontatie zocht met het slachtoffer, waarbij geweld werd gepleegd en vuurwapens werden gebruikt. De verdachte heeft ontkend een actieve rol te hebben gespeeld, maar het hof oordeelde dat hij wel degelijk betrokken was bij de gewelddadige confrontatie. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten, de rol van de verdachte en de impact van de gebeurtenissen op het slachtoffer.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002600-23
Uitspraak d.d.: 28 mei 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 28 oktober 2022 met parketnummer 18-058548-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 mei 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte voor het onder 1, 2 en 3 (onder A en B) tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van het voorarrest. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. A.M.D. Naarden, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft verdachte voor het onder 1, 2 en 3 (onder A en B) tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van het voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 maart 2020 te [plaats 1] openlijk, te weten, op of aan of bij de [straat 1] en/of de [straat 2] en/of het [straat 3] , in elk geval op of aan of bij een of meer openbare weg(en), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een of meer goed(eren) te weten [slachtoffer] en/of een (personen)auto (van het merk Ford, type Ka) door tezamen en in vereniging aldaar
- zich te verzamelen op of aan of bij een of meer van voornoemde openbare weg(en) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd te stompen en/of te slaan en/of
- een of meer (vuur)wapen(s) af te vuren/schieten in het bijzijn, van die [slachtoffer] en/of - die [slachtoffer] (te voet) te achtervolgen (met medeneming van (die) een of meer (vuur)wapen(s)) en/of
- met een hamer een of meer ruit(en) van de/een auto (van die [slachtoffer] ), te weten een (witte) (personen)auto (van het merk Ford, type Ka), te vernielen en/of (daarbij)
- die [slachtoffer] en/of (een) ander(e) perso(o)n(en) de woorden toe te voegen: "Pak hem" "Pak hem" en/of "Pak aan" en/of "Kankerneger" en/of "Je gaat er aan kankerneger";
2.
hij op of omstreeks 13 maart 2020 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, en/of met zware mishandeling, door opzettelijk dreigend
- die [slachtoffer] de woorden toe te voegen: "Je gaat er aan kankerneger" en/of "Ik zei toch jij gaat rennen!" en/of (daarbij) (vervolgens)
- een of meer vuurwapen(s), meermalen, althans eenmaal, af te vuren/schieten in het bijzijn, van die [slachtoffer] , en/of (daarbij)
- die [slachtoffer] (te voet) te achtervolgen (met medeneming van (die) een of meer (vuur)wapen(s));
3.
hij op of omstreeks 13 maart 2020 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
A.
meerdere, althans een, wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistool van het merk FN (type 1910) van het kaliber 7,65 en/of
- een revolver van het merk BBM (type Olympic 38) van het kaliber .22,
zijnde (elk) een vuurwapen(s) in de vorm van een pistool en/of een revolver, voorhanden heeft gehad (en zulks terwijl een of meer eerdergenoemd(e) feit(en) met voornoemd(e) vuurwapen(s) van categorie III zijn begaan)
en/of
B.
- munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten 4 kogelpatronen (van het merk CCI, Mini Mag - Hollow Point), van het kaliber .22 LR en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 3 kogelpatronen (van het merk Fiocchi, FMJ, van het kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsoverwegingen

Vaststelling van feiten en omstandigheden
Op vrijdag 13 maart 2020 vindt een schietpartij plaats in de [straat 1] te [plaats 1] , ter hoogte van [huisnummer] . De verbalisanten die ter plaatse komen, treffen een witte Ford Ka aan met twee ronde inslagplekken van ongeveer 12 millimeter doorsnee in de voorruit. Het raam aan de bestuurderszijde is verbrijzeld en in de zijruit achter de bestuurderszijde zit een gat. [1] [2]
Aangever [slachtoffer] (hierna: aangever) heeft bij de politie verklaard dat hij een relatie heeft gehad met [persoon] , de huidige vriendin van [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ). Aangever en zijn ex hebben samen een dochtertje, [naam] . Aangever ontvangt dreigende appjes van [medeverdachte 1] . Op 12 maart 2020 ontvangt aangever van [medeverdachte 1] onder andere het bericht: "ik ga vrijdag [naam] naar jou brengen. Ik ga jou laten rennen." [3]
Op vrijdag 13 maart 2020 omstreeks 16.00 uur gaat aangever naar de woning van zijn (ex-) schoonmoeder aan de [straat 1] in [plaats 1] , om zijn dochtertje te bezoeken. Hij parkeert zijn auto, een witte Ford Ka, in de [straat 1] . [4]
Rond 20.00 uur is het bezoek afgelopen. Aangever verlaat de woning en stapt in zijn auto. Voordat hij kan wegrijden, komt een auto aanrijden, die hem blokkeert. Er stapt iemand uit de auto, die naar de auto van aangever loopt. Aangever ziet dat het [medeverdachte 1] is, die hij kent als ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’, de nieuwe vriend van zijn ex. [medeverdachte 1] doet de portier van de auto van aangever open en geeft aangever twee vuistslagen in zijn gezicht. Aangever stapt vervolgens uit en slaat [medeverdachte 1] hard terug. Hierdoor valt [medeverdachte 1] op de grond, waarna er nog vier andere personen aan komen. Aangever herkent ‘ [broertje medeverdachte 1] ’, een broertje van [medeverdachte 1] en [vader medeverdachte 1] , de vader van [medeverdachte 1] (hierna: [vader medeverdachte 1] ), met een hond. Hij ziet dat het broertje van [medeverdachte 1] een pistool uit zijn broeksband haalt en op hem richt. ‘ [broertje medeverdachte 1] ’ is de bijnaam van [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ). Aangever gaat achter zijn auto zitten. Dan ziet hij dat [vader medeverdachte 1] ook een pistool heeft en het aan [medeverdachte 1] geeft. Aangever rent weg. Hij wordt achtervolgd en ziet dat in ieder geval [medeverdachte 1] en [vader medeverdachte 1] achter hem aanrennen. Aangever hoort het geluid van drie of vijf schoten. [5]
Aangever verklaart dat het pistool van [medeverdachte 2] een kleiner model zwart pistool was, kleiner dan een pistool van de politie. Het pistool dat [vader medeverdachte 1] aan [medeverdachte 1] gaf, was ook zwart en net zo groot als een pistool van de politie. [6]
Naar aanleiding van de schietpartij stelt de politie een buurtonderzoek in en worden camerabeelden bekeken en beschreven. Hieruit blijkt dat tussen 18.43 uur en 18.49 uur een man met een hond heen en weer loopt in de [straat 1] . De man kijkt verdacht om zich heen. Rond 18.55 uur wordt een op een Seat Cordoba gelijkende auto geparkeerd in de [straat 1] . [7] [8]
Rond 19.00 uur staat een zilvergrijze-goudkleurige auto van het merk VW Passat, met stationair lopende motor, onhandig geparkeerd in de [straat 2] . De auto staat met de voorkant richting de [straat 1] . Achter het stuur zit een licht getinte man. [9]
Rond 19.56.30 uur wordt gebonk en geschreeuw gehoord. Er is beweging bij de blauwe geparkeerde Seat en er rennen drie personen in de richting van de [straat 2] .
Rond 19.56.43 uur roept een mannenstem: "pak aan" en "kankerneger".
Rond 19.56.45 uur is er een knal, gelijkend op het schot van een (hand)vuurwapen.
Rond 19.56.49 uur is er weer een mannenstem. Er wordt geroepen: "vuile kutneger" gevolgd door een knal, gelijkend op het schot van een (hand)vuurwapen. [10]
Buurtbewoners horen omstreeks 20.00 uur dat er op straat wordt geschreeuwd: "pak hem, pak hem", direct gevolgd door twee knallen. Het klinkt als pistoolschoten. [11] [12] [13]
Rond 19.56.50 uur rent een (vluchtende) persoon door de [straat 1] .
Rond 19.56.53 uur wordt er geroepen: "jij gaat dood kankerneger".
Rond 19.56.54 uur rennen drie personen en een hond achter de (vluchtende) persoon aan. Ze rennen allemaal in de richting van het [straat 3] .
Rond 19.56.56 komt een vierde persoon eveneens richting [straat 3] rennen. De laatste, of één na laatste, heeft een vuurwapen in zijn hand.
Rond 19.57.00 staat er een persoon aan de bestuurderszijde van de geparkeerde Seat.
Rond 19.57.06 uur komt nog een vijfde persoon aanrennen. Hij stapt rond 19.57.27 uur met een hond rechts in de geparkeerde Seat. Er zit inmiddels ook een bestuurder in de Seat. De verlichting gaat aan en de Seat met daarin drie personen rijdt weg. [14] [15]
Op de kruising van de [straat 1] met de [straat 2] staat een auto met draaiende motor, zonder inzittenden, midden op de weg stil. De auto staat met de neus richting de [straat 4] . [16] [17]
Rond 19.57.27 uur komen er twee personen (terug) rennen uit de richting van het [straat 3] en ze rennen richting [straat 2] . [18] [19] [20]
Eén van de genoemde twee personen stapt in aan de bestuurderszijde van de op de kruising stilstaande grijze auto. De andere jongen loopt richting een naastgelegen geparkeerde witte Ford Ka en slaat tegen het voorraam en twee of drie keer hard tegen het raam aan de bestuurderszijde. Het raam aan de bestuurderszijde wordt ingeslagen. Vervolgens gaat de jongen ook naar de op de kruising stilstaande grijze auto. Hij stapt in aan de bijrijderszijde, waarna de auto wegrijdt in de richting van de [straat 5] . [21] [22] [23]
De politie gaat op zoek naar de verdachten. Op 13 maart 2020 omstreeks 21:50 uur wordt aan de [straat 6] te [plaats 1] [medeverdachte 1] aangehouden. Hij heeft geen telefoon bij zich. Aan de hand van een telefoontap op telefoonnummer [telefoonnummer 1] , met een abonnement op naam van [medeverdachte 1] , blijkt dat deze telefoon tot 14 maart 2020 om 02:48 uur gebruik heeft gemaakt van een telefoonmast aan de [locatie] in [plaats 1] .
Op 14 maart 2020 omstreeks 03:55 uur worden op de A7, ter hoogte van [plaats 2] , [medeverdachte 2] en de minderjarige [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) aangehouden. [24] Zij reden in een blauwe Seat Cordoba. [25]
De Seat Cordoba wordt onderzocht en in het dashboardkastje worden twee mobiele telefoons van het merk AEG respectievelijk Huawei aangetroffen en in een verborgen ruimte in het dashboard een mobiele telefoon van het merk en type Samsung Galaxy s8+. [26] Uit onderzoek naar de inhoud van deze Samsung Galaxy s8+ volgt dat deze kennelijk in gebruik is bij verdachte. [27]
Ter terechtzitting in hoger beroep van 16 mei 2025 heeft verdachte bevestigd dat dit heel goed kan kloppen, en dat hij die telefoon toen mee had. [28]
De telefoon van het merk Huawei is kennelijk van [medeverdachte 1] . [29]
Op grond van de gesprekken die zijn gevoerd via WhatsApp is vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van de in de Seat aangetroffen Samsung telefoon.
Op 12 maart 2020 vindt er een chatgesprek plaats tussen de telefoon in gebruik bij [medeverdachte 1] en de telefoon in gebruik bij verdachte. Er wordt aangegeven dat verdachte morgen ‘ [vader medeverdachte 1] ’, [vader medeverdachte 1] , moet ophalen en naar hier moet komen. Daarbij worden de adressen [straat 1] en [straat 7] gegeven. Ze gaan het dan rond 5 á 6 uur doen. Hij moet eerst [medeverdachte 1] zien en dan moeten zij later uitstappen. ‘ [broertje medeverdachte 1] ’ en ‘ [vader medeverdachte 1] ’ gaan ook mee.
Uit een ander chatgesprek van 12 maart 2020 tussen de telefoon in gebruik bij verdachte en de telefoon op naam van [medeverdachte 2] blijkt dat [medeverdachte 2] de volgende dag ook meegaat, samen met verdachte en ‘ [vader medeverdachte 1] .’ [medeverdachte 2] zal [medeverdachte 3] meenemen en daarna ‘ [vader medeverdachte 1] ’ en verdachte ophalen. De hond van ‘ [vader medeverdachte 1] ’ gaat ook mee. In het chatgesprek zegt verdachte tegen [medeverdachte 2] : "neem he ding mee" en "manieren leren."
In de telefoon van verdachte worden diverse afbeeldingen van vuurwapens aangetroffen. [30]
De telefoon van [medeverdachte 3] wordt ook onderzocht. [medeverdachte 3] heeft op 13 maart 2020 vanaf 10:12 uur via WhatsApp contact met zijn vriendin. [medeverdachte 3] geeft aan dat hij niet met zijn vriendin af kan spreken en zegt: "luister ik moest vandaag of morgen iets doen, maar ik ga vandaag doen blijkbaar." Op 14 maart 2020 om 03:28 uur wordt er met de telefoon van [medeverdachte 3] een bericht gestuurd naar de telefoon van aangever met de tekst: "dit was alleen een waarschuwing." Tussen vrijdag 13 maart 2020 om 22:24 uur en zaterdag 14 maart 2020 om 00:01 uur vinden er nog gesprekken plaats met de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] over iets dat verstopt moet worden en morgen opgehaald kan worden. [31]
Uit de door [medeverdachte 3] tegenover de politie afgelegde verklaring komt het volgende naar voren. Op vrijdag 13 maart 2020 omstreeks 11:00 uur stapt [medeverdachte 3] in [plaats 3] bij [medeverdachte 2] in de auto, om naar [plaats 1] te gaan. De auto van [medeverdachte 2] is een blauwe Seat. [medeverdachte 2] is de broer van [medeverdachte 1] , hij wordt ook wel ‘ [broertje medeverdachte 1] ’ genoemd. Medeverdachte [medeverdachte 1] wordt ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ genoemd. Onderweg haalt [medeverdachte 2] ook verdachte en [vader medeverdachte 1] op, waarna ze met zijn vieren in de auto verder naar [plaats 1] rijden. De hond is ook mee. In [plaats 1] ontmoeten ze [medeverdachte 1] , waarna ze naar de straat gaan waar [medeverdachte 1] zijn dochtertje moet ophalen. Daar staan ze ongeveer een uur te wachten. [medeverdachte 3] zit samen met verdachte en [medeverdachte 2] in de Seat. [vader medeverdachte 1] is in [plaats 1] bij [medeverdachte 1] in de VW Passat gestapt. [medeverdachte 1] staat met zijn Volkswagen Passat ergens anders geparkeerd, omdat hij niet wil dat iemand hem ziet. Terwijl ze aan het wachten zijn horen ze ineens geschreeuw en [medeverdachte 3] ziet vanuit de Seat dat [medeverdachte 1] aan het vechten is met een man. Samen met verdachte en [medeverdachte 2] rent [medeverdachte 3] ernaartoe. [medeverdachte 3] neemt een lifehammer mee uit de auto. Bij [medeverdachte 1] aangekomen blijkt de man weggerend. Volgens [medeverdachte 3] rent iedereen, behalve hij, achter de man aan. Daarbij wordt geschoten. Er is ook nog het een en ander geroepen. [medeverdachte 2] heeft een taserpistool en schiet ermee op de grond. Kort daarna schiet verdachte met iets in de lucht. Als de man de straat is uitgerend, komt iedereen weer teruglopen. Vervolgens slaat [medeverdachte 3] met de lifehammer op het voorraam, het raam aan de bestuurderszijde en het raam achter de bestuurder van een witte auto. Het raam aan de bestuurderszijde gaat kapot, waarna [medeverdachte 3] bij [vader medeverdachte 1] in de VW Passat stapt en ze wegrijden. Verderop komen ze [medeverdachte 2] en de anderen weer tegen en stapt [medeverdachte 3] uit de VW Passat. Verdachte en [vader medeverdachte 1] zijn met de hond gaan lopen naar het station om met de trein naar huis te gaan. De kaak van [medeverdachte 1] staat scheef en hij gaat alleen naar het ziekenhuis. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] lopen vervolgens enkele uren door [plaats 1] . Voordat zij met de auto teruggaan op weg naar [plaats 3] verstopt [medeverdachte 2] een tas in een put aan de [straat 8] , bij een kickboksschool. [medeverdachte 2] heeft alles in de tas gedaan. Het tasje lag in de auto. [medeverdachte 2] pakte het tasje uit de auto en zei dat het weg moest. Er zitten meerdere dingen in de tas. [medeverdachte 3] heeft gezien dat [medeverdachte 2] een taserpistool in de tas deed. [medeverdachte 3] heeft de tas gedragen. Hij ziet in de tas het taserpistool en pepperspray. [32]
Uit camerabeelden blijkt dat op 13 maart 2020 om 22:15:56 twee personen en een hond vertrekken vanaf het NS-station met een trein, met eindbestemming [plaats 4] , uit [plaats 1] . De signalementen van deze personen komen overeen met die van [vader medeverdachte 1] en verdachte. [33]
Uit de door [medeverdachte 1] tegenover de politie afgelegde verklaring komt het volgende naar voren: [medeverdachte 1] heeft een conflict met [slachtoffer] . Het telefoonnummer van [medeverdachte 1] is [telefoonnummer 1] . [34]
Uit de door [vader medeverdachte 1] tegenover de politie afgelegde verklaring komt naar voren dat hij met zijn zoon [medeverdachte 2] in de auto naar [plaats 1] is gekomen om zijn andere zoon [medeverdachte 1] te zien. Verdachte is in [plaats 1] bij zijn zoon [medeverdachte 1] in de auto gestapt. [35] [36]
Op 23 maart 2020 treffen verbalisanten op aanwijzen van [medeverdachte 3] in een regenput aan het [straat 8] in [plaats 1] een grijze plastic huisvuilzak aan. In de huisvuilzak zit een witte plastic boodschappentas met daarin wapens. [37]
Uit onderzoek van de wapens blijkt dat het gaat om:
- een vuurwapen (pistool) van het merk FN, 1910, kaliber 7.65. Dit is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie;
- een vuurwapen (revolver) van het merk BBM, Olympic 38, kaliber .22. Dit is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie;
- 3 stuks munitie (kogelpatroon), merk Fiocchi, FMK, kaliber 7.65 mm. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en munitie;
- 7 stuks munitie (kogelpatroon), merk CCI, Mini Mag-Hollow Point, kaliber .22 LR. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 categorie II onder 4 van de Wet Wapens en Munitie. [38]
- een stroomstootwapen, merk FBQ2002-A;
- een stroomstootwapen, merk FBQ2002-A;
- navulpatroon stroomstootwapen, merk FBQ2002-A;
De betreffende navulpatroon was kennelijk gebruikt. De genoemde voorwerpen zijn stroomstootwapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie II onder 5 van de Wet Wapens en Munitie. [39]
Verdachte heeft ook zelf verklaard dat hij op 13 maart 2020 met medeverdachten [medeverdachte 2] , [vader medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] van [plaats 3] met de auto naar [plaats 1] is gereden en dat hij diezelfde avond met [vader medeverdachte 1] en de hond met de trein is teruggegaan. [40]
Uit de hierboven aangehaalde bewijsmiddelen komt het volgende naar voren.
Medeverdachte [medeverdachte 1] had onenigheid met aangever en heeft het initiatief genomen tot een confrontatie met aangever in de [straat 1] op 13 maart 2020. In een bericht aan aangever heeft [medeverdachte 1] aangever vooraf laten weten dat hij wist van de afspraak die aangever had en "dat hij gaat rennen." Uit een chatgesprek tussen [medeverdachte 1] en verdachte blijkt dat [medeverdachte 1] vooraf een plan heeft gemaakt voor de confrontatie met aangever en dat hij afspraken heeft gemaakt om er meer mensen bij te hebben. Hij heeft de tijd en plaats waar de anderen moeten zijn, doorgegeven en heeft hen uitgelegd dat aangever hem eerst moet zien, waarna de anderen erbij zouden moeten komen. Dat is ook precies wat er op 13 maart 2020 is gebeurd. Wat de intenties van verdachte en de medeverdachten betreft, acht het hof ook van belang dat in het chatgesprek tussen verdachte en [medeverdachte 2] wordt gesproken over “manieren leren.”
Medeverdachte [medeverdachte 2] is vervolgens op 13 maart 2020 met zijn blauwe Seat Cordoba vanuit [plaats 3] naar [plaats 1] gekomen, samen met verdachte en met medeverdachten [medeverdachte 3] en [vader medeverdachte 1] en een hond. In [plaats 1] hebben ze [medeverdachte 1] ontmoet en is [vader medeverdachte 1] met de hond bij [medeverdachte 1] in de auto gestapt. [medeverdachte 1] is in zijn auto uit het zicht gaan staan wachten in de [straat 2] , omdat hij niet gezien wilde worden. [medeverdachte 2] heeft zijn blauwe Seat, met daarin ook [medeverdachte 3] en verdachte, geparkeerd in de [straat 1] . Daar hebben ze een uur gewacht. Kort nadat aangever, zo tegen 20.00 uur, in zijn witte Ford Ka stapte, is hij klemgereden door [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] is vervolgens uitgestapt, naar de auto van aangever gelopen en heeft aangever twee vuistslagen in het gezicht gegeven. Aangever was ook uitgestapt en heeft [medeverdachte 1] hard teruggeslagen. Op dat moment zijn [medeverdachte 2] , verdachte, [medeverdachte 3] en [vader medeverdachte 1] met de hond aan komen rennen. [medeverdachte 2] heeft een taserpistool uit zijn broeksband gehaald en op aangever gericht. [vader medeverdachte 1] had een vuurwapen en heeft dit wapen aan [medeverdachte 1] gegeven. Aangever is weggerend, waarna verdachte en medeverdachten achter hem aan zijn gerend. [medeverdachte 2] heeft geschoten. Verdachte heeft ook geschoten. Er is geroepen: "pak hem, pak hem", "pak aan", "pak aan kankerneger", "jij gaat dood kankerneger."
Even later zijn verdachte en de medeverdachten teruggekomen. [medeverdachte 1] is in zijn VW Passat gestapt, terwijl [medeverdachte 3] met een lifehammer op de voorruit en de zijramen van de Ford Ka van aangever heeft geslagen waardoor meerdere ruiten zijn vernield. [medeverdachte 3] is vervolgens bij [medeverdachte 1] in de auto gestapt en ze zijn weggereden. [medeverdachte 2] , verdachte en [vader medeverdachte 1] zijn met de hond vertrokken in de Seat Cordoba.
Later is er nog een ontmoeting geweest tussen de inzittenden van beide auto’s. Daarna is [medeverdachte 1] alleen op weg naar het ziekenhuis gegaan. [vader medeverdachte 1] en verdachte hebben [plaats 1] samen per trein verlaten. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben de tas met wapens verstopt in een put aan het [straat 8] in [plaats 1] .
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ontkend dat hij enig aandeel heeft gehad in de confrontatie die zich met aangever heeft voorgedaan. De lezing van verdachte komt erop neer dat hij in [plaats 1] in de auto zat, dat hij buiten geschreeuw hoorde en toen uit de auto is gestapt en dat hij vervolgens weer geschreeuw hoorde en zag dat alle andere personen bij de auto weg waren. Verdachte is naar eigen zeggen verstijfd van angst bij de auto blijven staan, heeft geen wapen voorhanden gehad en had ook geen weet van de aanwezigheid van wapens. Hij is slechts gevraagd om mee te gaan naar [plaats 1] , maar heeft geen enkele rol gespeeld in het incident. Volgens verdachte had [bijnaam medeverdachte 1] een probleem met aangever, en zijn hijzelf en de anderen meegegaan, enkel om een ‘stevig gesprek’ met aangever te voeren om hem duidelijk te maken dat ‘het moest stoppen.’ De hond werd naar zeggen van verdachte enkel meegenomen als afschrikmiddel, voor het geval aangever hen iets zou willen aandoen.
Aangevoerd is dat van medeplegen geen sprake kan zijn, nu er geen bewuste en nauwe samenwerking was. Verdachte heeft geen significante bijdrage geleverd aan de ten laste gelegde feiten, er is enkel sprake geweest van een getalsmatige versterking van de groep. De raadsvrouw van verdachte heeft, uitgaande van deze lezing, bepleit dat verdachte van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
Het oordeel van het hof
Het hof hecht geen geloof aan de lezing van verdachte, nu het door hem geschetste scenario wordt weersproken door de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen. Daaruit volgt dat verdachte deel uitmaakte van een groep van in totaal vijf personen met een hond die zich hadden verzameld nabij de [straat 1] in [plaats 1] , met een vooropgezet plan, waarbij eerst medeverdachte [medeverdachte 1] de confrontatie met aangever aan zou gaan en daarna ook de anderen zich in de confrontatie zouden mengen. Uit de verklaring van aangever volgt dat het plan zich ook daadwerkelijk langs die lijnen heeft voltrokken. Hij is eerst klemgereden en benaderd door [medeverdachte 1] , die hem heeft geslagen. Nadat hij [medeverdachte 1] had teruggeslagen, is hij vervolgens achtervolgd door [medeverdachte 1] en nog vier andere personen. Dat aangever door in totaal vijf personen (en een hond) is achtervolgd, vindt bevestiging in de beschrijving van camerabeelden die van het incident zijn gemaakt. Het hof leidt daaruit af dat verdachte, gelet op de totale groepsgrootte en de samenstelling, één van de beschreven achtervolgers moet zijn geweest. Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat verdachte daarbij in de lucht heeft geschoten. Het hof heeft geen enkele reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van deze verklaring te twijfelen, nu [medeverdachte 3] ook duidelijk belastend over zijn eigen aandeel in het incident heeft verklaard en zijn verklaring op meerdere punten – waaronder de latere vindplaats van de tijdens het incident aanwezige wapens en munitie – wordt bevestigd door ander bewijsmateriaal. Dat [medeverdachte 3] zich vergist zou hebben juist op het punt dat verdachte tijdens het incident een wapen voorhanden heeft gehad en daarmee in de lucht heeft geschoten, acht het hof niet aannemelijk.
Met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde
Het hof stelt dan ook vast dat verdachte actief betrokken is geweest bij het incident door met een vuurwapen te schieten in het bijzijn van aangever en hem te achtervolgen met medeneming van dat vuurwapen. Met deze gedragingen, die veel verder gaan dan de enkele getalsmatige versterking van de groep zoals de verdediging stelt, heeft verdachte evident een significante bijdrage geleverd aan het gezamenlijk met zijn medeverdachten uitgeoefende geweld tegen verdachte en diens personenauto. Anders dan is betoogd, ziet het hof het vernielen van de auto van verdachte niet als een op zichzelf staande handeling van [medeverdachte 3] , maar als een integraal onderdeel van het gezamenlijke voornemen om de confrontatie met aangever aan te gaan en daar ook gezamenlijk uitvoering aan te geven. Naar het oordeel van het hof is dan ook sprake van medeplegen ten aanzien van feit 1. Dat mogelijk niet iedere deelnemer exact dezelfde uitvoering van dat voornemen voor ogen heeft gehad, doet daaraan in dit geval niet af. Het hof acht het onder 1 tenlastegelegde daarom wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde
Op grond van de hiervoor vastgestelde gedragingen van verdachte acht het hof het onder 2 tenlastegelegde eveneens wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft samen met medeverdachten aangever achtervolgd met medeneming van (vuur)wapens. Daarbij zijn vanuit de groep bedreigende woorden richting aangever geuit en zijn er (vuur)wapens afgeschoten. Dat deze gedragingen redelijke vrees bij aangever kon teweegbrengen dat hij zou komen te overlijden, behoeft geen betoog. Verdachte heeft zelf uitvoeringshandelingen verricht door in de lucht te schieten en de achtervolgende groep getalsmatig te versterken om de daarvan uitgaande dreiging te vergroten. Hij heeft zodoende als medepleger gefungeerd.
Met betrekking tot het onder 3 (A en B) tenlastegelegde
Verdachte wordt onder feit 3 kortgezegd verweten dat hij tezamen en in vereniging met anderen twee vuurwapens en twee soorten munitie voorhanden heeft gehad.
Het hof heeft hiervoor, ten aanzien van feit 1, vastgesteld dat verdachte met één van de bij het incident betrokken vuurwapens heeft geschoten. Daaruit volgt dat verdachte zich in elk geval van dit vuurwapen en de zich daarin bevindende munitie bewust is geweest en dat hij daarover beschikkingsmacht heeft gehad. Verdachte heeft deze goederen voorhanden gehad terwijl hij betrokken was bij het in vereniging plegen van openlijk geweld en het medeplegen van bedreiging zoals hiervoor beschreven. Dit vuurwapen is samen met het andere wapen en bijbehorende munitie aangetroffen op aangeven van één van de mededaders. Het hof is van oordeel dat daarmee is voldaan aan het vereiste van een - op het voorhanden hebben van beide in de tenlastelegging genoemde wapens en bijbehorende munitie gerichte - bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders. Het hof acht daarom ook het onder 3 A en B tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 13 maart 2020 te [plaats 1] openlijk, te weten, aan de [straat 1] en de [straat 2] , op openbare wegen, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en een goed te weten [slachtoffer] en een personenauto van het merk Ford, type Ka, door tezamen en in vereniging aldaar
- zich te verzamelen op voornoemde openbare wegen en vervolgens
- die [slachtoffer] meermalen tegen het hoofd te stompen en
- met een of meer (vuur)wapens te schieten in het bijzijn van die [slachtoffer] en
- die [slachtoffer] te voet te achtervolgen met medeneming van die (vuur)wapens en
- met een hamer ruiten van de auto van die [slachtoffer] , te weten een witte personenauto van het merk Ford, type Ka, te vernielen en daarbij
- die [slachtoffer] en andere personen de woorden toe te voegen: "Pak hem" "Pak hem" en "Pak aan" en "Kankerneger" en "Je gaat er aan kankerneger";
2.
hij op 13 maart 2020 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, [slachtoffer] heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door opzettelijk dreigend
- die [slachtoffer] de woorden toe te voegen: "Je gaat er aan kankerneger" en "Ik zei toch jij gaat rennen!" en daarbij vervolgens
- een of meer (vuur)wapens af te schieten in het bijzijn van die [slachtoffer] , en daarbij
- die [slachtoffer] te voet te achtervolgen met medeneming van die (vuur)wapens;
3.
hij op 13 maart 2020 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander,
A.
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistool van het merk FN (type 1910) van het kaliber 7,65 of
- een revolver van het merk BBM (type Olympic 38) van het kaliber .22,
zijnde vuurwapens in de vorm van een pistool of een revolver, voorhanden heeft gehad en zulks terwijl meer eerdergenoemde feiten met voornoemde vuurwapens van categorie III zijn begaan
en
B.
- munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten 4 kogelpatronen (van het merk CCI, Mini Mag - Hollow Point), van het kaliber .22 LR of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 3 kogelpatronen (van het merk Fiocchi, FMJ, van het kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:
De eendaadse samenloop van:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
en

medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van onderdeel A
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd

en

ten aanzien van onderdeel B
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 13 maart 2020 samen met anderen schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging en bedreiging van aangever [slachtoffer] , met wie één van de medeverdachten een conflict had. Daarbij heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapens en munitie. Vorenbedoelde medeverdachte heeft een confrontatie met aangever gepland en met verdachte en anderen afspraken gemaakt om hem bij deze confrontatie te ondersteunen. Nadat deze medeverdachte aangever had geslagen, zijn verdachte en de andere medeverdachten hem te hulp geschoten en daarbij is meermalen met (vuur)wapens geschoten. Vervolgens zijn verdachte en zijn medeverdachten, onder medeneming van deze (vuur)wapens, achter de vluchtende aangever aangerend en zijn ook de ruiten van de auto van aangever vernield. Het voorval heeft op aangever begrijpelijkerwijs grote indruk gemaakt. Dergelijke feiten, waarbij wordt geschoten op de openbare weg in een woonwijk zorgen daarnaast ook voor grote gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het betreffen ernstige feiten, waarvoor in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur op zijn plaats is. Het hof heeft in de onderhavige zaak bij het bepalen van de strafmaat mede gelet op de gevangenisstraffen, variërend van negen tot twaalf maanden, die eerder aan de volwassen medeverdachten zijn opgelegd.
Het hof heeft verder gelet op een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 april 2025, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor geweldsmisdrijven is veroordeeld, maar dat hij wel voor andersoortige feiten onherroepelijk is veroordeeld. Het hof zal die veroordelingen in deze zaak niet in strafverzwarende zin laten meewegen.
Ter terechtzitting in hoger beroep is met betrekking tot zijn persoonlijke omstandigheden naar voren gebracht dat verdachte via een detacheringsbureau in vaste dienst is bij een bankinstelling en dat hij daarnaast vrijwilligerswerk voor en met ouderen verricht. Verdachte heeft lopende betalingsregeling bij het CJIB om zijn schulden te voldoen. Hij heeft de contacten met de medeverdachten verbroken.
Verder is melding gemaakt van een situatie waarin zowel de partner van verdachte als hun gezamenlijke kinderen het zwaar hebben na een traumatische gebeurtenis in hun privésituatie. Verdachte woont niet met zijn partner en hun kinderen samen, maar heeft als vader naar zijn zeggen wel een belangrijke ondersteunende rol in het gezin.
In de onderhavige zaak is appel ingesteld op 25 mei 2023 en het hof doet uitspraak op 28 mei 2025. Het hof volstaat met de constatering dat de redelijke termijn in de fase van het hoger beroep met enkele dagen is overschreden.
Gezien de ernst van de strafbare feiten is het hof van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur. In aanmerking genomen dat verdachte tijdens het bewezenverklaarde incident op de openbare weg heeft geschoten met een vuurwapen, acht het hof zijn rol zodanig gevaarzettend dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden rechtdoet aan de aard en ernst van de feiten. Het hof houdt er rekening mee dat verdachte – anders dan zijn medeverdachten – eerst vijf jaren na het incident is berecht en dat sindsdien de invulling van zijn leven – ondanks twee tussentijdse veroordelingen – een overwegend positieve wending lijkt te hebben genomen. In de hiervoor beschreven persoonlijke omstandigheden en in de relatieve ouderdom van het bewezenverklaarde ziet het hof aanleiding om de helft van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Alles afwegend acht het hof derhalve oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55, 57, 63, 141 en 285 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 (A en B) tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 (A en B) bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. M.C. van Linde, voorzitter,
mr. P.S. Bakker en mr. L. Pieters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier,
en op 28 mei 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2020, pagina 96.
2.Het proces-verbaal forensisch onderzoek d.d. 18 maart 2020, pagina 36.
3.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 13 maart 2020, pagina 17 en 18.
4.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 13 maart 2020, pagina 18.
5.Het proces-verbaal verhoor aangever d.d. 15 maart 2020, pagina 23.
6.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 13 maart 2020, pagina 18.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2020, pagina 78.
8.Het proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlagen) d.d. 15 maart 2020, pagina 79.
9.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] d.d. 14 maart 2020, pagina's 66 en 67.
10.Het proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlagen) d.d. 15 maart 2020, pagina 80.
11.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] d.d. 14 maart 2020, pagina 62.
12.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] d.d. 14 maart 2020, pagina 60.
13.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 14 maart 2020, pagina 72.
14.Het proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlagen) d.d. 15 maart 2020, pagina 80.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2020, pagina 78.
16.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] d.d. 14 maart 2020, pagina 62.
17.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 14 maart 2020, pagina 72.
18.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2020, pagina 80.
19.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] d.d. 14 maart 2020, pagina 62 en 63.
20.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 14 maart 2020, pagina 72.
21.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] d.d. 14 maart 2020, pagina 60.
22.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] d.d. 14 maart 2020, pagina's 62 en 63.
23.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 14 maart 2020, pagina's 72 en 73.
24.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2020, pagina's 75, 76 en 77.
25.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2020, pagina 192.
26.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2020, pagina 178.
27.Het proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 19 maart 2020, pagina's 106, 107 en 108.
28.De verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d.16 mei 2025
29.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2020, pagina 77.
30.Het proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 19 maart 2020, pagina's 106, 107 en 108.
31.Het proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 21 april 2020, pagina's 210 en 211.
32.Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 23 maart 2020, pagina 282 tot en met 289.
33.Het proces-verbaal van bevindingen (met fotobijlagen) d.d. 7 april 2020, pagina's 204 en 205.
34.Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 15 maart 2020, pagina 368.
35.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 31 juli 2020, pagina 430.
36.Het proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 1 augustus 2020, pagina 437 en 438.
37.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2020, pagina 184 en 185.
38.Het proces-verbaal onderzoek wapen (met fotobijlagen) d.d. 16 juli 2020, pagina's 231, 232 en 233.
39.Het proces-verbaal onderzoek wapen (met fotobijlagen) d.d. 12 oktober 2020, los opgenomen.
40.De verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 16 mei 2025.