Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
[de minderjarige1]en
[de minderjarige2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek tot vervanging van de bijzondere curator. De moeder, die op een geheim adres woont, heeft het hof verzocht om de benoeming van de bijzondere curator te herzien, omdat zij geen vertrouwen heeft in de onafhankelijkheid van de huidige curator. De vader, die ook betrokken is bij de procedure, heeft in eerste aanleg een verzoek ingediend tot erkenning van de kinderen, wat leidde tot de benoeming van de bijzondere curator. De moeder heeft eerder geen bezwaren geuit tegen de werkwijze van de bijzondere curator, maar heeft nu aangegeven dat de huidige curator haar veel stress bezorgt. Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij verschillende stukken zijn ingediend, waaronder beroepschriften en journaalberichten van beide partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 mei 2025 waren de moeder, de bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming aanwezig. Het hof heeft vastgesteld dat de bijzondere curator een professionele belangenbehartiger is voor de minderjarige kinderen en dat de moeder geen wettelijke basis heeft voor haar verzoek tot vervanging. Het hof heeft de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, omdat er geen grondslag in de wet is voor de vervanging van de bijzondere curator. De moeder wordt verondersteld haar medewerking te verlenen aan de bijzondere curator, zodat deze zijn werkzaamheden kan voortzetten.