De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 februari 2022 tot en met 28 februari 2023 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te [plaats 3] en/of te [plaats 4] , althans in Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige en/of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, te weten [slachtoffer 2] (geboren op 1 maart 2005), die stagiaire was bij zijn, verdachtes, bedrijf, door
- de borsten en/of de vulva van die [slachtoffer 2] te betasten en/of
- zijn penis te laten aftrekken en/of betasten door die [slachtoffer 2] en/of
- zijn tong tussen en/of over de schaamlippen van die [slachtoffer 2] te brengen en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] te brengen en/of
- zijn vingers en/of zijn penis en/of een schroevendraaier en/of een dildo in de vagina van die [slachtoffer 2] te brengen en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer 2] te brengen;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 29 augustus 2023 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te [plaats 3] en/of te [plaats 4] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , te weten
- het betasten van de borsten en/of de vulva van die [slachtoffer 2] en/of
- het laten aftrekken en/of betasten van zijn penis door die [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van zijn tong tussen en/of over de schaamlippen van die [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van zijn vingers en/of zijn penis en/of een schroevendraaier en/of een dildo in de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- het brengen van zijn penis in de anus van die [slachtoffer 2] ,
waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- die [slachtoffer 2] heeft vastgebonden aan het bed en/of de handen en voeten van die [slachtoffer 2] aan elkaar vast heeft gebonden en/of
- ( telkens) het initiatief heeft genomen voor voornoemde seksuele handelingen en/of bij die [slachtoffer 2] heeft aangedrongen op voornoemde seksuele handelingen, als die [slachtoffer 2] aangaf dat ze niet wilde en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat ze met niemand mocht praten over hun seksuele relatie, althans woorden van soortgelijke aard of strekking en/of
- ( hierbij) misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke verhoudingen en omstandigheden voortvloeiende overwicht op die [slachtoffer 2] , gelet op het grote leeftijdsverschil tussen hem en die [slachtoffer 2] en/of het feit dat die [slachtoffer 2] verstandelijk beperkt en psychisch kwetsbaar was en/of het feit dat die [slachtoffer 2] stagiaire was in zijn, verdachtes bedrijf, en bij hem, verdachte in huis woonde en/of het feit dat er al een ontuchtige relatie tussen hem en die [slachtoffer 2] was ontstaan toen die [slachtoffer 2] minderjarig was en/of
- ( hierbij) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 2] en/of
- ( hierdoor) die [slachtoffer 2] in een ongelijkwaardige en/of afhankelijke relatie met hem, verdachte, heeft gebracht en/of (hierdoor) die [slachtoffer 2] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 2] zich niet aan bovengenoemde seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 maart 2022 tot en met 18 april 2022 te [plaats 1] en/of te [plaats 5] en/of te [plaats 2] en/of te [plaats 6] , althans in Nederland, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, te weten [slachtoffer] (geboren op 14 april 2005), die stagiaire was bij zijn, verdachtes, bedrijf, door - de borsten en/of de vulva van die [slachtoffer] te betasten en/of
- zijn penis te laten aftrekken en/of betasten door die [slachtoffer] en/of
- zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te brengen;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 april 2022 tot en met 30 juni 2023 te [plaats 1] en/of te [plaats 5] en/of te [plaats 2] en/of te [plaats 6] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het betasten van de borsten en/of de vulva van die [slachtoffer] en/of
- het laten aftrekken en/of betasten van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] ,
waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- ( telkens) het initiatief heeft genomen voor voornoemde seksuele handelingen en/of bij die [slachtoffer] heeft aangedrongen op voornoemde seksuele handelingen, als die [slachtoffer] aangaf dat ze niet wilde en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat ze met niemand mocht praten over hun seksuele relatie, althans woorden van soortgelijke aard of strekking en/of
- ( hierbij) misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke verhoudingen en omstandigheden voortvloeiende overwicht op die [slachtoffer] , gelet op het grote leeftijdsverschil tussen hem en die [slachtoffer] en/of het feit dat er al een ontuchtige relatie tussen hem en die [slachtoffer] was ontstaan toen die [slachtoffer] stagiaire was in zijn, verdachtes, bedrijf en/of
- ( hierbij) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
- ( hierdoor) die [slachtoffer] in een ongelijkwaardige en/of afhankelijke relatie met hem, verdachte, heeft gebracht en/of (hierdoor) die [slachtoffer] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft met betrekking tot het bewijs gerekwireerd tot bevestiging van het vonnis van de rechtbank.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de feiten 1 en 3 heeft de raadsman naar voren gebracht dat deze feiten door verdachte worden erkend.
Ten aanzien van de feiten 2 en 4 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte heeft bekend dat seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, maar dat geen sprake was van dwang door geweld of bedreiging met geweld of door andere feitelijkheden. Daarbij heeft de raadsman gewezen op diverse getuigenverklaringen die wijzen op een vriendschappelijke verhouding en wederzijds respect tussen verdachte en beide aangeefsters. Ook heeft de raadsman gewezen op de inhoud van de chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 2] en de inhoud van de chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer] en het dagboek van [slachtoffer] .
Ook heeft de raadsman ten aanzien van aangeefster [slachtoffer 2] betoogd dat allerlei initiatieven tot fysiek contact vanuit [slachtoffer 2] zelf kwamen. Uit de chats met [slachtoffer 2] blijkt dat [slachtoffer 2] een verstoorde relatie met haar ouders had en dat het niet gewenst was dat zij thuis, bij haar ouders, verbleef. [slachtoffer 2] heeft zelf voorgesteld om bij verdachte te gaan wonen.
De aangifte van [slachtoffer] wordt tegengesproken door wat [slachtoffer] zelf in haar dagboek over de gebeurtenissen heeft beschreven.
Gelet op de omstandigheid dat verdachte de onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten heeft bekend en door de raadsman geen vrijspraak is bepleit, zal het hof, in het licht van het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, ten aanzien van deze feiten volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het hof acht feit 1 bewezen op grond van:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 30 juni 2025;
- het proces-verbaal van aangifte door [naam 1] , pagina’s 296-303;
- het verslag studioverhoor, pagina’s 338-405.
Het hof acht feit 2 bewezen op grond van het volgende:
Namens [slachtoffer 2] , geboren op 1 maart 2005, heeft haar moeder [naam 1] op 14 september 2023 aangifte gedaan van seksueel misbruik door verdachte tussen 14 februari 2022 en 30 augustus 2023. Ook de moeder van [slachtoffer 2] verklaard dat [slachtoffer 2] een verstandelijke beperking, epilepsie, autisme en paniekaanvallen heeft.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat iedereen aan [slachtoffer 2] kan zien dat ze een bepaalde zwakke begaafdheid heeft. Ze komt jonger over dan ze in werkelijkheid is. Volgens getuige was verdachte daar zeker van op de hoogte. Zij hebben het over [slachtoffer 2] gehad, dat ze extra zorg nodig had en dat ze daarvoor bij verdachte en zijn vrouw was.
In het studioverhoor heeft [slachtoffer 2] het volgende verklaard. In oktober 2021 is [slachtoffer 2] stage gaan lopen bij [naam 2] (de vrouw van verdachte) en verdachte. [slachtoffer 2] kende [naam 2] al 12 jaar. [naam 2] had bij haar een oefening gedaan hoe ver verdachte in haar buurt mocht komen. Ze hebben dat opgebouwd tot verdachte haar een knuffel kon geven. Op 14 februari 2022 is het uit de hand gelopen, want toen heeft verdachte haar bij haar borsten en vagina aangeraakt. Daarna misbruikte verdachte haar, hij stopte zijn vingers en piemel in haar vagina en zijn piemel in haar anus. Het gebeurde in [plaats 2] , [plaats 1] en [plaats 3] . In [plaats 2] is vaak gebeurd. Verdachte deed het vaak bij haar, wel drie keer per dag en ze is daar anderhalf jaar geweest. Verdachte is de eerste met wie ze seks heeft gehad.
Verdachte hield [slachtoffer 2] voor dat als [slachtoffer 2] 18 jaar zou worden dat ze dan bij hen kon wonen en dat ze dan zoveel konden doen als ze wilden.
[slachtoffer 2] mocht van haar moeder geen pup, maar [slachtoffer 2] kreeg als kerstcadeau een pup van verdachte en zijn vrouw. Ze moest die eerst bij het bedrijf van verdachte en zijn vrouw zindelijk trainen en dan mocht ze hem pas mee naar huis nemen.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat [slachtoffer] , de andere stagiaire, ook werd misbruikt door verdachte. Ze vingerden en trokken elkaar af waar [slachtoffer 2] bij was. [slachtoffer 2] mocht er niks van zeggen, dus heeft ze haar mond erover gehouden. Verdachte liet [slachtoffer 2] zien dat hij en [slachtoffer] elkaar filmpjes stuurden dat ze aan het masturberen waren.
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij aanwezig was toen verdachte en [slachtoffer 2] seks hadden in een natuurgebied. [slachtoffer 2] , bewoog niet en lag stil, ze liet het eigenlijk maar gewoon gebeuren. [slachtoffer] had eerder al gezien dat verdachte kusjes aan [slachtoffer 2] gaf.
Verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij met [slachtoffer 2] seksueel contact heeft gehad en dat dat begon toen zij 16/17 jaar was en zij toen nog minderjarig was. De feitelijke handelingen zoals die zijn opgenomen in de tenlastelegging met betrekking tot feit 1 hebben plaatsgevonden, met uitzondering van de opgenomen voorwerpen. Dat geldt ook voor de handelingen bij feit 2. Het is wel eens voorgekomen dat [slachtoffer 2] erbij zat als [slachtoffer] verdachte aftrok of verdachte [slachtoffer] vingerde. Verdachte verklaarde daar ook dat als het puur over het initiatief gaat, dat dat van hem uitging. Verdachte stelt dat hij niets heeft meegekregen over de maatschappelijke discussie waarbij de feitelijke verhouding een rol speelt bij de geoorloofdheid van seksuele handelingen. Voor verdachte voelden de seksuele handelingen goed op dat moment. Het klopt dat de seksuele relatie met [slachtoffer 2] ermee begon dat hij aan haar vagina en borsten zat en dat ze is weggelopen. Verdachte heeft toen gezegd dat ze het niet zouden zeggen en dat hij het nooit meer zou doen. Ze waren er allebei van geschrokken. Het klopt dat ze een paar weken later seks hebben gehad.
Verdachte heeft op 7 september 2023, toen hij nog geen verdachte was van de onderhavige feiten, tegen de politie verklaard dat [slachtoffer 2] een soort hechtingsproblematiek heeft en dat [slachtoffer 2] volgens haar ouders “beperkt” zou zijn. Ook heeft verdachte toen gezegd dat [slachtoffer 2] er alles aan doet om mensen te 'pleasen' en dat zij nauwelijks een sociaal leven en vrienden of vriendinnen heeft.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen stelt het hof vast dat de seksuele handelingen zoals die in de tenlastelegging zijn omschreven, hebben plaatsgevonden. De vraag die het hof moet beantwoorden is of het handelen van de verdachte is aan te merken als verkrachting in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht. Daarvoor is onder meer vereist dat aangeefster door de verdachte tot seks is gedwongen. Verdachte heeft dit ontkend: er was volgens verdachte sprake van gelijkwaardigheid tussen hem en aangeefster.
Het hof is van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat dat verdachte aangeefster door geweld of bedreiging met geweld heeft gedwongen tot het ondergaan ven seksuele handelingen. Het komt daarom aan op de vraag of de verdachte aangeefster opzettelijk door een (andere) feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van de tenlastegelegde seksuele handelingen.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kan sprake zijn van door een feitelijkheid dwingen als hiervoor bedoeld als de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten. Daarvan kan ook sprake zijn indien de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of die dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in zijn algemeenheid beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Uit de jurisprudentie volgt daarnaast dat onder een feitelijkheid ook misbruik van autoriteit in samenhang met een leeftijdsverschil kan vallen, en het creëren van een afhankelijkheidssituatie hierbij van belang kan zijn. Tot slot geldt dat voor het bewijs van de in de tenlastegelegde periode uitgeoefende dwang mede redengevend kunnen zijn feitelijkheden die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan die periode.
Het hof is van oordeel dat verdachte [slachtoffer 2] , een aanvankelijk nog minderjarige stagiaire in het bedrijf van verdachte en zijn vrouw, geleidelijk in een afhankelijkheidssituatie heeft gebracht, waarbij zij van hem niet met anderen over hun seksuele relatie mocht praten. Verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn uit het grote leeftijdsverschil van 21 jaar voortkomende psychisch overwicht en van zijn autoriteit als stagebegeleider. Dat [slachtoffer 2] vanaf haar achttiende bij verdachte in huis kwam wonen, maakte deze afhankelijkheidssituatie nog sterker. Ook de omstandigheid dat voorafgaand aan deze periode de ontuchtige handelingen zoals die onder 1 ten laste zijn gelegd hebben plaatsgevonden en waarover [slachtoffer 2] niet de vrijheid voelde met anderen te spreken, heeft bijgedragen aan de afhankelijkheid van [slachtoffer 2] van verdachte en het overwicht dat hij over haar had, waardoor zij zich aan verdere handelingen niet kon onttrekken.
Bij dit alles betrekt het hof dat [slachtoffer 2] , naar verdachte wist, een kwetsbare jonge vrouw was. Verdachte wist dat [slachtoffer 2] ’beperkt’ was en dat er sprake was van onder meer hechtingsproblematiek.
Verdachte heeft met dit alles [slachtoffer 2] in een zodanige situatie gebracht dat zij zich naar redelijke verwachting niet aan de tenlastegelegde handelingen heeft kunnen onttrekken.
Het hof acht het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het hof acht feit 3 bewezen op grond van:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 30 juni 2025;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , pagina’s 27-39.
Het hof spreekt verdachte vrij van feit 4 op grond van:
Vaststaat dat verdachte ook seksuele handelingen heeft verricht met aangeefster [slachtoffer] nadat zij 17 jaar oud was geworden.
Het hof is van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om te kunnen oordelen dat verdachte aangeefster door geweld of bedreiging met geweld heeft gedwongen tot het ondergaan van die seksuele handelingen. Het hof vindt daarbij in het bijzonder van belang dat uit de berichten die verdachte en [slachtoffer] hebben uitgewisseld en uit de dagboekfragmenten van [slachtoffer] niet blijkt dat door verdachte tegen [slachtoffer] geweld is toegepast of met geweld is gedreigd.
Het komt daarom aan op de vraag of de verdachte aangeefster opzettelijk door een (andere) feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van de tenlastegelegde seksuele handelingen. Van zodanige psychische druk op [slachtoffer] door verdachte of van het creëren van een bedreigende situatie waardoor [slachtoffer] zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de seksuele handelingen heeft kunnen verzetten is naar het oordeel van het hof evenmin gebleken. Ook in dat verband hecht het hof waarde aan de hiervoor genoemde berichten en dagboekfragmenten waaruit van druk of dreiging niets blijkt. Tussen [slachtoffer] en verdachte bestond wel een afhankelijkheidsrelatie in die zin dat tussen verdachte en [slachtoffer] sprake van een zeer aanzienlijk leeftijdsverschil en dat verdachte de voormalig stagebegeleider van [slachtoffer] was. Het hof stelt echter ook vast dat tussen de seksuele handelingen zoals die onder feit 3 en feit 4 ten laste zijn gelegd enige tijd is verstreken en dat [slachtoffer] in die tijd 17 jaar oud is geworden, [slachtoffer] haar stage heeft afgerond en verdachte en [slachtoffer] daarna enige tijd geen contact meer met elkaar hebben gehad. Naar het oordeel van het hof kan ten aanzien van de seksuele handelingen die hebben plaatsgevonden nadat verdachte en [slachtoffer] opnieuw en buiten het verband van een stage contact met elkaar kregen niet worden geoordeeld dat sprake was van een zodanige afhankelijkheidsrelatie dat [slachtoffer] zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten.
Dit betekent dat verdachte van feit 4 wordt vrijgesproken.