Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
1.
hij op of omstreeks 9 juli 2022 te [plaats] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat 1] , als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
hij, op of omstreeks 17 augustus 2022, te [plaats] , als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg(en), de [straat 2] (nabij de kruising met de [straat 3] ) met hoge snelheid geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers is hij niet gestopt, maar doorgereden, terwijl het voor hem bestemde driekleurige verkeerslicht rood licht straalde, waardoor andere bestuurders die daar op dat moment reden moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen en/of ;
hij, op of omstreeks 17 augustus 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aaneen bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend;
hij, op of omstreeks 17 augustus 2022 te [plaats] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat 2] , als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
hij op 9 juli 2022 te [plaats] terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat 1] , als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
hij op 17 augustus 2022, te [plaats] , als bestuurder van een voertuig, personenauto, daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande wegen, de [straat 2] , nabij de kruising met de [straat 3] , met hoge snelheid geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers is hij niet gestopt, maar doorgereden, terwijl het voor hem bestemde driekleurige verkeerslicht rood licht straalde, waardoor andere bestuurders die daar op dat moment reden moesten uitwijken om een aanrijding te voorkomen en
hij op 17 augustus 2022 te [plaats] , als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en geen medewerking daaraan heeft verleend;
hij op 17 augustus 2022 te [plaats] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat 2] , als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De bewezenverklaarde feiten leveren op:
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
3 (drie) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.