Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hierna: [slachtoffer]) omstreeks 22.30 uur zwaargewond aangetroffen op de [plaats 2] in [plaats 1] . [2] Kort daarop is hij overleden. [medeverdachte 1] (
hierna: [medeverdachte 1]) heeft bekend dat hij [slachtoffer] heeft neergestoken:
Ik duwde hem van mij af met het mes in mijn hand. Mijn linkerhand had geen kracht, want die had hij vast. Het ging heel snel. Ik heb niet beseft dat ik hem heb gestoken. Ik heb hem ergens onder in zijn buik gestoken. Ik denk links onder de borstkas. Dat heb ik later gelezen. Ik besefte niet dat ik hem had gestoken. Hij rende weg en zei dat ik hem had gestoken. Ik ging achter hem aan en zag bloed. Ik raakte in paniek, ik zag bloed op het mes. [slachtoffer] ging achter een auto staan. Ik ben terug gerend. Ik zei 'volgens mij heb ik hem gestoken'.“ [3]
Het overlijden (van [slachtoffer] ) zonder meer verklaard (wordt) door de gevolgen van één steekletsel links aan de zijkant van de borstkas.” [4]
De ene was [medeverdachte 2] en de andere is nog onbekend. … Ik ga niet zeggen wie die andere persoon is.” [5]
hierna: [medeverdachte 2]) heeft (toen nog als getuige) verklaard dat hij met [medeverdachte 1] (
het hof begrijpt: [medeverdachte 1]) op 21 maart 2023 naar de [plaats 2] is gegaan:
V: Hoe laat ben je daar aangekomen?
hierna: [medeverdachte 3]) heeft bij de recherche verklaard dat [medeverdachte 1] in gezelschap was van twee andere personen toen hij in [plaats 1] aankwam: “
[medeverdachte 1] was met nog twee andere donkere jongens.” [7]
[verdachte] was die avond de tweede man in de auto. Hij zat op de bijrijdersstoel. Ik heb niet gezien wie er in de auto zat toen zij aankwamen, maar toen ik in de auto stapte, zat hij erbij. Op het moment dat [medeverdachte 1] en [slachtoffer] aan het vechten waren, stond [verdachte] buiten. Hij stond in de buurt van [medeverdachte 2].” [8]
Het meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker (is) wanneer het DNA afkomstig is van [verdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van twee willekeurige onbekende personen.” [9]
Yo” aan verdachte. [11]
Ik zag toen dat [medeverdachte 1] , [slachtoffer] stak. Ik had het mes daarvoor niet gezien. Ik zag ineens bloed (…) aan de linkerzijde bij [slachtoffer] . Vervolgens zag ik bloed eruit komen en ik zag bloed op de grond. Ik hoorde toen [slachtoffer] zeggen ‘bro heb je mij nou gestoken’ en hij rende vervolgens weg. Ik zag dat [medeverdachte 1] er achteraan rende en vervolgens zag ik dat hij terug rende naar de auto en ik hoorde [medeverdachte 1] zeggen, de auto in, nu de auto in. Hij had daarbij grote ogen. Ik ben toen uit angst gelijk in de auto gaan zitten, bij [medeverdachte 1] . ik was ook gelijk bang voor [medeverdachte 1] . We reden toen weg. De andere donkere jongens zaten ook in de auto. (…) [medeverdachte 1] bleef toen maar herhalen wat heb ik gedaan, wat heb ik gedaan, dit is niet goed. [medeverdachte 1] hield toen in zijn rechterhand het mes vast. Ik heb toen geen bloed gezien. (…) Toen we met zijn allen in de auto zaten, zeiden we tegen elkaar dat we terug moesten, om te kijken of [slachtoffer] nog leefde of om de politie te bellen, maar uiteindelijk hebben we het niet gedaan.” [13]
wat hij had gedaanen meerdere keren gezegd dat het
niet goedwas. Verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn met de auto van [medeverdachte 2] vertrokken. In de auto had [medeverdachte 1] het mes nog in zijn handen en er is besproken of zij terug moesten gaan en of ze de politie moesten bellen. Verdachte was daar bij aanwezig. Naar het oordeel van het hof kan het dus niet anders dan dat verdachte zich heeft gerealiseerd dat [slachtoffer] in ogenblikkelijk levensgevaar verkeerde. In ieder geval moet verdachte van dat levensgevaar op zijn minst “een zekere bewustheid” hebben gehad (vgl. HR 25 maart 1997, NJ 1998/37).
Bewezenverklaring
of omstreeks21 maart 2023 te [plaats 1] ,
althans in de gemeente [plaats 3] tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleentoen hij, verdachte
en/of zijn mededader(s),getuige
waren/was van het ogenblikkelijk levensgevaar waarin een persoon, genaamd [slachtoffer] verkeerde, heeft
/hebbennagelaten om hulp te verschaffen aan die [slachtoffer] , immers heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn mededader(s), toen hij/zij zag(en) dat er zware geweldshandeling(en)tegen die [slachtoffer] waren/was gepleegd en deze daardoor hulpbehoevend was geraaktgeen
(tijdige)(medische) hulp en
/of(medische) verzorging ingeroepen, terwijl daarbij voor hem, verdachte, redelijkerwijs geen gevaar voor zichzelf of anderen te duchten was, terwijl de dood van die hulpbehoevende [slachtoffer] is gevolgd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.