ECLI:NL:GHARL:2025:3690

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
200.349.251
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van curator wegens gewichtige redenen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [verzoeker] om ontslag van zijn curator. [verzoeker] is onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis en heeft verzocht om ontslag van de curator, met benoeming van een opvolgend curator. De kantonrechter in de rechtbank Gelderland heeft dit verzoek eerder afgewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 mei 2025 heeft [verzoeker] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de relatie met de curator niet langer werkbaar is. Hij gaf aan dat de curator afspraken niet nakomt en dat dit leidt tot stress en frustratie. De curator heeft echter betoogd dat er geen onhoudbare situatie is en dat zij regelmatig contact heeft met [verzoeker]. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen gewichtige redenen zijn voor ontslag van de curator. De verstandhouding tussen [verzoeker] en de curator is moeizaam, maar niet zodanig verstoord dat de curator haar taak niet meer kan uitoefenen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en aangegeven dat de curator in overleg met [verzoeker] moet kijken naar mogelijke oplossingen voor de ontstane situatie.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.349.251
(zaaknummer rechtbank Gelderland 11166159)
beschikking van 19 juni 2025
inzake
[verzoeker],
wonende te [plaats1] ,
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. J.J.J. Broekhuizen
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
[de curator] B.V.,
gevestigd te [plaats1] ,
verder te noemen: de curator;
en
[de moeder],
wonende te [woonplaats1] ,
verder te noemen: de moeder
niet verschenen;
en
[de vader],
wonende te [woonplaats2] ,
verder te noemen: de vader
niet verschenen;
en
[de broer1],
wonende te [woonplaats3] ,
verder te noemen: de broer
niet verschenen
;
en
[de broer2],
wonende te [woonplaats4] ,
verder te noemen: de broer
niet verschenen;
en
[de broer3],
wonende te [woonplaats5] ,
verder te noemen: de broer
niet verschenen;
en
[de zus],
wonende te [woonplaats6] ,
verder te noemen: de zus,
niet verschenen.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, locatie Zutphen) van 10 september 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer. Het hof zal de beschikking hierna noemen: de bestreden beschikking.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 2 december 2024;
- een brief van de curator van 3 februari 2025.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 22 mei 2025 plaatsgevonden. Aanwezig waren:
- [verzoeker] , bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam1] en mevrouw [naam2] namens de curator.

3.De feiten

3.1
[verzoeker] is geboren [in] 1988.
3.2
Bij beschikking van 8 november 2006 heeft de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam [verzoeker] onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis.
3.3
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de kantonrechter op 17 juni 2024, heeft [verzoeker] verzocht om ontslag van de curator, met benoeming van [naam3] B.V. als opvolgend curator.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] afgewezen.
4.2
[verzoeker] is in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. [verzoeker] verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en de curator ontslag te verlenen en als opvolgend curator mevrouw [naam4] (van [naam3] B.V.), of een andere curator, te benoemen.

5.De motivering van de beslissing

Juridisch kader
5.1
Op grond van artikel 1:385 lid 1 onder d van het Burgerlijk Wetboek wordt een curator ontslag verleend hetzij op eigen verzoek hetzij wegens gewichtige redenen of omdat de curator niet meer voldoet aan de eisen om curator te kunnen worden, zulks op verzoek van een medecurator of degene die gerechtigd is curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 1:379 BW, dan wel ambtshalve.
5.2.
In hoger beroep is de vraag aan de orde of er gewichtige redenen zijn om de curator ontslag te verlenen
Standpunten
5.3
Volgens [verzoeker] is er sprake van gewichtige redenen voor het ontslag van de curator omdat de relatie met de curator volgens [verzoeker] niet langer werkbaar is. De curator komt afspraken niet na en er is hem veel onduidelijk. Dit zorgt voor stress, spanningen en frustratie bij [verzoeker] . Hij heeft twee telefoonabonnementen, omdat de curator een nieuw abonnement voor hem heeft afgesloten. Zijn ov-jaarkaart is opgezegd, zonder dat voor hem duidelijk is waarom dit is gebeurd. Het door [verzoeker] verdiende geld met zijn folderwijk is door de curator ingehouden en het saldo van zijn spaarrekening is gedaald. Volgens [verzoeker] heeft hij bovendien geen inzage in zijn financiën.
5.4
Volgens de curator is er geen sprake van een onhoudbare situatie waardoor de relatie met haar niet langer werkbaar zou zijn. De curator heeft regelmatig contact met [verzoeker] en zijn hulpverleners. Eind januari heeft de curator nog een persoonlijk en constructief gesprek gevoerd met [verzoeker] , dit is toen volgens de curator door hem als positief ervaren. Volgens de curator heeft [verzoeker] meerdere keren zelfstandig een telefoonabonnement afgesloten, waardoor ingrijpen van de curator noodzakelijk was. Door de therapie van [verzoeker] heeft hij een periode zijn folderwijk niet kunnen lopen, waardoor er ook geen extra inkomsten binnen kwamen. Dit is besproken met [verzoeker] en zijn hulpverlening. En de curator heeft ook met [verzoeker] besproken dat er niet genoeg financiële middelen zijn voor een jaarkaart voor het openbaar vervoer (waarmee onbeperkt gebruik gemaakt kan worden van het openbaar vervoer), maar er wel af en toe extra geld overgemaakt kan worden voor een uitje. Volgens de curator heeft [verzoeker] geen spaarrekening, omdat zijn saldo beperkt is en het openen van een spaarrekening enkel voor extra kosten zal zorgen. [verzoeker] heeft inzage in zijn eigen financiën via OnView en via de jaarlijkse rekening en verantwoording.
De curator acht een eventuele overstap naar [naam4] , van [naam3] B.V., niet in het belang van [verzoeker] . [naam3] B.V. is gevestigd in Breda. [verzoeker] vraagt veel zorg en de huidige curator is vlak bij de zorginstelling van [verzoeker] gevestigd waardoor zij (indien nodig) snel ter plaatse kan zijn. Daarnaast is [naam3] B.V. ook betrokken bij een voormalige vriendin van [verzoeker] , welke relatie geregeld voor problemen heeft gezorgd.
Oordeel van het hof
5.5
Het hof is van oordeel dat er geen sprake is van gewichtige redenen die tot het ontslag van de curator zouden moeten leiden. Uit de tijdens de zitting van het hof door [verzoeker] gegeven toelichting maakt het hof op dat hij geen vertrouwen meer heeft in de curator, omdat volgens hem de relatie is verstoord en er een aantal dingen niet goed zijn gelopen. De curator heeft haar werkwijze toegelicht en de door [verzoeker] genoemde klachten weerlegd. Weliswaar lijkt de verstandhouding tussen de betrokkene en de curator op dit moment moeizaam, maar niet is gebleken dat de verhoudingen zo verstoord zijn geraakt dat er een zodanig onhoudbare en onwerkbare situatie is dat de curator haar (wettelijke) taak niet meer naar behoren kan uitoefenen. De verstandhouding tussen de curator en de betrokkene levert dan ook onvoldoende grond op om te oordelen dat er een gewichtige reden is voor ontslag van de curator.
5.6
Desalniettemin ziet het hof dat [verzoeker] ogenschijnlijk last heeft van de ontstane situatie en dit mogelijk effect heeft op zijn (mentale) gezondheid. Mocht dit na verloop van tijd niet verbeteren, dan ligt het op de weg van de curator om hier een passende oplossing voor te zoeken. Deze oplossing kan, zoals door de curator ook aangegeven tijdens de mondelinge behandeling bij het hof, gelegen zijn in het in onderling overleg met [verzoeker] kijken naar de mogelijkheden van een andere curator of een ander aanspreekpunt voor hem.
5.7
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal het hof de bestreden beschikking bekrachtigen.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van
10 september 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.B. Kamminga, I.G.M.T. Weijers-van der Marck en C.F.L.A. van der Vegt-Boshouwers, bijgestaan door mr. K.E. Vaartjes- de Wit als griffier, en is op 19 juni 2025 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.