Tussen de ouders staat vast dat de (voorlopige) omgangsregeling, zoals vastgesteld bij beschikking van 30 maart 2023 en aangevuld/gewijzigd bij beschikking van
8 augustus 2023, in de periode tussen medio augustus 2023 en medio november 2023 niet is uitgevoerd. Na een tweetal e-mailberichten van mr. Aalmoes (d.d. 11 en 16 augustus 2023) over de uitvoering van de omgangsregeling heeft mr. Metin bij e-mailbericht van
17 augustus 2023 laten weten dat de moeder geen medewerking zal kunnen verlenen aan de vastgestelde (voorlopige) omgangsregeling.
De moeder heeft ter zitting van het hof verklaard dat zij tijdens de eerstvolgende overdracht (in het weekend van 18-20 augustus 2023) niet bij de bibliotheek is verschenen met een begeleider. De vader stelt dat ook hij niet naar de bibliotheek is gegaan, maar zijn broer, als begeleider, wel (vanuit [woonplaats2] ). Op 17 augustus 2023 is namens de moeder een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank tot wijziging van de omgangsregeling, omdat de regeling voor haar niet uitvoerbaar zou zijn aangezien zij geen begeleider zou kunnen vinden voor de overdrachten. De moeder heeft ter onderbouwing van dit standpunt drie verklaringen van haar familie (haar ouders en zusje) overgelegd, waaruit blijkt dat zij hieraan niet willen meewerken - kort gezegd - vanwege de agressieve houding van de vader. De moeder heeft ter zitting bevestigd dat zij buiten deze familieleden geen andere personen uit haar netwerk (buren, vrienden, overige familie) heeft gevraagd, terwijl de overdracht plaatsvindt in de woon- en sociale omgeving van de moeder. Alleen al om die reden is het hof van oordeel dat de moeder onvoldoende heeft onderbouwd dat zij niet in staat was om uitvoering te geven aan de beschikking van 8 augustus 2023. Bovendien heeft de rechtbank bepaald dat de overdracht plaatsvindt buiten aanwezigheid van de ouders en dat alleen de begeleiders (en [de minderjarige] ) elkaar ontmoeten. Een confrontatie tussen de familie van de moeder en de vader zou dus ook niet aan de orde zijn geweest. Daar komt bij dat de moeder in haar verzoekschrift heeft verzocht om de omgangsregeling geheel te laten vervallen, de vader de omgang met [de minderjarige] te ontzeggen, dan wel om de regeling op te schorten. Ook hieruit blijkt naar het oordeel hof niet dat de moeder daadwerkelijk moeite heeft willen doen om de omgangsregeling uit te voeren en tot oplossingen te komen.
Het hof merkt ten overvloede op dat het feit dat de moeder een wijzigingsverzoek heeft ingediend - op welke datum dan ook -, niet betekent dat zij niet meer gehouden was uitvoering te geven aan de beschikking van 8 augustus 2023.
Tot slot kan het antwoord op de vraag of de rechtbank heeft bedoeld dat de overdracht op vrijdag ook bij de bibliotheek diende plaats te vinden dan wel op school (zoals vóór de beschikking van 8 augustus 2023 het geval was en ook nu), in het midden blijven, aangezien het eerste overdrachtsmoment in de zomervakantie viel, zodat [de minderjarige] op die dag niet op school was, en de moeder expliciet richting vader heeft aangegeven geen uitvoering te zullen geven aan de (voorlopige) omgangsregeling.