ECLI:NL:GHARL:2025:3494
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis met aanvulling van bewijsmiddelen en strafmotivering in een oplichtingszaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij de verdachte op 24 september 2024 was veroordeeld voor meermalen oplichting. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, en bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en deelname aan schuldhulpverlening. De benadeelde partij was niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding. In hoger beroep heeft de verdachte het vonnis aangevochten, maar het hof heeft besloten het vonnis te bevestigen, met aanvulling van de bewijsmiddelen en strafmotivering. Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder gezondheidsproblemen, in overweging genomen, maar oordeelt dat deze onvoldoende reden zijn om af te wijken van de opgelegde straf. Het hof heeft de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de rechtsorde en de ernst van de feiten.