4.5Het hof laat het antwoord op de vraag of aannemelijk is geworden dat tussen Von Gahlen en de gemeente een koopovereenkomst met betrekking tot de kavel tot stand is gekomen, in het midden.
Dat is in zoverre niet relevant omdat een beslag op grond van artikel 730 Rv ook kan worden gelegd door een beslaglegger die pretendeert een (toekomstig) recht op levering te hebben. Daarvan is hier in ieder geval sprake. Von Gahlen baseert zich immers in haar beslagrekest en in deze procedure niet alleen op een (al gesloten) koopovereenkomst met de gemeente maar ook (subsidiair) op de plicht van de gemeente om door te onderhandelen, zodat alsnog een koopovereenkomst wordt gesloten en Von Gahlen alsnog een recht op levering van de kavel toekomt. Zij vordert dat ook (subsidiair) in de bodemprocedure.
Daar komt bij dat tijdens de mondelinge behandeling [naam1] (projectmanager van de gemeente) uitleg heeft gegeven aan de e-mail die hij op 26 februari 2022 aan Von Gahlen heeft gestuurd. In die e-mail wordt enerzijds het tijdspad uitgezet tussen ondertekening van de koopovereenkomst met Von Gahlen in april 2022 en de beoogde notariële levering in november 2022 en anderzijds aandacht gevraagd voor het in november 2021 gewezen Didam-arrest. De gemeente bestudeerde, ten tijde van deze e-mail, de implicaties van dat arrest voor grondverkopen door de gemeente. In de e-mail wordt aangekondigd dat de gemeente alle verkoop (en verhuur/verpachting) on-hold heeft gezet. Gevraagd naar de betekenis van die aankondiging in relatie tot de overeenkomst/onderhandelingen met Von Gahlen heeft [naam1] geantwoord:
“Voorzitter:
In een e-mail van 26 februari 2022 van [naam1] aan Von Gahlen, waar u allen uit citeert, wordt teruggegrepen op het overleg van 13 januari 2020 en zet de gemeente op de derde bladzijde van die productie een tijdspad uit. Dat is productie 18 bij dagvaarding in eerste aanleg en daar staat:“Ondertekening koopovereenkomst, eind april 2022. Aanvraag omgevingsvergunning bouwen, 1 juni 2022. Afgifte omgevingsvergunning bouwen, 1 augustus 2022. Omgevingsvergunning bouwen onherroepelijk, medio oktober 2022. Notariële levering kavel, medio november 2022.”
Tegelijkertijd wordt in die e-mail iets gezegd over het Didam-I-arrest. De zorgen gaan over Liander, en u kunt niet meer één op één verkopen. Wat de gemeente volgens mij niet zegt is dat dat betekent dat zij déze overeenkomst niet wil laten doorgaan. Dat staat er tenminste niet met zoveel woorden. [naam1] , wat was de boodschap die u aan Von Gahlen geeft? Enerzijds vertelt u in vijf onderdelen wat er wanneer gaat gebeuren, inclusief de notariële levering van de kavel. Anderzijds begint u over Didam. Wat heeft u bedoeld te zeggen?
[naam1] :
We hebben toen aangegeven dat er een uitspraak lag in het kader van het Didam-arrest en dat we alle verkopen on hold hadden gezet. De vraag was hoe het tijdspad eruit zou zien als we overeenstemming zouden bereiken met elkaar. Voor dat tijdspad heb ik gezegd dat stel dat we in april tot ondertekening van de koopovereenkomst zouden komen, het tijdspad er dan zo uitziet. Maar de basisuitspraak daarin was dat er een uitspraak in het Didam-arrest lag en dat wij alle verkopen on hold zetten. Wij hadden nog geen overeenstemming.
Voorzitter:
Waarom zou u dan dat tijdspad schetsen?
[naam1] :
Omdat dat gevraagd werd.
Voorzitter:
Is dat dan niet raar?
[naam1] :
Ik snap wel dat u dat raar vindt, maar dat is wel zoals het is gegaan.
Voorzitter:
Von Gahlen ontleent daar het argument aan dat de gemeente nog vol op koers zat met levering van dit kavel aan haar, ondanks Didam.
[naam1] :
Didam was net uitgesproken.
Voorzitter:
Dat was in november 2021.
[naam1] :
Partijen in Nederland waren nog aan het zoeken wat die uitspraak betekende. Er werd gekeken of wij daar aanleiding in zagen om gesprekken voort te zetten met Von Gahlen. Vanuit dat tijdsmoment is er op die manier gereageerd. Er werd gevraagd hoe het tijdspad eruitzag. Wij zeiden dat in beginsel alles on hold stond, maar we hebben wel gekeken of er nog mogelijkheden waren.
Voorzitter:
U hield de mogelijkheid om uitvoering aan deze overeenkomst te geven nog wel open? Het gaat niet zo zeer om de vraag of er een ondertekende overeenkomst was, het gaat meer om de vraag of u die nog ging uitvoeren.
[naam1] :
In beginsel niet, maar we hebben wel echt gekeken of wij nog mogelijkheden zagen om ondanks de uitspraak in het Didam-arrest de gesprekken met Von Gahlen voort te zetten. Dat was omdat wij als gemeente Von Gahlen ook heel graag wilden zien landen. Het is een mooi Zevenaars bedrijf.
Voorzitter:
Met andere woorden, u was waar mogelijk nog van plan om aan Von Gahlen te leveren. Heb ik dat goed begrepen?
[naam1] :
Als er mogelijkheden waren wel.
Voorzitter:
Er staat niet:“dat een op een geldt ook voor jullie en dus is alles van tafel”
. Dat staat er met opzet niet in?
Uit deze uitlatingen blijkt naar het voorlopig oordeel van het hof dat er voldoende feiten en omstandigheden waren op grond waarvan Von Gahlen er na het ontvangen van deze e-mail van uit mocht gaan dat de gemeente als zij niet al tot sluiting en uitvoering van de koopovereenkomst zou overgaan- tenminste de opzet had met Von Gahlen daarover door te onderhandelen, voor zover dat binnen de Didam jurisprudentie mogelijk was.