Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,
;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [verzoeker] om ontslag van zijn curator. [verzoeker] is onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis en heeft verzocht om ontslag van de curator, met benoeming van een opvolgend curator. De kantonrechter in de rechtbank Gelderland heeft dit verzoek eerder afgewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 mei 2025 heeft [verzoeker] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de relatie met de curator niet langer werkbaar is. Hij gaf aan dat de curator afspraken niet nakomt en dat dit leidt tot stress en frustratie. De curator heeft echter betoogd dat er geen onhoudbare situatie is en dat zij regelmatig contact heeft met [verzoeker]. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen gewichtige redenen zijn voor ontslag van de curator. De verstandhouding tussen [verzoeker] en de curator is moeizaam, maar niet zodanig verstoord dat de curator haar taak niet meer kan uitoefenen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en aangegeven dat de curator in overleg met [verzoeker] moet kijken naar mogelijke oplossingen voor de ontstane situatie.