ECLI:NL:GHARL:2025:3350
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldige intrekking van hoger beroep in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was op 24 oktober 2024 veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, en de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf werd bevolen. De verdachte heeft op 7 november 2024 hoger beroep ingesteld. Echter, op 15 mei 2025 heeft de verdachte via e-mail aangegeven af te zien van het hoger beroep. Het hof ontving op 16 mei 2025 een akte van intrekking, maar constateerde dat het e-mailbericht niet vergezeld ging van een geldig legitimatiebewijs en dat het gebruikte e-mailadres niet kon worden gekoppeld aan de verdachte. Hierdoor kon het hof niet aannemen dat de intrekking rechtsgeldig was. Het hof heeft navraag gedaan bij de rechtbank Noord-Nederland over de verificatie van de persoonsgegevens van de verdachte, maar ontving geen respons voor de behandeling van de zaak. Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat het hoger beroep niet rechtsgeldig was ingetrokken en heeft de zaak behandeld. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, omdat er geen bezwaren waren tegen het vonnis van de politierechter en er geen redenen waren voor een inhoudelijke behandeling.