ECLI:NL:GHARL:2025:3449

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
200.349.278/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder met benoeming opvolgend bewindvoerder op basis van art. 1:448 lid onder e BW

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het ontslag van een bewindvoerder en de benoeming van een opvolgend bewindvoerder. De rechthebbende, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.J.J. Broekhuizen, had eerder verzocht om de huidige bewindvoerder, [de bewindvoerder] B.V., te ontslaan en zijn moeder als nieuwe bewindvoerder te benoemen. De kantonrechter in de rechtbank Gelderland had dit verzoek op 22 oktober 2024 afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 mei 2025 bleek dat alle betrokken partijen, inclusief de huidige bewindvoerder, het erover eens waren dat de huidige bewindvoerder haar werkzaamheden zou neerleggen. Dit leidde tot de conclusie dat er geen gewichtige reden voor ontslag was, maar dat het in het belang van de rechthebbende was om de huidige bewindvoerder te ontslaan en [naam2] B.V. als opvolgend bewindvoerder te benoemen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de rechthebbende toegewezen, met ingang van 1 juli 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.349.278
(zaaknummer rechtbank Gelderland 11151442 BM VERZ 24-3538)
beschikking van 5 juni 2025
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de rechthebbende,
advocaat: mr. J.J.J. Broekhuizen,
en
[de bewindvoerder] B.V.,
gevestigd te [plaats1] ,
verder ook te noemen: de bewindvoerder.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
[de moeder],
wonende te [plaats1] ,
verder te noemen: de moeder,
en
[de vader],
wonende te [woonplaats2] ,
verder te noemen: de vader,
en
[de zus],
wonende te [plaats1] ,
verder te noemen: de zus.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, Team bewind, zittingsplaats Zutphen, van 22 oktober 2024 uitgesproken onder voormeld zaaknummer (verder ook te noemen: de bestreden beschikking).
2. Het geding in hoger beroep
2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 23 december 2024;
- een brief met bijlagen van de bewindvoerder van 31 januari 2025;
- een brief met bijlagen 6-12 van mr. Broekhuizen van 8 mei 2025.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 20 mei 2025 plaatsgevonden. Aanwezig waren:
- de rechthebbende, bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam1] , namens [de bewindvoerder] B.V.;
- de moeder;
- de zus.
De persoonlijk begeleider van de rechthebbende is bijzondere toegang verleend.

3.De feiten

3.1
De kantonrechter heeft bij beschikking van 7 juli 2021 de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand onder bewind gesteld met benoeming van [de bewindvoerder] B.V. tot bewindvoerder.
3.2
Bij brief van 15 februari 2024 heeft de rechthebbende aan de kantonrechter verzocht om de huidige bewindvoerder te ontslaan en zijn moeder te benoemen tot bewindvoerder.

4.De omvang van het geschil

4.1
In de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek van de rechthebbende tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van zijn moeder tot nieuwe bewindvoerder afgewezen.
4.2
De rechthebbende is het niet eens met de beslissing van de kantonrechter en komt daarom in hoger beroep.
De rechthebbende heeft zijn verzoek in de loop van deze procedure in hoger beroep aangepast. Hij verzoekt het hof nu de bestreden beschikking te vernietigen en alsnog de bewindvoerder te ontslaan met benoeming van [naam2] B.V., gevestigd te [plaats2] , tot opvolgend bewindvoerder.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep is gebleken dat de rechthebbende, de bewindvoerder en de overige verschenen belanghebbenden het er over eens zijn dat, hoewel van een gewichtige reden voor ontslag geen sprake is, de huidige bewindvoerder haar werkzaamheden zal neerleggen en dus moet worden ontslagen en dat in plaats daarvan [naam2] als opvolgend bewindvoerder moet worden benoemd. De rechthebbende en de huidige bewindvoerder begrijpen elkaar heel vaak niet goed en dit leidt volgens alle betrokkenen tot veel spanning en stress bij de rechthebbende. Een en ander komt in feite neer op een verzoek tot ontslag op de voet van art. 1:448 lid 1 onder e BW.
De rechthebbende heeft een op 3 maart 2025 ondertekende bereidverklaring van [naam2] B.V. overgelegd.
5.2
Het hof ziet hierin aanleiding om de bestreden beschikking te vernietigen en het gewijzigde verzoek van de rechthebbende toe te wijzen met ingang van 1 juli 2025. Beslist wordt als volgt.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van kantonrechter in de rechtbank Gelderland, Team bewind, zittingsplaats Zutphen, van 22 oktober 2024, en opnieuw beschikkende:
ontslaat met ingang van 1 juli 2025 [de bewindvoerder] B.V., gevestigd te [plaats1] ,
als bewindvoerder over de goederen van:
[verzoeker] , geboren [in] 2003 te [woonplaats2] ,
en benoemt met ingang van 1 juli 2025 tot bewindvoerder over die goederen:
[naam2] B.V., gevestigd te [plaats2] ;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. S. Kuijpers, P.B. Kamminga en D.J.I. Kroezen, bijgestaan door de griffier, en is op 5 juni 2025 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.