Uitspraak
- vernietiging van het vonnis van de politierechter;
- veroordeling van de verdachte ter zake van het onder 1 primair in de zaak met parketnummer 18-243457-23 en het in de zaak met parketnummer 18-243363-23 (gevoegd) tenlastegelegde tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan een ambulante behandeling en het verplicht meewerken aan controles van de reclassering op het gebruik van alcohol en drugs;
- toewijzing van de vordering van de [benadeelde] voor het bedrag van € 1.250,00, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
- de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18-243457-23 vrijgesproken;
- de verdachte ter zake van het onder subsidiair in de zaak met parketnummer 18-243457-23 en het in de het in de zaak met parketnummer 18-243363-23 (gevoegd) tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 210 uren, subsidiair 105 dagen hechtenis, waarvan 50 uren, subsidiair 25 dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan een ambulante behandeling en het meewerken aan controles van de reclassering op het gebruik van alcohol en drugs;
- de vordering van de [benadeelde] integraal toegewezen voor het bedrag van € 1.250,00, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
strafbaarheid van verdachte.
Doe die mes’.Daarna is te zien dat de verdachte iets in zijn rechterhand heeft. De verdachte heeft een gebalde vuist en er steekt een langwerpig voorwerp uit deze hand. Aangever en de verdachte bewegen zich naar elkaar toe om elkaar te kunnen raken in een gevecht. Aangever slaat tijdens deze confrontatie twee keer. Het is onbekend of deze klappen raak waren of dat deze werden geweerd. Tegelijkertijd beweegt de verdachte eerst zijn linkerhand naar voren. Daarna beweegt hij zijn rechterhand naar voren en raakt daarmee de linkerzijde van het gezicht van aangever. Op het moment van de impact is een dof geluid te horen. Het gezicht van aangever beweegt door de klap naar achteren. Vervolgens plaatst aangever direct zijn platte linkerhand tegen de linkerkant van zijn gezicht. [5]
hij op 23 oktober 2022 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen; met een scherp voorwerp (in diens vuist/hand) tegen/in het gezicht heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Als iemand je probeert te slaan, moet je eigenlijk weggaan. Ik kon wegrennen nadat ik was geslagen”. [7] Op grond van deze feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat de verdediging tegen de aanranding niet noodzakelijk was, omdat verdachte zich aan de aanranding had kunnen en moeten onttrekken. Onder de gegeven omstandigheden bestond daartoe voor de verdachte een reële en redelijke mogelijkheid, terwijl ook van de verdachte kon worden gevergd dat hij zou vluchten.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals deze onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke te plegen feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling, doordat hij aangever met een scherp voorwerp in zijn hand in zijn gezicht heeft geslagen. De verdachte heeft door zijn handelen een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van aangever en hem pijn, letsel, schade en overlast heeft bezorgd. Omdat een en ander op een openbaar stationsplein plaatsvond, heeft hij bovendien grote schrik en gevoelens van onveiligheid veroorzaakt, in het bijzonder bij omstanders die van het feit getuige zijn geweest;
- de omstandigheid dat de verdachte zich tevens schuldig heeft gemaakt aan belediging van een politieman. De verdachte heeft door zijn handelen geen enkel respect getoond voor het gezag van de politie.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 mei 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van soortgelijke en andersoortige delicten onherroepelijk is veroordeeld. Tevens volgt daaruit dat de verdachte na de pleegdata van de in deze zaak ter beoordeling staande feiten onherroepelijk is veroordeeld ter zake van mishandeling. Daarmee is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing;
- de inhoud van het reclasseringsrapport van 29 december 2023, waaruit volgt dat de verdachte een belaste voorgeschiedenis heeft door zijn jeugd in Somalië. De verdachte heeft zijn leven nu op de rit, maar de reclassering constateert dat er zorgen zijn omtrent het psychosociaal functioneren en het middelengebruik van de verdachte. De reclassering adviseert daarom bij de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf, het opleggen van bijzondere voorwaarden, te weten: een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan een ambulante behandeling en het verplicht meewerken aan controles van de reclassering op het gebruik van alcohol en drugs;
- de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. De verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij wil meewerken aan de door de reclassering opgestelde voorwaarden.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
€ 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.