ECLI:NL:GHARL:2025:3356

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
21-000439-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf ter zake van oplichting en diefstal in de vorm van bankhelpdeskfraude

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, voor oplichting en diefstal in de vorm van bankhelpdeskfraude. De feiten vonden plaats tussen 6 juli 2021 en 5 oktober 2021, waarbij de verdachte zich voordeed als medewerker van verschillende banken en oudere slachtoffers misleidde om hun bankpassen en pincodes af te geven. Het hof heeft overwogen dat de verdachte zich bewust richtte op een kwetsbare groep, namelijk ouderen, en dat dit een ernstige bedreiging vormt voor de integriteit van het financiële verkeer. De verdachte heeft de oplichting gepleegd door gebruik te maken van valse namen en door listige kunstgrepen, waarbij hij meerdere slachtoffers heeft benadeeld. Het hof heeft de bewijsvoering van de rechtbank gevolgd, maar heeft in één geval de verdachte vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs. De strafmaat is bepaald op basis van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de impact van de daden op de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000439-24
Uitspraak d.d.: 28 mei 2025
Tegenspraak
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden , zittingsplaats Leeuwarden ,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 26 januari 2024 met het parketnummer 18-015859-23, in de strafzaak inzake de verdachte

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting van het gerechtshof van 15 mei 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de zitting in eerste aanleg.
Het gerechtshof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat het gerechtshof de verdachte ter zake van de onder 1 en 2 aan hem ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
Het gerechtshof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. P.R. Logemann, is aangevoerd op de zitting in hoger beroep.

Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht

Het hoger beroep is gericht tegen de hierboven genoemde beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. In die beslissing heeft de rechtbank de verdachte ter zake van de onder
1 en 2 aan hem ten laste gelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden.
Het gerechtshof zal dat vonnis vernietigen omdat het gerechtshof op onderdelen tot een andere bewijsbeslissing komt dan de rechtbank. Het gerechtshof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 6 juli 2021 tot en met
5 oktober 2021 te [plaats 1] , in de [gemeente] en/of te [plaats 2] , in de [gemeente] en/of te [plaats 3] en/of te [plaats 4] , in de [gemeente] en/of te [plaats 5] , in de [gemeente] en/of te [plaats 6] , in de [gemeente] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
(onder meer)
(zaak 1, zie aangifte pagina 97)
[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( telefonisch) voorgedaan alszijnde [valse naam] , medewerkster van de [bank 1] en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er iemand probeerde een bedrag van 1600 euro van haar rekening te halen en dat de [bank 1] dit had voorkomen en/of dat zij iemand langs zou sturen om de bankpas op te halen en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 1] - zakelijk weergegeven - de verificatiecode 095GD, in elk geval een code, gegeven en/of aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de [bank 1] was en/of
- ( in die hoedanigheid) er bij die [slachtoffer 1] op aangedrongen dat zij haar bankpas moest afgeven anders zou er 1600 euro van haar rekening worden afgeschreven en/of
- zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 1] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en/of
- ( vervolgens) de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer 1] in ontvangst genomen en deze bankpas heeft doorgeknipt en meegenomen
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en/of
(zaak 2, aangifte zie pagina 108)
[slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( telefonisch) voorgedaan alszijnde [valse naam 2] , medewerkster van de [bank 1] en/of - (in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geprobeerd een geldbedrag van 18.000 euro van de rekening van die [slachtoffer 2] af te halen en dat de [bank 1] dit wilde voorkomen door de rekening te blokkeren en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven - gevraagd naar haar pas en/of pincode en/of die [slachtoffer 2] erop gewezen dat iemand de bankpas kwam ophalen en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven - de verificatiecode ZX582, in elk geval een code, gegeven en/of aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de [bank 1] was en/of
- zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 2] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en/of
- ( vervolgens) de bankpas in ontvangst genomen,
waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en/of
(zaak 4, aangifte zie pagina 165)
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( telefonisch) voorgedaan alszijnde [valse naam 2] , medewerkster van de [bank 1] en/of - (in die hoedanigheid) die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er met een buitenlands banknummer was geprobeerd een geldbedrag van 1502 euro van de rekening van die [slachtoffer 3] af te halen en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat iemand de bankpas kwam halen en de verificatiecode ZX582, in elk geval een code, gegeven en/of aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de [bank 1] was en/of (vervolgens) de pincode van de bankpas gevraagd welke via de telefoon, met een codering, kon worden doorgegeven en/of
- zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 3] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en/of de (door die [slachtoffer 3] ) doorgeknipte bankpas in ontvangst genomen en/of
- van de spaarrekening van die [slachtoffer 3] een overboeking van 600 euro gedaan naar de lopende rekening van die [slachtoffer 3] ,
waardoor die [slachtoffer 3] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en/of
(zaak 5, aangifte zie pagina 174)
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( telefonisch) voorgedaan alszijnde een medewerkster van de [bank 1] en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 4] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geprobeerd om 2400 euro van de rekening van die [slachtoffer 4] naar Frankrijk over te schrijven en dat ze dat wilde doen stoppen en/of dat daartoe de bankpas opgehaald zou worden om de rekening te blokkeren en/of
- zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 4] gemeld en de (door die [slachtoffer 4] ) doorgeknipte bankpas in ontvangst genomen,
waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en/of
(zaak 6, aangifte zie pagina 201)
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een of meer bankpas(sen) van de [bank 2] en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas(sen) behorende pincode(s), althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( telefonisch) voorgedaan alszijnde een medewerkster van de fraudehelpdesk van de [bank 2] en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 5] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er werd gerommeld in twee van haar bankrekeningen en dat het verstandig was om het geld veilig te stellen en/of die [slachtoffer 5] heeft verzocht op haar computer in te loggen op haar internetbankieren en/of die [slachtoffer 5] gevraagd naar de bij de betreffende bankpas (sen) behorende pincode(s) en/of
-(in die hoedanigheid)die [slachtoffer 5] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat een koerier van [pakketdienst] de bankpas(sen) kwam halen en die [slachtoffer 5] een wachtwoord gegeven en/of
- zich bij het (woon)adres) van die [slachtoffer 5] gemeld en de twee bankpassen in ontvangst genomen,
waardoor die [slachtoffer 5] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en/of
(zaak 7, aangifte pagina 224)
[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 3] en/of een mobiele telefoon en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( telefonisch) voorgedaan alszijnde [valse naam 3] , medewerker van de [bank 3] en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 6] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geprobeerd om 4000 van haar rekening af te schrijven en/of dat er (vervolgens) werd geprobeerd om 16000 euro van haar rekening af te schrijven en/of dat er mogelijk een virus op haar telefoon aanwezig zou zijn en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 6] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat een koerier haar bankpas en telefoon, ter onderzoek, kwam halen en haar code 48992 gegeven welke zij aan de koerier moest geven bij de afgifte van haar bankpas en telefoon en/of
- zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 6] gemeld en de bankpas en mobiele telefoon in ontvangst genomen en/of
- van de spaarrekening van die [slachtoffer 6] (in meerdere transacties ) (in totaal) een overboeking van 16.700 euro gedaan naar de lopende rekening van die [slachtoffer 6] ,
waardoor die [slachtoffer 6] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en/of
(zaak 8, aangifte pagina 249)
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- ( telefonisch) voorgedaan alszijnde [valse naam 4] , medewerkster van de [bank 1] en/of
- ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 7] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat haar bankrekening was gehackt en er iemand langs zou komen om haar pinpas op te halen en/of indien zij haar pinpas niet wilde afgegeven zij haar geld kwijt zou raken en/of dat er voorzorgsmaatregelen dienden te worden genomen in verband met het hacken van haar bankrekening en/of
- zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 7] gemeld en de bankpas in ontvangst genomen en/of - van de spaarrekening van die [slachtoffer 7] een overboeking van 4000 euro gedaan naar de lopende rekening van die [slachtoffer 7] ,
waardoor die [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
2.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 6 juli 2021 tot en met
5 oktober 2021 op na te noemen plaatsen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele aan een ander of anderen toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 7] (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) zonder toestemming van die genoemde perso(o)n(en) haar/zijn/hun bankpas(sen) te gebruiken, (telkens) met het gebruik van de bij die bankpas(sen) bijbehorende pincode(s) geldopnames heeft/hebben verricht,
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 1] , te weten:
- 6 juli 2021 bij de [supermarkt 1] aan de [adres 2] te [plaats 1] een geldbedrag van 1100 euro
en/of
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 8] en of [partner van slachtoffer 8] , te weten:
- 10 juli 2021 bij de Geldmaat in [supermarkt 1] aan de [adres 2] te [plaats 1] , een geldbedrag van 1250 euro en/of bij de [supermarkt 2] aan de [adres 3] te [plaats 1] , een bedrag van 1800 euro
en/of
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 3] en/of [partner van slachtoffer 3] , te weten:
- 10 juli 2021 bij de Geldmaat aan de [adres 2] te [plaats 1] , een geldbedrag van 5000 euro
en/of
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 4] , te weten:
- 25 augustus 2021 bij de geldautomaat aan de [adres 4] te [plaats 5] , een geldbedrag van 5000 euro
en/of
middels een of meer bankpas(sen), ten name van [slachtoffer 5] en/of [partner van slachtoffer 5] , te weten:
- 20 september 2021 bij de geldautomaat aan de [adres 5] te [plaats 7] , tweemaal een geldbedrag van 500 euro en/of bij de [bouwmarkt] aan de [adres 6] te [plaats 8] , een geldbedrag van 2012 euro
en/of
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 7] , te weten:
- 6 juli 2021 bij de geldautomaat aan het [adres 7] te [plaats 1] , een geldbedrag van 5000 euro;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze hieronder
- in de bewezenverklaring - verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsoverweging

De verdachte heeft ook ter terechtzitting in hoger beroep ontkend dat hij betrokken is geweest bij de aan hem ten laste gelegde vormen van oplichting en diefstal. In het verlengde hiervan heeft de raadsman van de verdachte integrale vrijspraak bepleit, op nader in het pleidooi aangevoerde gronden. De raadsman heeft met name verwezen naar het pleidooi dat op de zitting van de rechtbank is gevoerd door mr. Boonstra en heeft geconcludeerd dat sprake is van een onvoldoende overtuigende en/of onvoldoende betrouwbare herkenning van de verdachte.
Het gerechtshof overweegt hierover het volgende.
Enkel ter zake van feit 1 zaak 7 van de tenlastelegging acht het gerechtshof niet overtuigend bewezen dat de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt.
Het gerechtshof overweegt hiertoe dat aangeefster een foto is getoond van de verdachte en foto's die de verbalisant via google had opgezocht en die volgens de verbalisant enigszins overeenkwamen met het signalement van de verdachte, waarbij onduidelijk is welke specifieke foto van de verdachte opgenomen is geweest in de fotoselectie die de politie aan aangever [slachtoffer 6] heeft getoond. Daarmee voldoet de herkenning van de verdachte door aangever [slachtoffer 6] niet aan de daaraan te stellen eisen van controleerbaarheid van deze fotoconfrontatie.
Daarnaast is een opvallend aspect in deze zaak dat de pinhandeling niet is verricht in de omgeving van de woonplaats van de verdachte, zoals in de andere zaken van oplichting het geval is geweest, maar in de stad [naam] . Het gerechtshof beschouwt deze laatste omstandigheid daarmee als een mogelijke contra-indicatie voor de betrokkenheid van de verdachte bij de oplichting van [slachtoffer 6] . Overtuigend steunbewijs voor de aangifte ontbreekt ook overigens.
Ter zake van de andere zaken van oplichting en diefstal acht het gerechtshof wettig en overtuigend bewijs aanwezig, op grond van eenzelfde bewijsvoering als de rechtbank in het vonnis heeft gepresenteerd, inclusief de overwegingen van de rechtbank over de modus operandi, de betrokkenheid van de verdachte, de betrouwbaarheid van de herkenning door de verbalisanten en het verstrekken van de pincode.
Het gerechtshof vult hier nog op aan dat de verschillende aangiftes niet alleen door de min of meer zelfde werkwijze aan elkaar te koppelen zijn, maar dat de samenhang ook blijkt uit andere feitelijkheden die bij verschillende zaken terugkomen. Zo komt uit het dossier naar voren dat zowel de aangeefster in zaak 2 als de aangeefster in zaak 4 is gebeld door een (zogenaamde) medewerkster van de [bank 1] met de naam ‘ [valse naam 2] ’. In beide zaken heeft de aangeefster bovendien de code ZX582 van de beller gekregen en vond de oplichting plaats op 10 juli 2021.
Het gerechtshof stelt onder meer op basis hiervan vast dat de zaken 2 en 4 door dezelfde verdachte(n) zijn gepleegd. Zoals door de rechtbank is overwogen, is de verdachte in zaak
4 herkend als de pinner. Op basis van bovengenoemde feitelijkheden vult het gerechtshof aan dat ook hieruit de betrokkenheid van de verdachte bij zaak 2 blijkt.
Daarnaast valt op dat snel na de oplichting in vier zaken (de zaken 1, 2, 4 en 8) in [plaats 1] geld is gepind, waarvan drie keer bij de pinautomaat in de [naam] aan de [adres 2] . Ook deze omstandigheid ziet het gerechtshof ondersteunend aan het bewijs van de betrokkenheid van de verdachte.
Van een éénzijdig, enkel op de verdachte en hem belastend bewijs gericht, onderzoek door de politie en/of tunnelvisie van de politie - zoals op de zitting in hoger beroep is aangevoerd door de verdediging - is het gerechtshof niet gebleken. Het gerechtshof heeft hierbij onder meer acht geslagen op onderdelen uit het relaas dat de politie heeft opgeschreven over de start van het onderzoek:
Op maandag, 7 februari 2022 is door [naam] , hoofdagent van politie, [Districtsrecherche] een strafrechtelijk onderzoek gestart.Tussen 29 september 2021 en 06 oktober 2021, werd op de briefing van [basisteam regio] , door de afdeling Intelligence een dia op de briefing geplaatstmet aandacht voor een Renault Megane Scenic voorzien van het kenteken [kenteken] .Dit voertuig werd in verband gebracht met een helpdesk fraudezaak in [plaats 6] (ZAAK 6), op 20 september 2021.In deze zaak had een getuige gezien dat een man, welke de bankpas van een aangever bij hun thuis opgehaald had, in bovengenoemd voertuig gestapt was. In dat voertuig had de getuige op dat moment nog twee personen zien zitten.Door de afdeling Real Time Intelligence werd een onderzoek ingesteld naar de te naam gestelde dan wel de feitelijke gebruiker van het betreffende voertuig.
Uit eerdere registraties uit het bedrijfsprocessensysteem, bleek dat [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1998, eerder als bestuurder van dit voertuig opgetreden had.
De tenaamstelling bij de RDW was op naam van de vader van [verdachte] .Om de werkwijze enmogelijke verdachtenonder de aandacht te brengen van collega's binnen de [regio] , werd door de afdeling Intelligence, van bovengenoemde zaak, een dia aangemaakt.Naast dat er aandacht voor het betrokken voertuig werd gevraagd, werd ook de aandacht gevraagd voor de mogelijke gebruiker van het voertuig, te weten [verdachte] , welke in GBA staat ingeschreven op het adres [adres] te [plaats 1] . Op die dia werden foto's getoond van de drie bewoners van de [adres] waaronder die van [verdachte] .
(…)
Door het [basisteam regio] werd een onderzoek ingesteld naar andere soortgelijke aangiftes. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de verdachte in diverse zaken, ZAAK 1, (…) 4 en 8 steeds dezelfde kleding droeg.
Het gerechtshof heeft in de bovenstaande weergave van de start van het politieonderzoek een aantal passages onderstreept. Uit die onderstreepte passages blijkt naar het oordeel van het gerechtshof van een gericht, maar wel open onderzoek naar de
feitelijke gebruikervan een auto die in verband kon worden gebracht met zaak 6 van de tenlastelegging.
Nader onderzoek is vervolgens niet enkel gericht geweest op de herkenning van de verdachte, maar óók op overig steunbewijs, onder meer in de vorm van de overeenkomsten in de kleding die de dader heeft gedragen. Saillant detail in dat nader onderzoek is dat de politie op de slaapkamer van de verdachte een grijs Nike vest met een bijzondere kleurstelling van twee verschillende tinten grijs heeft aangetroffen, dat is herkend als het vest van de dader op de camerabeelden, behorende bij zaak 5.
Op grond van het bovenstaande verwerpt het gerechtshof het bewijsverweer dat de verdediging heeft gevoerd, voor zover dat is gericht tegen de andere zaken dan zaak 7 van feit 1.

Bewezenverklaring

Op grond van wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het gerechtshof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 6 juli 2021 tot en met 5 oktober 2021 te [plaats 1] , in de gemeente [plaats 1] , en/of te [plaats 2] , in de gemeente [naam] , en/of te [plaats 5] , in de gemeente [plaats 5] , en/of te [plaats 6] , in de gemeente [naam] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vooromschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch voorgedaan als zijnde [valse naam] , medewerkster van de [bank 1] , en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 1] erop gewezen dat iemand probeerde een bedrag van
1600 euro van haar rekening te halen en dat de [bank 1] dit had voorkomen en dat zij iemand langs zou sturen om de bankpas op te halen en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 1] de verificatiecode 095GD gegeven en aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de [bank 1] was en
- in die hoedanigheid er bij die [slachtoffer 1] op aangedrongen dat zij haar bankpas moest afgeven anders zou er 1600 euro van haar rekening worden afgeschreven en
- zich bij het woonadres van die [slachtoffer 1] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en
- vervolgens de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer 1] in ontvangst genomen en deze bankpas heeft meegenomen
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en
[slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vooromschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch voorgedaan als zijnde [valse naam 2] , medewerkster van de [bank 1] , en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] erop gewezen dat was geprobeerd een geldbedrag van 18.000 euro van de rekening van die [slachtoffer 2] af te halen en dat de [bank 1] dit wilde voorkomen door de rekening te blokkeren en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] gevraagd naar haar pas en/of pincode en die [slachtoffer 2] erop gewezen dat iemand de bankpas kwam ophalen en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] de verificatiecode ZX582 gegeven en aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de [bank 1] was en
- zich bij het woonadres van die [slachtoffer 2] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en
- vervolgens de bankpas in ontvangst genomen,
waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vooromschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch voorgedaan als zijnde [valse naam 2] , medewerkster van de [bank 1] , en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 3] erop gewezen dat met een buitenlands banknummer was geprobeerd een geldbedrag van 1502 euro van de rekening van die [slachtoffer 3] af te halen en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 3] er op gewezen dat iemand de bankpas kwam halen en de verificatiecode ZX582 gegeven en aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de [bank 1] was en vervolgens de pincode van de bankpas gevraagd welke via de telefoon, met een codering, kon worden doorgegeven en
- zich bij het woonadres van die [slachtoffer 3] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en de bankpas in ontvangst genomen en
- van de spaarrekening van die [slachtoffer 3] een overboeking van 600 euro gedaan naar de lopende rekening van die [slachtoffer 3] ,
waardoor die [slachtoffer 3] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vooromschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch voorgedaan als zijnde een medewerkster van de [bank 1] en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 4] erop gewezen dat was geprobeerd om 2400 euro van de rekening van die [slachtoffer 4] naar Frankrijk over te schrijven en dat ze dat wilde doen stoppen en dat daartoe de bankpas opgehaald zou worden om de rekening te blokkeren en/of
- zich bij het woonadres van die [slachtoffer 4] gemeld en de bankpas in ontvangst genomen,
waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van bankpassen van de [bank 2] bank en het ter beschikking stellen van de bij die bankpassen behorende pincodes, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vooromschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch voorgedaan als zijnde een medewerkster van de fraudehelpdesk van de [bank 2] bank en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 5] erop gewezen dat werd gerommeld in twee van haar bankrekeningen en dat het verstandig was om het geld veilig te stellen en die [slachtoffer 5] heeft verzocht op haar computer in te loggen op haar internetbankieren en die [slachtoffer 5] gevraagd naar de bij de betreffende bankpassen behorende pincodes en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 5] erop gewezen dat een koerier van [pakketdienst] de bankpassen kwam halen en die [slachtoffer 5] een wachtwoord gegeven en
- zich bij het woonadres van die [slachtoffer 5] gemeld en de twee bankpassen in ontvangst genomen,
waardoor die [slachtoffer 5] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte
en
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de [bank 1] en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vooromschreven oogmerk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- telefonisch voorgedaan als zijnde [valse naam 4] , medewerkster van de [bank 1] , en
- in die hoedanigheid die [slachtoffer 7] erop gewezen dat haar bankrekening was gehackt en iemand langs zou komen om haar pinpas op te halen en indien zij haar pinpas niet wilde afgegeven zij haar geld kwijt zou raken en dat voorzorgsmaatregelen dienden te worden genomen in verband met het hacken van haar bankrekening en
- zich bij het woonadres van die [slachtoffer 7] gemeld en de bankpas in ontvangst genomen en
- van de spaarrekening van die [slachtoffer 7] een overboeking van 4000 euro gedaan naar de lopende rekening van die [slachtoffer 7] ,
waardoor die [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte.
2.
hij in of omstreeks de periode van 6 juli 2021 tot en met 5 oktober 2021 op na te noemen plaatsen tezamen en in vereniging met anderen op verschillende tijdstippen, telkens geldbedragen die aan anderen toebehoren, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) telkens die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door telkens zonder toestemming van die genoemde personen hun bankpas te gebruiken en telkens met het gebruik van de bij die bankpassen bijbehorende pincodes geldopnames te verrichten,
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 1] :
- 6 juli 2021 bij de [naam] Supermarkt aan de [adres 2] te [plaats 1] een geldbedrag van 1100 euro;
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 8] en of [partner van slachtoffer 8] :
- 10 juli 2021 bij de Geldmaat in Supermarkt [naam] City aan de [adres 2] te [plaats 1] een geldbedrag van 1250 euro en bij de [supermarkt 2] aan de [adres 3] te [plaats 1] , een bedrag van 1800 euro;
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 3] en/of [partner van slachtoffer 3] :
- 10 juli 2021 bij de Geldmaat aan de [adres 2] te [plaats 1] een geldbedrag van 5000 euro;
middels een bankpas ten name van [slachtoffer 4] :
- 25 augustus 2021 bij de geldautomaat aan de [adres 4] te [plaats 5] een geldbedrag van 5000 euro;
middels een of meer bankpas(sen), ten name van [slachtoffer 5] en/of [partner van slachtoffer 5] :
- 20 september 2021 bij de geldautomaat aan de [adres 5] te [plaats 7] tweemaal een geldbedrag van 500 euro en bij de [bouwmarkt] aan de [adres 6] te [plaats 8] een geldbedrag van
2012 euro
en
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 7] :
- 6 juli 2021 bij de geldautomaat aan het [adres 7] te [plaats 1] een geldbedrag van 5000 euro.
Het gerechtshof acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van de bewezen verklaarde feiten

Het onder 1 bewezen verklaarde feit levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde feit levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder die feiten zijn begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte, zoals daarvan uit het onderzoek op de zitting is gebleken.
Met betrekking tot de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten heeft het gerechtshof in het bijzonder acht geslagen op:
  • de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
  • de omstandigheid dat de verdachte zich samen met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan oplichting en diefstal in de vorm van bankhelpdeskfraude.
Die vorm van oplichting en diefstal vormt een ernstige bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Het gerechtshof rekent dat de verdachte zwaar aan, omdat mensen sterk afhankelijk zijn van hun bank om hun financiële zaken te beheren en te regelen. Dit alles moet geheel veilig kunnen geschieden en mensen moeten er ook op kunnen vertrouwen dat dit veilig gebeurt. Door het misbruik maken van hun bankpas en bijbehorende pincode door de verdachte en diens mededader(s), kan het vertrouwen in dienstverlening van banken in brede lagen van de maatschappij in ernstige mate worden ondermijnd. Indien men dat vertrouwen in de veiligheid verliest en dus in de betrouwbaarheid van het gebruik van de bankpas met bijbehorende pincode, kan dat ontwrichtend werken voor het economisch verkeer, de toegankelijkheid tot banken en het betalingsverkeer bemoeilijken en de kosten daarvan opdrijven.
Het moet voor de desbetreffende personen, vooral als dit ouderen betreft, maar ook voor de samenleving, bovendien beangstigend zijn dat vertrouwelijke gegevens zoals een pincode, door criminelen in hun zoektocht naar financieel gewin, in vreemde en kwaadwillende handen komen.
Door deze strafbare feiten te plegen heeft de verdachte daarnaast laten zien dat hij enkel uit is geweest op zijn eigen financieel gewin. De verdachte heeft kennelijk op geen enkel moment stil gestaan of willen staan bij de gevolgen die zijn handelen voor de gedupeerden heeft gehad.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft het gerechtshof in het bijzonder acht geslagen op:
 de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van
10 april 2025. Daaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld ter zake van een soortgelijk (vermogens)delict. Wél is hij veroordeeld ter zake van het plegen van andersoortige delicten, welke veroordelingen onherroepelijk zijn;
 de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek op de zitting in eerste aanleg en in hoger beroep is gebleken.
Het gerechtshof heeft wat betreft de op te leggen strafsoort en de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, dienende als handreiking voor de rechterlijke straftoemeting ten aanzien van fraudedelicten, waaronder oplichting.
De LOVS-oriëntatiepunten kennen als uitgangspunt bij door fraude verkregen geldbedragen van € 10.000,- tot € 70.000,- onder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee tot vijf maanden.
Een belangrijke factor bij de strafmaat is de omvang van het nadeel dat de verdachte door zijn handelen mede heeft veroorzaakt, welk nadeel hier ruim € 22.000,- bedraagt, en met name ook de hoge leeftijd van de gedupeerden. De gedupeerden waren oudere mensen, in de leeftijd van 72 tot 80 jaren. Daarmee is kennelijk bewust een slachtoffergroep uitgekozen van wie op schrikbarend eenvoudige wijze de bankpas met de bijbehorende pincode kon worden ontfutseld om vervolgens geld van hun bankrekening te stelen.
Bekendheid met het risico van deze vorm van bankhelpdeskfraude kan daarbij niet zonder meer als vanzelfsprekend verondersteld worden bij deze slachtoffergroep.
Die onbekendheid met dat potentiële risico maakt hen een relatief eenvoudig te misbruiken slachtoffergroep, te meer aangezien deze groep personen niet snel in de gaten zal hebben dat er iets bijzonders is gebeurd met hun bankpas en minder gauw onraad zal vermoeden. Deze groep personen is immers bij uitstek minder goed thuis in de procedures van (digitaal) bankieren. Deze uitgekiende focus van de verdachte en de medeverdachten op een relatief eenvoudig te belagen slachtoffergroep weegt het gerechtshof in strafverzwarende zin mee.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft het gerechtshof voorts aansluiting gezocht bij de straffen die in gevallen vergelijkbaar met deze zaak - inclusief de weging van de persoonlijke omstandigheden - worden opgelegd.
De raadsman van de verdachte heeft in het kader van het door hem gevoerde strafmaatverweer geen zodanig bijzondere of relevante feiten of omstandigheden aangevoerd dat het gerechtshof de oplegging van een andere strafmodaliteit dan hieronder zal worden bepaald aangewezen acht. Ook overigens is het gerechtshof niet gebleken van dergelijke feiten of omstandigheden.
Op grond van het bovenstaande en bezien vanuit een oogpunt van normhandhaving, vergelding en speciale preventie acht het gerechtshof passend en geboden de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van veertien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de periode die de verdachte heeft doorgebracht in voorarrest. Het voorwaardelijk strafdeel dient ter waarschuwing aan de verdachte om niet opnieuw strafbare feiten te gaan plegen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel
6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het gerechtshof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 63, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht. Deze wettelijke voorschriften zijn toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en
2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. A.F. van Kooij, voorzitter,
mr. M.C. Fuhler en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Kingma, griffier,
en op 28 mei 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.