Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 24 november 2021 te [plaats] , althans in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen/pistool, van het merk Walther, model PPQ, kaliber 9x19, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 24 november 2021 te [plaats] , althans in Nederland, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten één of meerdere (10), scherpe patronen van het kaliber 9mm Luger (=9x19mm) voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 24 november 2021 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1,73 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewijsoverwegingen feiten 1 en 2
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks24 november 2021 te [plaats]
, althans in Nederland,een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een
vuurwapen/pistool, van het merk Walther, model PPQ, kaliber 9x19, zijnde een vuurwapen in de vorm van een
geweer, revolver en/ofpistool voorhanden heeft gehad;
hij op
of omstreeks24 november 2021 te [plaats]
, althans in Nederland,munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
één of meerdere (10
),scherpe patronen van het kaliber 9mm Luger
(=9x19mm)voorhanden heeft gehad;
hij op
of omstreeks24 november 2021 te [plaats]
, althans in Nederland,opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer1,73 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: