Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het gezag over de minderjarige [de minderjarige1]. De vader en de moeder, die samen het gezag uitoefenden, zijn in een conflict verwikkeld over de opvoeding en de zorg voor hun kind. De rechtbank Midden-Nederland had eerder op 3 september 2024 bepaald dat de vader alleen het gezag over [de minderjarige1] zou krijgen, wat de moeder in hoger beroep aanvecht. Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij de minderjarige ook is gehoord. Het hof concludeert dat de ouders niet in staat zijn om samen beslissingen te nemen over [de minderjarige1], wat leidt tot onduidelijkheid en spanning voor het kind. De moeder heeft bezwaren geuit tegen de procedure en de beslissing van de rechtbank, maar het hof oordeelt dat de rechtbank voldoende informatie heeft gehad om tot haar beslissing te komen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en beëindigt het gezamenlijk gezag, waarbij het gezag aan de vader wordt toegewezen. De beslissing is genomen in het belang van [de minderjarige1], die klem zit tussen de ouders en wiens welzijn voorop staat.